Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer

Toespraak van minister Dekker bij de opening van het Bouwhuis, het nieuwe kantoor van Bouwend Nederland, in Zoetermeer op 13 september 2006. Bouwend Nederland behartigt de belangen van bouw- en infrabedrijven in Nederland.

Majesteit, Commissaris van de Koningin Franssen, burgemeester Waaijer, voorzitter Brinkman, dames en heren,

Het Bouwhuis is niet een gebouw waar je onverschillig aan voorbij kunt gaan. Berend Sybesma van Klunder Architecten heeft met zijn expressieve ontwerp een waar huzarenstukje afgeleverd. Ik denk aan het opgetilde maaiveld en aan de grote uitkraging van de tiende en elfde verdieping - zij steken ver buiten de onderliggende verdiepingen uit. Ik denk aan de zwevende daktuin en het zeer lage energieverbruik. Aan de duurzame materialen en aan de opslag in de bodem van warmte en kou. Al met al een markant gebouw, een blikvanger langs de A12.

Dat mag best gezegd worden. Want op dit moment wordt veel gepraat over de verrommeling van het landschap, met name langs de snelwegen van ons land. Maar de schitterende geluidswal annex auto-showroom langs de A2 tussen Utrecht en Amsterdam, bijvoorbeeld, en nu het Bouwhuis bewijzen dat het anders kan. Met een beetje fantasie en een consequente uitvoering van het bestemmingsplan op basis van kwaliteitseisen, is niet verrommeling, maar verfraaiing het resultaat.

Daarmee is het Bouwhuis een mooi visitekaartje van wat de Nederlandse bouw vermag. De nominatie voor de Nationale Staalprijs 2006 is mijns inziens dan ook terecht. Maar hadden we iets anders mogen verwachten? Hadden we iets anders mogen verwachten van een project waar de opdrachtgever, de bouwsector in Nederland en de bouwer min of meer dezelfde zijn? Ik feliciteer voorzitter Brinkman van harte. Voorzitter, u heeft de toch al hoge verwachtingen ruimschoots ingelost!
Met het Bouwhuis heeft Bouwend Nederland nu een onderkomen dat bij de vereniging past. Een vereniging die de afgelopen jaren een grote ontwikkeling heeft doorgemaakt. Van versnippering is geen sprake meer. Tal van werkgevers- en brancheorganisaties hebben de handen ineengeslagen. Met als resultaat een vereniging met 5.000 leden en een gezamenlijke jaaromzet van 30 miljard euro. En, last but not least, één loket voor de overheid.

Hopelijk mag dit prachtige Bouwhuis dan ook symbool staan voor de toekomst van Bouwend Nederland. Want net als het Bouwhuis, is Bouwend Nederland niet alleen innovatief in de architectuur, maar ook in de bouw. Niet alleen degelijk en robuust, maar ook gevoelig voor schoonheid en de veranderende eisen van de tijd.

Ik hoef u hier natuurlijk niets te vertellen over de moeilijke periode die de sector heeft doorstaan. Gelukkig liggen die woelige wateren achter ons. Gelukkig is een nieuwe koers ingeslagen. Gelukkig ziet de toekomst er nu een stuk rooskleuriger uit. Ook dat is vandaag een woord van erkenning waard. Want de noodzaak van vernieuwing wordt in de sector breed gedragen. Of het nu gaat om het herstel van vertrouwen tussen overheid en markt, om de grote bouwopgave die voor ons ligt - bijvoorbeeld in de woningbouw, de utiliteitsbouw en de weg- en waterbouw - om nieuwe bouwmethoden of om het opleiden en binden van nieuwe personeel - Bouwend Nederland maakt er werk van.

Met de instelling van de Regieraad Bouw in 2004 door VROM, Economische Zaken en Verkeer en Waterstaat is ook van overheidszijde serieus werk gemaakt van de gewenste cultuuromslag. Zo zijn met de branche- en koepelorganisaties de inmiddels welbekende Vernieuwingsakkoorden afgesloten. De bouwsector is heterogeen en van oudsher overwegend regionaal en lokaal georganiseerd. Daarom is het goed dat de Regieraad zich samen met VNO-NCW en Bouwend Nederland sterk heeft gemaakt voor de oprichting van vijf regionale regieraden.

Opdrachtgeversforum
Toch is er nog werk aan de winkel. Werk dat afgedwongen kan worden door de markt. Publieke opdrachtgevers kunnen de markt meer dan voorheen betrekken bij het bedenken van oplossingen. De traditionele situatie is dat publieke opdrachtgevers die bedenken. Nu is het echter de grote uitdaging om het probleem eerst in de markt te zetten en vervolgens de beste oplossing te kiezen.
Voorwaarde is wel dat ook opdrachtgevers professionaliseren. Dat was dan ook precies de gedachte achter de oprichting van het Opdrachtgeversforum. Hierin werkt de Rijksgebouwendienst samen met onder andere Rijkswaterstaat, ProRail en de woningcorporaties aan de verdere professionalisering van het publieke en semi-publieke opdrachtgeverschap. Door best practices uit te wisselen, leert men efficiënter en effectiever in te kopen en aan te besteden.

Hooggelegen
Publieke organisaties mogen het geld van de belastingbetaler natuurlijk niet naar believen spenderen. Regels beperken hun keuzevrijheid. Transparantie en een gelijk speelveld komen immers niet als vanzelf tot stand. Ook bij nieuwe en innovatieve vormen van aanbesteden moet de keuze achteraf te verantwoorden zijn. Het succes van die methoden hangt ook af van de houding van marktpartijen die achter het net hebben gevist. Toch geeft de markt vernieuwingen steeds meer een kans. Laat mij een voorbeeld geven uit de portefeuille van collega Peijs, die er vandaag vanwege verplichtingen in het buitenland helaas niet bij kan zijn. De A2 bij Hooggelegen (Utrecht) is aan renovatie toe. Een deel daarvan zal Rijkswaterstaat als alliantiecontract in de markt zetten.

Selectie en gunning zullen geschieden op basis van de 'concurrentie gerichte dialoog'. Met kwaliteit als zwaarwegend criterium uiteraard. Ik ben dan ook blij, dat alle bij het zogenoemde ConstrucTable-overleg aangesloten bouwbedrijven hebben laten weten dit initiatief te steunen. In een brief aan de Regieraad Bouw spreken zij van "een belangrijke stap in het vernieuwingsproces" die zeker navolging verdient. En inmiddels hebben nog 13 andere grote spelers uit het MKB een soortgelijke brief doen uitgaan.
Nog mooier is het, dat de bedrijven op voorhand de intentie uitspreken om geen juridische procedures te beginnen als zij een aanbesteding mislopen. Een bewijs dat de bouwsector, mede dankzij de Regieraad, op het goede spoor zit. Ik zie overigens dat de meeste ondertekenaars van die brief hier aanwezig zijn. Mede namens de andere bij de Regieraad betrokken bewindspersonen kan ik u zeggen dat we uw opstelling bijzonder waarderen.

Even veel waardering hebben wij voor de positieve ervaringen die we met publiek-private samenwerking hebben opgedaan. Deze is op een nieuwe leest geschoeid. Ten eerste wordt PPS steeds meer ingezet bij de huisvesting van Rijksdiensten, en niet meer bijna uitsluitend in de wegenbouw. Ten tweede werkt het Rijk nu bij PPS met geïntegreerde design, build, finance, maintain en operate-contracten (Dbfmo). Dat betekent dat het ontwerpen, bouwen, inrichten, financieren en exploiteren van een gebouw als één geheel ter hand wordt genomen.

Denk maar aan de renovatie van het ministerie van Financiën in Den Haag - waarvan het contract zeer binnenkort getekend wordt - of aan de voorgenomen nieuwbouw van de Belastingdienst in Doetinchem en van het detentiecentrum Rotterdam-Airport.

Verlaging transactiekosten
Helaas is deze innovatieve wijze van aanbesteden niet van nadelen vrij. Zo zijn de transactiekosten hoog. De hoge transactiekosten van zo een innovatieve aanbestedingsprocedure nopen dan ook tot een vroege selectie. En dat vereist duidelijkheid aan beide kanten. De opdrachtgever wil weten wat hij krijgt en de opdrachtnemer wil zekerheid over het verwerven van de opdracht.
Is er een uitweg uit deze patstelling? Ja - een intensivering van de dialoog met de markt. Een werkgroep van Bouwend Nederland, en de Rijksgebouwendienst namens de Staat, bestudeert momenteel manieren om die hoge transactiekosten te verlagen. Bijvoorbeeld door het standaardiseren van de contracten.

VROM-loket voor Eigen Initiatieven

Majesteit, dames en heren,
Bij goed opdrachtgeverschap horen innovaties, die de creativiteit van de markt prikkelen en de marktverhoudingen verder verbeteren. De 'concurrentiegerichte dialoog' bij het aanbestedingsproces noemde ik al. Denk echter ook aan past performance als criterium bij aanbestedingen of aan door marktpartijen zelf aangedragen unsolicited proposals (eigen initiatieven).
Zulke werkvormen moeten een plaats krijgen. Met dit doel voor ogen heeft de werkgroep Unsolicited Proposals onder voorzitterschap van professor Scheltema, in opdracht van de Regieraad Bouw, een handleiding gemaakt. Ook hier heeft Bouwend Nederland geparticipeerd, net als publieke partijen en marktpartijen als Heijmans en BAM.

Eén van de aanbevelingen is dat publieke partijen een loket voor Eigen Initiatieven inrichten. Verkeer en Waterstaat heeft al eerder aangekondigd hiertoe over te gaan. En vandaag ben ik blij te kunnen zeggen dat VROM snel volgen zal, met een loket dat bij de Rijksgebouwendienst zal worden ondergebracht. Wellicht dat er projecten uit voortkomen die even mooi - of bijna even mooi - zijn als het Bouwhuis?
Want met dit markante gebouw geeft Bouwend Nederland zijn fraaie visitekaartje af - qua architectuur en qua bouw. Na een forse professionalisering en bundeling van krachten spreken de bouwers van ons land nu met één mond. Na een moeilijke periode, is de sector nu een nieuwe weg ingeslagen. De noodzaak tot vernieuwing wordt breed gedragen. Met het Rijk zijn goede afspraken gemaakt en de nieuwe aanpak van PPS-projecten werpt zijn vruchten af. De toekomst van de bouw ziet er dan ook schitterend uit. Gezien de grote bouwopgave die voor ons ligt, is dat goed nieuws voor ons land. Bouwend Nederland staat als een huis.

Ik dank U wel.