Ministerie van Verkeer en Waterstaat

Start van de meetdag Fietsbalans-2 in Delft

Toespraak | 06-09-2006 | Delft | Karla Peijs

Alleen de uitgesproken tekst geldt.

Dames en heren,

Ik heb wel eens eerder gezegd dat fietsers eigenlijk mijn troetelreizigers zijn. En dat meen ik ook. Want iedereen die ervoor kiest om de fiets te pakken naar het werk, de Albert Heijn of de sportclub, stapt niet in de auto. Dat is goed voor het milieu, de files en - niet te vergeten - de gezondheid. Het blijft internationaal gezien bijzonder dat Nederlanders voor een kwart van al hun reizen de fiets pakken. Als al die fietsers de auto zouden pakken, dan waren de problemen in dit land niet meer te overzien. Dus een beetje verwennen mag best.

En dat is precies waar de Fietsbalans om draait: meer kwaliteit voor de fietsers in termen van veiligheid, stallingen, fietspaden en nog een paar andere punten. Het is belangrijk dat gemeenten weten hoe ze er voor staan en dat ze zicht krijgen op mogelijke verbeterpunten. De wethouder, mevrouw Koning, heeft net verteld hoe de gemeente Delft met de Fietsbalans omgaat. Ik denk dat haar verhaal exemplarisch is voor heel veel andere gemeenten. De Fietsbalans is een heel handig en nuttig instrument om serieus werk te maken van fietsbeleid. En dat is wat mij betreft pure winst.

In de Nota Mobiliteit heb ik met de gemeenten en provincies afgesproken dat we het fietsgebruik zullen stimuleren. Dat ligt in de dagelijkse praktijk vooral bij de decentrale overheden, omdat zij nu eenmaal het beste zicht hebben op wat er nodig is. Maar het is misschien wel aardig om vandaag ook even een voorbeeld aan te halen van iets waar ik, samen met de Fietsersbond, op nationaal niveau mee bezig ben.

Hert verhaal is als volgt. Ik heb een paar maanden geleden nog eens alle creativiteit op het ministerie aangeboord om alles uit de kast te halen om de files op korte termijn te verminderen. Een van de ideeën die daaruit naar voren kwam is gebaseerd op het feit dat 50 procent van de mensen op minder dan 7,5 kilometer van het werk woont - op fietsafstand dus. Toch pakt ongeveer de helft van die groep elke dag de auto. Dat zijn elke dag miljoenen autokilometers, die feitelijk overbodig zijn. De Fietsersbond is nu bezig om te kijken welke tien fietsroutes we het best kunnen verbeteren om knelpunten uit de file-top-50 te ontlasten. Dan gaat het dus om fietsroutes in het regionaal woon-werkverkeer. Van die tien routes gaan we kaarten maken waarop precies staat waar en hoe het beter kan. Daarmee gaat de Fietsersbond de boer op om lokale overheden te overtuigen dat ze die maatregelen ook moeten nemen. En natuurlijk ga ik ze daar bij helpen.

Ik geef dit voorbeeld om te laten zien hoe belangrijk de fiets is in het hele bereikbaarheidsverhaal, met name in en rond de steden. Vandaar dat ik net al zei dat een beetje verwennen best mag, al is dat woord verwennen misschien niet in alle opzichten op zijn plaats. Want de problemen rond fijnstof en het veiligheidsaspect hebben niks te maken met verwennen. Dat zijn gewoon serieuze problemen die we ook serieus moeten aanpakken. Vandaar dat ik ook blij ben dat deze twee kanten van de zaak in deze tweede ronde van Fietsbalans zo veel aandacht krijgen.

We krijgen nu voor het eerst zicht op de concentraties fijnstof die fietsers inademen. Daarmee is het probleem natuurlijk niet opgelost, maar het is wel een basis om maatregelen te ontwikkelen. Bijvoorbeeld
- als de veiligheid het toelaat - geen gecombineerde brom- en fietspaden meer. De beste maatregel is natuurlijk dat nog meer mensen de fiets pakken. Dan snijdt het gezondheidsmes aan twee kanten: en minder uitstoot en meer beweging voor de mensen. In die zin is de hele fietsbalans een prima maatregel tegen fijnstof.

Tot slot een paar woorden over de veiligheid en het rapport dat ik daar net over kreeg. Laat er geen misverstand over bestaan dat ik in ben voor alles wat de verkeersveiligheid helpt vergroten. Ik ben dus blij met het initiatief van de Fietsersbond om onderzoek te laten doen naar de specifieke problemen rond aanrijdingen met fietsers. En als het helpt om in Europees verband aandacht te vragen voor specifieke voertuigeisen, dan zal ik dat zeker doen. Ik moet ook zeggen dat het logisch klinkt. Fietsers zijn geen voetgangers en dus gebeuren er bij een aanrijding met een fietser heel andere dingen dan bij voetgangers. Ik ga dit rapport daarom zeker heel goed lezen en nogmaals, in principe kunt u op mij rekenen.

Dames en heren,

Ik hoef eigenlijk nauwelijks nog te zeggen dat ik hoop dat deze tweede Fietsbalans net zo succesvol zal zijn als de eerste. Na de eerste ronde heeft negentig procent van de 125 deelnemende gemeenten maatregelen getroffen om de kwaliteit van het fietsnetwerk te verbeteren. Dat lijkt me ook een mooi streefcijfer voor deze tweede fietsbalans. En tegen de twijfelaars zou ik willen zeggen: ga maar eens praten met wethouder Koning in Delft en met de mensen van de Fietsersbond. Dan kan het niet anders dan dat u ook enthousiast wordt. Ik wil u allemaal heel hartelijk danken voor uw inzet en ik wens u veel succes bij het uitrollen van deze tweede Fietsbalans. Hopelijk is het niet de laatste.

Dank u wel.