Gemeente Eindhoven

Persbericht 12 september 2006, 220

Twaalf procent huishoudens in Eindhoven leeft op 105% van bijstandsniveau

Armoede in Eindhoven verontrustend

Twaalf procent van de huishoudens in Eindhoven leeft op 105% of minder van het bijstandsniveau. Dat zijn ongeveer 11.000 huishoudens. Dat blijkt uit de Armoedemonitor 2006. Landelijk gezien ligt het armoedepercentage op 10% berekend op 105% van het bijstandsniveau. In een aantal andere grote steden zoals Rotterdam (17%), Groningen en Amsterdam (beide 16%) is de armoede groter.

Het onderzoek naar armoede in Eindhoven werd dit voorjaar gehouden onder bijstandsgerechtigden, WAO-ers, AOW-ers, gesubsidieerd werkenden, personen met een handicap en een restgroep uit het kwijtscheldingsregister van de gemeentelijke belastingen. Onderzocht werd de omvang en de samenstelling van de groep mensen in Eindhoven die leven met een laag inkomen, hun materiële positie en de bekendheid en het gebruik van gemeentelijke maatregelen om de doelgroep materieel te ondersteunen.

Uit het onderzoek blijkt dat 90% van de burgers met een minimuminkomen tenminste één inkomensondersteunende maatregel kent. In de programmabegroting 2006-2009 staat dit ook als beleidsdoel genoemd. Ongeveer 70% van de burgers met een minimuminkomen maakt gebruik van één of meer inkomensondersteunende maatregelen. In de programmabegroting 2006-2009 staat als beleidsdoel genoemd dat dit 75% moet zijn. Het gaat om maatregelen als de bijzondere bijstand, reductieregeling, langdurigheidstoeslag, de bijdrage vervanging duurzame gebruiksgoederen voor alleenstaande 65+ers, de regeling van schulden, kwijtschelding van gemeentelijke belastingen en de aanvullende ziektekostenverzekering.
De meerderheid van de ondervraagden (55%) vindt dat ze een beetje geholpen is met de maatregelen, 14% vindt dat ze helemaal niet geholpen zijn. Ook dit is sinds 2001 nauwelijks gewijzigd.

Aanbevelingen

In de armoedemonitor zijn aanbevelingen opgenomen. Algemeen gezegd kan de effectiviteit van inkomensondersteunende maatregelen worden vergroot door het optimaliseren van de informatievoorziening, het bevorderen van het optimaal gebruik en het versterken van een cliëntgerichte en cliëntvriendelijke aanpak.
Het optimaliseren van de informatievoorziening is mogelijk door persoonlijk en actief benaderen van de doelgroepen. Het bevorderen van het optimaal gebruik van inkomensondersteunende maatregelen is mogelijk door het geven van voorlichting op locatie, ondersteuning te bieden bij het invullen van formulieren, het rechtstreeks benaderen van rechthebbenden. Ook wordt optimaal gebruik van de maatregelen bevorderd door burgers bijvoorbeeld actiever te attenderen op schuldhulpverlening, automatische kwijtschelding gemeentelijke belastingen te regelen en meer bekendheid te geven aan de regeling kinderopvang. Een cliëntgerichte en cliëntvriendelijke aanpak kan bevorderd worden door bijvoorbeeld bij reductieregeling geld voor te schieten in plaats van de cliënt het zelf voor te laten schieten.

Maatregelen

Ondanks de investeringen van de afgelopen jaren neemt de armoedeproblematiek toe. De Armoedemonitor 2006 geeft aan dat de problematiek verontrustend is. Ook de komst van een Voedselbank Eindhoven en signalen van de kerken in Eindhoven duiden daar op. De gemeente zet daarom in op intensivering van het minimabeleid en heeft daarvoor ook geld beschikbaar gesteld. Voor gevallen waarin regelingen niet op elkaar zijn afgestemd of mensen tussen wal en schip vallen, richten de gemeente nog dit jaar een noodvoorziening in.

Voor het inkomensondersteuningsbeleid staat een aantal maatregelen op stapel. De afgelopen jaren is al fors geïnvesteerd in de middelen hiervoor. Alle fondsen voor de verschillende regelingen zijn dan ook voldoende gevuld. Het bereik moet echter worden vergroot. Dat doen preventiemedewerkers die opdracht krijgen naar buiten te gaan, mensen op te zoeken, thuis of op andere locaties, ze te spreken met als doel het gebruik van de regelingen te vergroten.
Daarnaast worden voorstellen ontwikkeld voor een regeling voor chronisch zieken en gehandicapten en voor een uitbreiding van de zorgverzekering.

Er zijn ook nog een hoop vragen. Die worden op 25 september geïnventariseerd tijdens een bijeenkomst met instellingen die actief zijn op het gebied van armoede. Vervolgens worden deze vragen meegenomen in een nieuw armoedeonderzoek dat samen met Loket W, SME, Fontys en K2 wordt uitgevoerd met subsidie van de provincie. Dit onderzoek gaat dieper in op de oorzaken van armoede en de effecten van de inkomensondersteunende maatregelen van de gemeente.