Provincie Overijssel

Oost-Nederland neemt voorschot op Prinsjesdag

prinsjesdag.jpg (71 Kb)
De Colleges van Gedeputeerde Staten van Gelderland en Overijssel hebben vandaag, de tweede dinsdag van september, in een brief aan de fractievoorzitters in de Tweede Kamer een voorschot genomen op Prinsjesdag. Vier actuele themaâs staan voor hen centraal: mobiliteit, innovatie, gebiedsontwikkeling (nationale landschappen) en jeugdbeleid. Dat zijn onderwerpen die in de Kamer de afgelopen periode in belangrijke mate de debatten domineerden. Volgens beide colleges gaat het om beleidsterreinen die in zekere zin met elkaar verweven zijn en de komende jaren aandacht zullen blijven vragen. Gelderland en Overijssel nemen hun verantwoordelijkheid bij de aanpak van deze themaâs en vragen daarvoor aandacht en steun van Den Haag.

Mobiliteit

Gelderland en Overijssel verwachten samen met het Kabinet op korte termijn stappen te zetten om de doortrekking van de A15 te versnellen en voor de N35 een studie op te pakken gericht op uitbouw tot een volwaardige auto(snel)wegverbinding. âWij vragen steun van de Tweede Kamer om tot een goede inpassing en financiering te komen,âaldus de brief. Daarnaast zetten zij in op het belang van hoogwaardige spoorverbindingen van de Randstad naar Duitsland. Het kabinet wordt om investeringen gevraagd die zijn gericht op een betrouwbare en robuuste Berlijnlijn en Deltalijn naar het Rijn- en Ruhrgebied.

Beide provincies maakten de afgelopen maanden vijf netwerkanalyses voor de gebieden Noord-Overijssel, Twente, Stedendriehoek, Stadsregio Arnhem Nijmegen en (overig) Gelderland. Die geven inzicht in de bestaande en toekomstige mobiliteitsknelpunten vanuit het perspectief van de bereikbaarheid van de economische centra. In de netwerkanalyses staan oplossingen voor de geconstateerde knelpunten. De knelpunten doen zich voor op het raakvlak van het hoofdwegennet en het onderliggende net. Maatregelen bestaan beter benutten, aanleg infrastructuur en verbetering van openbaar vervoer en fietsvoorzieningen.

Innovatie

Bedrijven en kennisinstellingen in Oost-Nederland verdienen een plek in de landelijke âsleutelgebiedenâ voor innovatie. Het gaat om kansrijke sectoren (flowers & food, high tech systemen en materialen, water, ict) die nationaal worden ondersteund. Aansluiting bij deze landelijke sleutelgebieden heeft positieve effecten. Het versterkt de sectoren op nationaal niveau, vergroot de bedrijvenbasis en maakt kennis beter toepasbaar en en toegankelijk voor het midden- en kleinbedrijf.

Beide colleges wijzen op de samenwerking van kennisinstellingen, bedrijven en overheid in de netwerken Food Valley, Health Valley en het Innovatieplatform Twente. Die samenwerking levert private investeringen op. Dat heeft resultaat: duizenden nieuwe banen, aantrekken van investeringen, op- en uitbouw van netwerken van ondernemers en kennisinstellingen, groei van werkgelegenheid en productiviteit.

Ook stelde Oost-Nederland samen met het ministerie van EZ het uitvoeringsprogramma voor âPieken in de Delta Oost-Nederlandâ op. Daar staan de mogelijkheden in voor investeringen in eigen economische prioriteiten, verbonden aan nationale prioriteiten. Beide provincies willen daarmee doorgaan, via extra investeringen vanuit eigen middelen en het nieuwe EFRO-programma (Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling) op. Daar is ook steun vanuit Den Haag bij nodig.

Gebiedsontwikkeling (Nationale Landschappen)

Gelderland en Overijssel vinden het van wezenlijk belang dat de minister zijn bijdrage voor nationale landschappen substantieel verhoogt. Dan kunnen zij, ook op langere termijn, met gemeenten en lokale organisaties, hun ambities waar kunnen maken. Het gaat om rijksbeleid, waar de provincies realistische doelen en uitvoeringsprogrammaâs voor opstellen en middelen voor vrijmaken. Het rijksbudget is echter onvoldoende. De komende 7 jaar is circa ⬠135 mln. nodig, terwijl slechts ⬠3 mln voor Overijssel en ⬠12 mln voor Gelderland (uit ILG 2007-2013) beschikbaar komt. Beide provincies zijn bereid tot cofinanciering.

Jeugdbeleid

Gelderland en Overijssel willen ook verder werken aan verbeteringen van het jeugdbeleid. Daarbij moet het huidige stelsel dat is neergelegd in de wet op de jeugdzorg gehandhaafd blijven. âDat daarbij een adequate, productgerichte bekostiging hoort die het de provincies mogelijk maakt het recht op jeugdzorg te effectueren, moge duidelijk zijnâ, aldus de brief. De stelselwijziging die de regeringscommissaris voorstelt wijzen beide provincies van de hand. Â

Beide colleges onderstrepen de resultaten die zijn geboekt sinds de nieuwe wet voor de jeugdzorg in 2005 in werking trad. Zo ligt er een aanvalsplan wachtlijsten jeugdzorg, worden 10% meer jongeren geholpen met hetzelfde geld en is er hulp binnen 4 uur bij spoedeisende zorg in crisissituaties. Veel zaken zijn nog voor verbetering vatbaar, maar dat is logisch bij een wet die nog geen twee jaar in werking is.

Zij wijzen er op dat de doelen van de wet steeds meer in zicht komen.. âDe resultaten laten zien dat de wet op de jeugdzorg tot een stelsel leidt dat werkt. Dit betekent niet dat wij een sterke rol voor gemeenten afwijzen; die rol is juist een voorwaarde voor goed beleid voor onze jongerenâ, aldus Gelderland en Overijssel in hun brief aan de fractievoorzitters in de Tweede Kamer.