Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA Den Haag

ons kenmerk : VD. 2006/2404
datum : 08-09-2006
onderwerp : Afschermplicht in verband met vogelgrieprisico's. bijlagen :

Geachte Voorzitter,

Hierbij ontvangt u de antwoorden op de vragen van het lid Ormel (CDA) over de afschermplicht in verband met de dreiging van insleep van de vogelgriep.


1
Kunt u een inhoudelijke reactie geven op de berichtgeving van de Nederlandse Bond voor Hoender-, Dwerghoender-, Sier- en Watervogelhouders (NHDB) van 31 augustus 2006? (zie: Niet-dossierstuk LNV0600507, vergaderjaar 2005-2006)

Ik kan kort ingaan op een aantal inhoudelijke punten uit genoemde brief.
De keuzes voor bepaalde preventieve maatregelen worden niet uitsluitend gebaseerd op economische gronden.
In 2003 hebben we gezien dat de gevolgen voor het welzijn van dieren bij een uitbraak van Aviaire Influenza (AI) in Nederland, alsmede de mogelijke consequenties voor de gezondheid van de mens zeer groot zijn. Sindsdien zijn we diverse malen geconfronteerd met uitbraken van vogelgriep in Azië en recent in de Europese Unie. Deze ontwikkelingen rechtvaardigen dat preventieve maatregelen voor risicopopulaties worden genomen, teneinde insleep van het vogelgriepvirus te voorkomen. Ik heb voor het najaar van 2006 dan ook opnieuw gekozen voor het instellen van een afschermplicht voor pluimvee. In mijn brief van 25 augustus jl. (Tweede Kamerstuk 2005-2006, 28807, nr. 111) heb ik de redenen daarvoor nader aangegeven.

Het risico van insleep van het hoogpathogene AI-virus via de najaarstrek acht ik onverminderd aanwezig.
In diverse landen, waaronder Rusland, is het hoogpathogene AI-virus van het type H5N1 endemisch aanwezig en via de verschillende trekroutes van wilde vogels staat Europa, en dus ook Nederland, in verbinding met deze landen.

Wilde vogels die in het najaar naar Nederland trekken, zijn voornamelijk afkomstig uit Europees Rusland, Siberië en Scandinavië. In Rusland zijn het afgelopen voorjaar van 2006 tot in juli 2006 nog uitbraken van hoogpathogene AI, type H5N1, gemeld. Deze uitbraken zijn volgens de Russische autoriteiten veroorzaakt doordat wilde vogels het virus hebben overgebracht. Recent nog is in Rusland melding gemaakt van H5N1 in verschillende wilde vogels in Centraal Siberië (Omsk).

Voorts zijn dit voorjaar in veel lidstaten van de Europese Unie wilde vogels gevonden die zijn besmet met het hoogpathogene AI-virus van het type H5N1. In bepaalde staten, zoals Frankrijk, Duitsland, Hongarije en Roemenië heeft de verspreiding van het AI-virus door trekvogels geleid tot uitbraken bij pluimveebedrijven met uitloop en bij niet-bedrijfsmatig, in de buitenlucht gehouden pluimvee.

De situatie in Nederland is niet zonder meer te vergelijken met die van België of Duitsland.
Ieder land moet op basis van bovengenoemde Europese regelgeving zijn eigen risicoanalyse maken. Zo gaat België met ingang van 11 september a.s. de afschermplicht instellen in risicogebieden voor alle gehouden pluimvee en watervogels (hobbymatig en professioneel gehouden). In Duitsland is de afschermplicht na dit voorjaar niet opgeheven; de verplichting, die geldt voor commercieel en hobbymatig gehouden dieren, is nu verlengd tot begin 2007.


2
Waarom is gekozen voor een ander afschermregime voor watervogels dan in het afgelopen voorjaar?

Het doel van de afschermplicht is dat contact tussen mogelijk met AI besmette trekvogels (of hun uitwerpselen) en voor de ziekte gevoelige, gehouden vogels wordt voorkomen.
De opzet voor afgelopen voorjaar was om gehouden pluimvee ofwel op te hokken ofwel af te schermen met een ondoorlaatbare overkapping. Vanwege geconstateerde welzijnsproblemen bij watervogels (paarseizoen), praktische beperkingen bij de uitvoerbaarheid bij afscherming van grotere vijvers en het op dat moment nog ontbreken van de mogelijkheid tot vaccineren, is afgelopen voorjaar de wijze van afschermen met de rood-witte linten toegestaan als noodmaatregel voor vijvers met een omvang groter dan 25m2.
Op basis van de hierbij opgedane ervaringen en gelet op het feit dat het ditmaal gaat om de najaarsperiode moet worden geconstateerd dat:
* a. de lintenregeling in de praktijk onvoldoende werd uitgevoerd en (mede daardoor) te weinig bijdroeg aan het bereiken van het beoogde doel, namelijk het voorkomen van contact tussen - mogelijk met AI besmette - trekvogels en gehouden vogels;
* b. de veterinaire risico's van insleep van het AI-virus door trekvogels nog steeds aanwezig zijn;

* c. de mogelijkheden van vaccinatie inmiddels zijn uitgebreid, waardoor ook voor de watervogels er nu een alternatief voor de afschermplicht beschikbaar is;

* d. de welzijnsaspecten die samenhangen met het paarseizoen in het voorjaar nu niet spelen.

Op basis van de bovenstaande argumenten is besloten het afschermen van watervogels met linten niet langer toe te staan, waardoor eenzelfde afschermregime geldt voor alle gehouden pluimvee.


3
Is het mogelijk voor een praktische oplossing te kiezen, zoals netten of linten?

In antwoord 2 is aangegeven hoe in de praktijk wordt beoogd het contact tussen wilde trekvogels en gehouden vogels te voorkomen door middel van het instellen van de afschermplicht. Ik ben bereid om in overleg met betrokken partijen de mogelijkheden na te gaan voor het oplossen van de praktische problemen van de houders van hobbymatig gehouden watervogels. Daarbij zijn ook andere vormen van afschermen denkbaar, mits deze met voldoende waarborgen kunnen worden omgeven.


4
Wilt u deze vragen zo spoedig mogelijk beantwoorden, in verband met de afschermplicht per 1 september 2006?

Ja.

De minister van Landbouw, Natuur
en Voedselkwaliteit,

dr. C.P. Veerman