Provincie Zeeland


Onderzoek dioxinen in Westerschelde geen aanleiding tot onrust

Naar aanleiding van een verontrustend signaal uit Vlaanderen eind 2005 en vragen vanuit Provinciale Staten van Zeeland is een verkennend onderzoek uitgevoerd naar het gehalte aan dioxinen, dioxine-achtige PCB's en andere mogelijke probleemstoffen in visserijproducten en het milieu van de Westerschelde. Het onderzoek vond plaats in opdracht van de provincie Zeeland, het ministerie van LNV en Rijkswaterstaat. De Voedsel en Waren Autoriteit werd betrokken bij de analyse van de resultaten.

Uit de metingen blijkt dat er op dit moment geen overschrijdingen zijn geconstateerd van de huidige Europese levensmiddelennorm voor dioxinen in deze visserijproducten. Ook is er op basis van deze resultaten geen aanleiding om aan te nemen dat het milieu van de Westerschelde een uitzondering vormt qua dioxinebelasting in vergelijking tot andere locaties in Nederland.

Vanaf november 2006 treedt er een nieuwe gecombineerde Europese levensmiddelennorm voor dioxinen én dioxineachtige PCB's in werking. Resultaten uit de huidige studie wijzen erop dat gehalten in een aantal visserijproducten van de Westerschelde mogelijk deze nieuwe norm overschrijden. Gelet op het verkennende karakter van de studie en de beperkte gegevens die voorhanden zijn, is direct een vervolgonderzoek ingezet waarbij afstemming met landelijk onderzoek van LNV plaatsvindt en ook gebruik zal worden gemaakt van gegevens uit Vlaanderen. De resultaten zijn naar verwachting begin 2007 bekend.

R.J. Swiers, telefoon 0118-631634, 7 september 2006, persbericht nr. 145/2006