Ingezonden persbericht


P E R S B E R I C H T

Devoties op openbare plekken en bij mensen thuis

Maria met een zachte G in het Limburgs Museum in Venlo

Het is wonderlijk. Letterlijk misschien wel. In de voorbije decennia zijn de katholieke kerken in Limburg feitelijk leeggestroomd. Natuurlijk, veel mensen komen er nog, maar dit blijft beperkt tot Kerstmis of de uitvaartdienst van een geliefde of kennis. Slechts een klein percentage van de katholieken is praktiserend conform de regels. Was een halve eeuw geleden nog de meerderheid van de Limburgers katholiek, nu stevent het af op een minderheid.

In weerwil van die cijfers en omstandigheden bloeit de Mariaverering. Welig, weelderig, veelvormig en op onverwachte plaatsen. Dagelijks worden honderden, zo niet duizenden kaarsen of waxinelichtjes bij een Mariabeeld aangestoken. Bedevaartplaatsen worden overspoeld door bezoekers. Het liedje 't Kapelke van dialectzanger Harry Bordon uit de jaren vijftig over een Mariakapel in Limburg staat onveranderlijk hoog in de Top Vijf bij begrafenissen en crematies. Kopieën van Mariabeeldjes uit de belangrijkste bedevaartplaatsen worden grif gekocht en vinden hun weg naar het privé-domein waar ze een plaats krijgen op een huisaltaartje. De Mariadevotie is populair en wat heel merkwaardig is: óók niet-gelovigen voelen zich aangetrokken door de sfeer en de vaak ontroerende verhalen erachter.

Het Limburgs Museum in Venlo schenkt aandacht aan dit bijzondere culturele fenomeen. Van 15 december 2006 tot en met 25 februari 2007 wordt een tentoonstelling georganiseerd met als titel Maria met een zachte G. Aanleiding is het jubileumfeest van de kapel van Onze Lieve Vrouw van Genooi (bij Venlo) die dit jaar 375 jaar bestaat. De geschiedenis van de Venlose kapel gaat terug tot de zeventiende eeuw, de periode van de Contrareformatie, waarin de katholieke kerk een offensief voerde tegen het protestantisme. Maria was een belangrijk wapen in de strijd.

De expositie belicht de belangrijkste bedevaartplaatsen in Limburg en schetst zo op hoofdlijnen de geschiedenis van de Mariadevotie. Tot de veertiende eeuw was er een grote gevoelsafstand bij gelovigen als het om Maria ging. Ze werd vooral vereerd door religieuzen als moeder van God, als Zetel der Wijsheid. Wanneer de steden opkomen, met de burgerij als stuwende kracht, wordt Maria van haar voetstuk gehaald en naar de mensen gebracht. Haar moederschap krijgt een menselijke maat en Mariabeelden met Christus als kind gaan een rol spelen in de volksdevotie. Ook het beeld van de om haar zoon treurende Maria, de Piëta, dateert van de veertiende eeuw.

De oudste, nog bestaande verering waaraan de tentoonstelling aandacht besteedt, is die tot Onze Lieve Vrouw Sterre der Zee in Maastricht. Ze gaat terug tot het begin van de zestiende eeuw. In de zeventiende eeuw is er een opbloei van de Mariadevotie en ontstaan de devoties tot Onze Lieve Vrouw van Kevelaer en Scherpenheuvel, twee bedevaartplaatsen die druk werden en worden bezocht vanuit Limburg en die door de tentoonstellingmakers daarom gerekend worden tot de 'Maria's met een zachte G'. In de tweede helft van de negentiende eeuw beleeft de Mariaverering een enorme opbloei. De devotie tot Onze Lieve Vrouw van het Heilig Hart ontstaat in 1852 in Frankrijk en verovert de wereld. Het klooster van de ursulinen in Sittard wordt de eerste Nederlandse dependance.

Nog bekender wordt Onze Vrouw van Lourdes, waar Maria in 1858 aan Bernadette Soubirous verscheen. Overal in katholieke streken werden nabootsingen van de grot gebouwd met daarin beelden van Onze Lieve Vrouw en Bernadette. De eerste in Nederland verrees in 1874 in Sint-Pieter (nu gemeente Maastricht), een jaar later al sloot Tienray aan in de rij. De laatste plaats kreeg de titel Klein-Lourdes. Aandacht in de tentoonstelling is er eveneens voor de nog immer populaire bedevaarten naar Lourdes. Uit onderzoek blijkt dat de Maria in Lourdes maar weinig bedevaartgangers echt aanspreekt. Ze onderhouden echter wel een innige band met een Maria in de eigen woonplaats of dicht in de buurt ervan. In de Tweede Wereldoorlog bloeit de Mariadevotie opnieuw op en ontstaat de Maria van de Goede Duik. Hoensbroek met zijn zwarte Madonna heeft zich in de loop der jaren ontwikkeld tot een cultusplaats voor Polen en Onze Lieve Vrouw In 't Zand in Roermond voor Sinti.

Naast de plaatsen van openbare verering wordt in de tentoonstelling ook aandacht geschonken aan Mariadevotie in de private sfeer. Speciaal voor dit onderdeel riep het Limburgs Museum mensen op een foto in te zenden van het Mariabeeld thuis met het achterliggend verhaal. Waar komt het beeldje vandaan of van wie werd het gekregen? Wordt er wel eens een kaarsje of waxinelichtje bij aan gestoken en zo ja, wanneer? Welke zaken worden erbij bewaard? Een selectie van de vele inzendingen is ook te zien op de expositie Maria met een zachte G.

Limburgs Museum
Keulsepoort 5
5911 BX Venlo
www.limburgsmuseum.nl
telefoon 077 352 21 12

open
dinsdag tot en met zondag 11-17 uur
gesloten op maandagen, 25 december en 1 januari

inlichtingen
Barbara Kruijsen/Sef Derkx
telefoon
077 352 21 12

Rechtenvrije persfoto's downloadble van:
http://www.limburgsmuseum.nl/pers/Maria_met_een_zachte_G/

---- --