Gemeente Den Helder

07-09-2006 Gemeente Den Helder wint zaak Marineofficiersclub

De Raad van State heeft woensdag 6 september de gemeente Den Helder in het gelijk gesteld in de bodemprocedure die het Bureau Eerlijke Mededinging had aangespannen tegen de gemeente Den Helder. De procedure ging over de verkoop van alcoholische dranken in de Marineofficiersclub op het militaire terrein van Fort Harssens.

Het BEM had de gemeente gevraagd handhavend op te treden tegen deze verkoop, omdat de club niet over een drank- en horecavergunning beschikte. De gemeente weigerde dit, omdat zij van mening was dat zij geen bevoegdheid heeft op het militaire terrein en de Marineofficiersclub uitsluitend voor militaire doeleinden wordt gebruikt. Op grond hiervan valt volgens de gemeente de club onder de uitzonderingsbepaling in de drank- en horecawet en hoeft de club dus geen drank- en horecavergunning aan te vragen om alcoholhoudende dranken te mogen verkopen.
Het BEM bestreed dit standpunt, omdat ook introducés, burgers, toegang hadden tot de Marineofficiersclub en er dus sprake was van oneerlijke concurrentie met de reguliere horeca.

De Raad van State heeft de gemeente nu in het gelijk gesteld. De afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft in zijn vonnis gesteld dat er, ook indien introducés gebruik maken van de faciliteiten van de club, vanuit kan worden gegaan dat de club uitsluitend wordt gebruikt voor militaire doeleinden en daarom valt onder het uitzonderingsartikel van de drank- en horecawet. De gemeente heeft dan ook terecht geweigerd om handhavend op te treden ten aanzien van de Marineofficiersclub.