Wageningen Universiteit

Persbericht Wageningen Universiteit, 072wu, 14 september 2006

Vleesetend karakter huisdieren miskend

Steeds vaker voeren mensen hun huisdier als waren zij mensen. De hond of kat krijgt veel variatie in de voeding en voeding met veel zetmeel en plantaardige ingrediënten voorgezet. Mensen vergeten kennelijk dat deze huisdieren van nature vleesetende dieren zijn. Zo kan het voorkomen dat honden of katten gedwongen vegetariër of zelfs veganist worden. Deze merkwaardige en wellicht onbewuste ontwikkeling is een van de vele veranderingen in de loop der jaren op het gebied van diervoeding. Dat stelt prof.dr.ir. Wouter Hendriks bij de aanvaarding op 14 september van het ambt als hoogleraar Diervoeding aan Wageningen Universiteit.

Humanisatie of vermenselijking noemt prof. Hendriks dit verschijnsel in zijn oratie, 'Gezamenlijk richting dier-voeding interactomics', waarbij bezitters van huisdieren hun eigen opvattingen over goede voeding voor henzelf overdragen op hun huisdier. Opmerkelijk is dat aandoeningen bij huisdieren steeds meer overeenkomen met die van hun baasjes. Obesitas of zwaarlijvigheid bij huisdieren was 25 jaar geleden nog vrijwel onbekend, terwijl die aandoening nu, net als bij de baasjes, ook bij huisdieren een ware epidemie wordt, zegt Hendriks. Op dit moment is naar schatting 25 procent van de katten en 40 procent van de honden te zwaar. En net als bij de mens gaat dat gepaard met ziekten die horen bij zwaarlijvigheid, zoals diabetes, gewrichtsproblemen, maar ook allergie.

Deze ontwikkeling van humanisatie heeft de petfoodindustrie, de producenten van voeding voor huisdieren, geen windeieren gelegd, aldus Hendriks. Voor petfood betaalt de consument zes tot dertig keer zoveel als voor voer voor landbouwhuisdieren. Dat wordt maar deels verklaard door bijvoorbeeld hogere kosten voor productie, verpakking en marketing. Wereldwijd consumeren 430 miljoen gedomesticeerde honden en katten jaarlijks rond de 35 miljard euro aan petfood producten. Drievierde van alle petfoods worden verkocht in Noord-Amerika en Noord-Europa. Ieder jaar groeit de petfood industrie met ongeveer drie procent waarvan de groei in verzadigde markten wordt bewerkstelligd door verdere humanisatie van onze huisdieren, legt Wouter Hendriks uit.

GEZELSCHAPSDIER
Prof. Hendriks wijst op nog een andere ontwikkeling: steeds meer studenten gaan Dierwetenschappen studeren uit interesse voor het gezelschapsdier, zoals het paard, de hond of de kat. Drie jaar geleden heeft Wageningen Universiteit de studie bewust in die richting verbreed en is het jaarlijkse aantal bachelorstudenten gestegen van circa 38 tot circa 70 per jaar. Daarnaast gaan jaarlijks een groot aantal zogeheten zij-instromers (bijvoorbeeld uit het HBO) een masteropleiding Dierwetenschappen volgen. Hendriks voorziet dat de petfoodindustrie de meest voor de hand liggende sector is waar afgestudeerden op het gebied van gezelschapsdieren een baan kunnen vinden. Hij zegt dat Wageningen Universiteit en Researchcentrum hard op weg is om het Europese centrum voor onafhankelijk voedingsonderzoek en -onderwijs over gezelschapsdieren te worden. Buiten de Verenigde Staten en Nieuw-Zeeland, waar Wouter Hendriks zelf jarenlang doceerde, zijn er in de wereld nauwelijks hoogwaardige, onafhankelijke centra voor voedingsonderzoek bij gezelschapdieren.

NUTRIGENOMICS
Een veelbelovende ontwikkeling ziet Wouter Hendriks in het nutrigenomics-onderzoek binnen de diervoeding, vooral ook op het terrein van de productiedieren. Nutrigenomics is het onderzoek naar de interactie tussen voedingsstoffen en de genen. Op dit gebied hebben zich in de afgelopen jaren stormachtige ontwikkelingen voltrokken, ook bij Wageningen UR, zegt hij. Hendriks voorziet dat met toepassing van nutrigenomics een verhoging van de gezondheid, een betere benutting van de voeding en betere resultaten bij de voortplanting kunnen worden bewerkstelligd. Hendriks pleit voor een kerngroep van diervoedingsonderzoekers waarin de betrokken instituten van Wageningen UR in Wageningen en Lelystad en de Faculteit Diergeneeskunde van de Universiteit Utrecht nauw samenwerken. "Diervoeding is nog nooit zo interessant geweest" citeert prof. Hendriks zijn voorgangers.