Partij van de Arbeid


Kamervragen over het storten van giftig afval in Ivoorkust
Vervolgvragen Samsom (PvdA) aan de staatssecretaris van Volkshuisvesting Ruimtelijke Ordening en Milieu en de minister van Verkeer en Waterstaat


* Hoe is het mogelijk dat de VROM-inspectie op basis van slechts 'telefonische informatie' de conclusie trok dat het hier om scheepsafval ging? Was er op basis van de opgave van de Dienst Milieu- en Bouwtoezicht geen reden om nader te onderzoeken of het hier daadwerkelijk om scheepsafvalstof ging of om een mengsel van scheepsafval en ander (chemisch) afval?
* Indien er sprake zou zijn geweest van een mix van scheepsafval en ander afval, was er dan wél sprake van een EVOA-verplichting? Was er in dat geval wellicht zelfs sprake geweest van de mogelijkheid om afgiftedwang toe te passen in het kader van de afgifteplicht voor gevaarlijk afval (artikel 12c van Wet Voorkoming verontreiniging door zeeschepen)? Zo ja, waarom is deze mogelijkheid niet verder onderzocht?
3. Geldt er in het kader van de Wet Voorkoming Verontreiniging door Schepen in zijn algemeenheid ook een afgifteplicht voor scheepsafvalstoffen (artikel 12b)? Zo ja, waarom is de bewuste afvalstof niet in de haven van Amsterdam afgegeven, maar nota bene weer teruggepompt? Zo nee, voldeed de Probo Koala aan de voorwaarden om uitgezonderd te worden van deze afgifteplicht? 4. Op welke manier is gecontroleerd of de volgende bestemming van het schip - Paldiski, Estland - een adequate Haven ontvangstvoorziening had voor dit type afval? Komt die eventuele haven ontvangstvoorziening voor in de officiële database van de IMO (International Maritme Organisation)? Zo nee, waarom is dan toch gekozen om het schip te laten gaan? 5. Geldt op basis van artikel 20 van de Wet Voorkoming Verontreiniging zeeschepen een aanhoudingsbevoegdheid in het geval de kapitein van een schip niet voldoet aan de meldingsplicht (geen- of foutieve melding)? Zo ja, waarom is in het geval van de Probo Koala geen gebruik gemaakt van deze aanhoudingsbevoegheid, terwijl toch duidelijk was dat de omschrijving van de afvalstoffen niet deugde? 6. Betreurt u achteraf gezien het feit dat niet meer is gedaan om te zorgen dat deze afvalstoffen in Amsterdam van boord gehaald zijn en daarmee een drama zoals zich nu in Abidjan was voorkomen? 7. Bent u bereid om - gezien de ernst van de zaak - deze vragen te beantwoorden voor donderdag 13:00?