Gemeente De Ronde Venen


Raad van State spreekt zich uit over bestemmingsplan

De Raad van State heeft zich op 30 augustus uitgesproken over het bestemmingsplan Lintbebouwing Vinkeveen 2003. De gemeente De Ronde Venen zal het bestemmingsplan naar aanleiding van de uitspraak op punten moeten herzien.

De uitspraak van de Raad van State gaat over de achttien ingediende beroepschriften tegen het door de provincie (gedeeltelijk) goedgekeurde bestemmingsplan.

Een van de onderwerpen in de uitspraak is de permanente bewoning van Plaswijk. De Raad van State heeft de Verordening op de recreatieverblijven uit 1972 onverbindend verklaard. In tegenstelling tot eerdere uitspraken van de Raad van State heeft ook de eerdere Zomerhuisjesverordening 1960 volgens de Raad van State géén rechtskracht meer. Op basis van de eerdere uitspraak van de Raad van State was het gebruik van Plaswijk in het bestemmingsplan Lintbebouwing Vinkeveen juist gebaseerd op de herziening van de Verordening op de recreatieverblijvenuit 1972.

Door de toenmalige gemeente Vinkeveen en Waverveen was in deze verordeningen het gebruik van de gebouwen op Plaswijk geregeld. Het onverbindend verklaren van de zomerhuisjesverordening heeft tot gevolg dat permanente bewoning in de recreatiewoningen op Plaswijk kan plaatsvinden.

De Raad van State heeft tevens geoordeeld dat er ten aanzien van bijgebouwen een nieuwe juridische regeling moet worden opgesteld door de gemeente. Hierbij moet duidelijk onderscheid gemaakt worden tussen bebouwingsmogelijkheden binnen de stedelijke contour uit het streekplan en daarbuiten.

Ten aanzien van de percelen Demmerik 47, Baambrugse Zuwe 116 en Achterbos 101 heeft de Raad van State geoordeeld dat zowel de gemeente als de provincie niet zorgvuldig genoeg alle belangen tegen elkaar heeft afgewogen bij de toekenning van de nieuwe bestemming. De beroepsgronden van deze appellanten zijn dan ook gegrond verklaard.

Het bestemmingsplan zal op de delen waarover de Raad van State zich heeft uitgesproken moeten worden herzien. Dit betekent dat voor de genoemde percelen nader moet worden bezien welke bouw- en gebruiksmogelijkheden in het bestemmingsplan worden opgenomen. Hierbij zal de uitspraak van de Raad van State in acht worden genomen.