Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Antwoorden op kamervragen van Schippers over mogelijke rekenfouten bij het College voor zorgverzekeringen

Kamerstuk, 11-9-2006

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG

Z-K-U-2711613

11 september 2006

Antwoorden van minister Hoogervorst op de vragen van het Kamerlid Schippers (VVD) over mogelijke rekenfouten bij het College voor zorgverzekeringen (2050618010).

Vraag 1
Bent u bekend met de inhoud van het artikel over de mogelijke rekenfouten bij het College voor zorgverzekeringen (CVZ)?

Antwoord 1
Ja.

Vraag 2
Klopt deze berichtgeving? Zo ja, waar zit volgens u de fout in het vereveningsfonds?

Antwoord 2
In grote lijnen klopt de berichtgeving. Toch wil ik tegenspreken dat het gaat om een opeenstapeling van rekenfouten bij het College voor zorgverzekeringen (CVZ).

In augustus 2005 heeft het CVZ met alle op dat moment beschikbare informatie van verzekeraars een raming gemaakt van het aantal verzekerden per zorgverzekeraar onderverdeeld naar de verschillende vereveningscriteria. In de risicoverevening krijgen verzekeraars ondermeer compensatie voor hogere kosten van chronisch zieken in hun verzekerdenportefeuille via het criterium FarmacieKostenGroepen (FKG; op basis van geneesmiddelengebruik in het verleden). Eind 2005 en begin 2006 kwam aan het licht dat CVZ in september 2005 door een rekenfout het aantal verzekerden op grond waarvan verzekeraars via een FKG extra vereveningsbijdrage krijgen, te laag had geschat. Dit leidde er toe dat de ex-ante vereveningsbijdragen voor een aantal zorgverzekeraars (zowel voormalige ziekenfondsen als voormalige particuliere ziektekostenverzekeraars) waarvoor te weinig FKG-ers waren geteld, voor in totaal EUR 247 miljoen te laag werd vastgesteld. Direct nadat deze fouten aan het licht kwamen zijn alle verzekeraars geïnformeerd en zijn de benadeelde verzekeraars gecompenseerd door een hogere ex-ante vereveningsbijdrage. Alle zorgverzekeraars hebben dus uiteindelijk in 2006 ex ante precies gekregen waarop ze recht hebben bij een goede raming van het aantal FKG-ers.

Echter, doordat het aantal FKG-ers in eerste instantie te laag was vastgesteld en er in de risicoverevening uitgegaan wordt van macroneutraliteit is de afslag voor verzekerden die niet in een FKG zijn ingedeeld (verzekerden in FKG0) te laag vastgesteld. Dit is in 2006 niet gecorrigeerd. Dit heeft er toe geleid dat alle verzekeraars voor hun gezonde verzekerden (FKG0-ers) in totaal EUR 247 miljoen te veel vereveningsbijdrage hebben gekregen.

Vraag 3
Wat zijn de consequenties van deze rekenfouten in een concurrerende markt?

Antwoord 3
De concurrentieverhoudingen zijn slechts beperkt verstoord omdat alle verzekeraars te veel vereveningsbijdrage hebben gekregen. Relatieve verschillen treden alleen op tussen verzekeraars met relatief meer of minder gezonde verzekerden. Per saldo zou de fout een neerwaartse druk op de nominale premies 2006 kunnen hebben gehad, omdat de meeste verzekeraars op basis van een te hoge vereveningsbijdrage de premies 2006 hebben bepaald. Daarentegen lijken de verzekeraars waarvoor in eerste instantie onterecht te weinig ex-ante vereveningsbijdrage is vastgesteld hiermee - achteraf terecht - niet volledig rekening te hebben gehouden in de vaststelling van hun premies 2006.

Vraag 4
Wat bent u voornemens te gaan doen om dit probleem op korte termijn op te lossen?

Antwoord 4
De verzekeraars waarvoor op grond van de fout in eerste instantie een te lage ex-ante vereveningsbijdrage is vastgesteld zijn direct gecompenseerd door het CVZ met een verhoogde ex-ante vereveningsbijdrage. Er zijn dus geen verzekeraars die in liquiditeitsproblemen zijn gekomen.

In de Regeling zorgverzekering is opgenomen dat de ex-post toepassing van gerealiseerde FKG's budgettair neutraal uitpakt. Dit is zo geregeld omdat het zeker in het licht van de stelselherziening lastig was om het aantal FKG-ers goed te ramen. Toepassing van de ministeriële regeling zou betekenen dat alle verzekeraars via een ex-post verhoging van de afslag voor gezonde verzekerden (FKG0-ers) vereveningsbijdrage zouden moeten inleveren. Zorgverzekeraars hebben echter hun premie 2006 vastgesteld mede op basis van de toenmalige prognose van de vereveningsbijdrage 2006. Voor een aantal verzekeraars betekent deze wijze van neutraliteit een vermindering van de inkomsten. Die ze op moeten vangen door tussentijds hun premies te verhogen of door in te teren op hun reserves. In overleg met Zorgverzekeraars Nederland heb ik besloten om de afslag voor FKG0-ers niet ex-post te verhogen in 2006 en daartoe de ministeriële regeling te wijzigen. Dit heeft tot gevolg dat er in 2006 EUR 247 miljoen meer vereveningsbijdrage wordt uitgekeerd. Deze extra vereveningsbijdrage 2006 leidt tot een negatief saldo in het zorgverzekeringsfonds. Via de 50/50-regeling wordt het tekort gefinancierd in 2007 door een lagere vereveningsbijdrage uit het fonds (en dus een hogere rekenpremie) en een hogere inkomensafhankelijke bijdrage.

Vraag 5
Hoe denkt u dergelijke fouten in de toekomst te voorkomen?

Antwoord 5
De oorzaak van de fout door het CVZ ligt voornamelijk in de grote druk op het proces gedurende de zomer van 2005. Vanwege de invoering van de Zorgverzekeringswet is besloten om al medio september 2005, één maand eerder dan gebruikelijk, de vereveningsbijdrage 2006 vast te stellen, zodat verzekeraars voldoende tijd hadden om de nominale premie vast te stellen en verzekerden ruim de tijd kregen om hun nieuwe zorgverzekeraar te kiezen. Daarnaast moest voor het eerst gewerkt worden met gegevensbestanden van voormalig particuliere verzekeraars. Door de tijdsdruk is de interne en externe controle tekort geschoten. CVZ zal nu in oktober 2006 uitsluitsel geven aan de zorgverzekeraars over hun vereveningsbijdrage 2007. Dit geeft ten opzichte van vorig jaar extra tijd voor de nodige controles. Voorts zal CVZ alle procedures formaliseren en vastleggen. Bedacht moet wel worden dat de afwijkingen in de realisaties ten opzichte van de ramingen van CVZ niet de classificatie rekenfouten verdienen. Gezien bijvoorbeeld de invoering van de Zorgverzekeringswet, de verschuivingen in verzekerdenportefeuilles en de invoering van de dbc's zijn ramingsafwijkingen voor 2006 evident. Ik ga hier verder op in in mijn antwoorden op vragen van de heer Omtzigt en mevrouw Smilde.

Vraag 6
Op welke termijn kunt u hierover duidelijkheid verschaffen?

Antwoord 6
Dat is bij deze gebeurd. Ik zal vóór 1 oktober de wijzigingen in de Regeling zorgverzekering aan u doen toekomen.