Gemeente Amsterdam



Bijstand aan kiezers niet behoorlijk

7 september 2006
-
Gemeentelijke Ombudsman

Op verzoek van het Dagelijks Bestuur van Stadsdeel Bos en Lommer onderzocht de Gemeentelijke Ombudsman de wijze waarop de stemprocedure door de stembureaus is uitgevoerd tijdens de stadsdeel- en gemeenteraadsverkiezingen van afgelopen maart. De ombudsman concludeert dat de stemprocedure niet op alle stembureaus op gelijke wijze is uitgevoerd. Er is daarom in strijd met het gelijkheidsbeginsel gehandeld en in strijd met de Kieswet als het gaat om de bijstand aan kiezers door derden. De taalachterstand van een deel van de kiezers uit het stadsdeel heeft ertoe geleid dat er in sommige stembureaus in afwijking van de stemprocedure is gehandeld.

Achtergrond

De voorzitter van het hoofdstembureau in Stadsdeel Bos en Lommer heeft tijdens de stadsdeel- en gemeenteraadsverkiezingen in maart onregelmatigheden bij een aantal stembureaus vastgesteld. Het Dagelijks Bestuur van het stadsdeel heeft de Gemeentelijke Ombudsman verzocht een onderzoek in te stellen en te adviseren over maatregelen ter verbetering van de navolging van de stemprocedure.

Onderzoek

De ombudsman heeft alle negentien voorzitters van de stembureaus van het stadsdeel om medewerking aan het onderzoek gevraagd. Er is een aantal vragen gesteld over de gevolgde procedure, of de onregelmatigheden die de voorzitter van het hoofdstembureau heeft waargenomen ook op het stembureau zijn geconstateerd (en eventuele maatregelen die zijn er zijn getroffen) en de bekendheid met de instructies in de "Leidraad voor stembureauleden". Naar aanleiding van de reacties op het informatieverzoek heeft de ombudsman een tweetal hoorzittingen georganiseerd. Doel hiervan was een gedachtewisseling over de wijze waarop het uitvoeren van de stemprocedure verbeterd kon worden. Ten slotte is er informatie ingewonnen bij het Bureau Verkiezingen van de Dienst Persoonsgegevens.

Bevindingen

In sommige stembureaus werd toegestaan dat kiezers ondersteuning kregen bij het uitvoeren van de stemprocedure zónder dat er sprake was van een lichamelijke handicap. Dit is in strijd met de Kieswet en met de "Leidraad voor stembureauleden". In andere stembureaus werd het verlenen van ondersteuning in deze gevallen dan ook niet toegestaan. Er is in strijd met het gelijkheidsbeginsel gehandeld, omdat alle stembureaus op gelijke wijze uitvoering moeten geven aan de stemprocedure.

De volmachtregeling heeft tot doel om de kiezer die verhinderd is om op de verkiezingsdag in het stembureau te verschijnen, toch in staat te stellen van zijn stemrecht gebruik te maken. De kiezer die wel aanwezig is in het stembureau en daar een ander machtigt om voor hem te stemmen, maakt de stem daarmee echter niet ongeldig; de Kieswet verbiedt een dergelijke handelwijze niet. Het is voorgekomen dat kiezers die, als gevolg van onvoldoende beheersing van de Nederlandse taal, in het stembureau niet in staat waren om van hun stemrecht gebruik te maken, in sommige stembureaus de gelegenheid werden gesteld om een hun begeleidende persoon ter plaatse te machtigen om zodoende alsnog hun stem uit te brengen. Omdat andere stembureaus deze toepassing van de volmacht niet toelieten, is er in strijd met het gelijkheidsbeginsel gehandeld.

De Gemeentelijke Ombudsman acht het verdedigbaar dat sommige stembureaus de regels met betrekking tot het bieden van ondersteuning door derden of het ter plekke verlenen van een volmacht soepel hebben toegepast, om zoveel mogelijk kiezers gebruik te laten maken van hun stemrecht. Het is echter aan de wetgever, en niet aan de stembureaus zelf, om de regels van de procedure aan te passen als een grote groep kiezers vanwege onvoldoende taalbeheersing geen gebruik kan maken van het stemrecht. De Kieswet moet in alle stembureaus op gelijke en correcte wijze uitgevoerd worden.

Ten slotte is uit het onderzoek gebleken dat de inrichting van een aantal stemlokalen niet voldeed aan de vereisten voor privacy en handhaving van de orde. Verschillende stembureaus werden op de ochtend van de verkiezingen geconfronteerd met gebrekkige accommodatie. Dit is in strijd met het vereiste van adequate, organisatorische voorzieningen. In de inrichtingsplannen van de stembureaus was bijvoorbeeld onvoldoende rekening gehouden met het risico dat meer dan één personen tegelijk achter de stemmachine kon plaatsnemen.

Aanbevelingen

De aanbevelingen van de ombudsman luiden:
* Leden en voorzitters van stembureaus moeten eenduidige instructies krijgen ten aanzien van de ondersteuning door derden; * Ook moeten er eenduidige instructies zijn ten aanzien van het gebruik van de volmachtregeling;
* En de inrichting van het stemlokaal moet zodanig zijn dat de privacy van de kiezer gewaarborgd wordt en de orde gehandhaafd.

In de toekomst zal de Dienst Persoonsgegevens verantwoordelijk zijn voor de voorbereidingen van de verkiezingen en de opleiding van de voorzitters en de leden van de stembureaus. De aanbevelingen van de ombudsman zijn daarom niet aan het stadsdeel, maar aan de burgemeester van Amsterdam gericht.

Zie ook: www.ombudsman.amsterdam.nl voor het hele rapport