Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Ministerie van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid Directie
Communicatie

19 september 2006

Nr. 06/136

Begroting SZW 2007: investeren in mensen

Minister De Geus en staatssecretaris Van Hoof zien 2007 als het jaar waarin `investeren in mensen' centraal staat. Nu de economie in de
lift zit, willen de bewindslieden van Sociale Zaken en Werkgelegenheid dat zoveel mogelijk mensen daarvan profiteren. Dat schrijven ze in de begroting voor 2007. Naast maatregelen om de koopkracht te verbeteren, moeten zoveel mogelijk mensen aan het werk worden geholpen.

Volgend jaar stijgt bij vrijwel iedereen de koopkracht. Extra aandacht gaat uit naar gezinnen met kinderen. Tweeverdieners met kinderen zien hun koopkracht met gemiddeld 1 1/4 procent toenemen net zoals
alleenstaande ouders met een modaal inkomen of een inkomen op het
sociaal minimum. AOW-ers zonder aanvullend pensioen gaan er ook 1

1/4 procent op vooruit.

Buiten de extraatjes in de portemonnee, willen De Geus en Van Hoof
burgers op andere manieren laten meedelen in de economische groei. Ze hebben verschillende wetten en maatregelen voorgesteld die stimuleren dat mensen aan het werk gaan en blijven. Met de voorgestelde Wet
terugkeerbanen kunnen bijstandsgerechtigden steeds een stapje dichter bij werk komen. Als werkgevers een deel van de kosten voor
kinderopvang moeten betalen, krijgen werknemers meer mogelijkheden om de zorg voor kinderen met een baan te combineren. Ook willen de
bewindslieden stimuleren dat werknemers en werkzoekenden scholing of cursussen volgen.

De Geus en Van Hoof hebben de afgelopen jaren veel hervormingen
doorgevoerd. De WAO is omgevormd tot de Wet werk en inkomen naar
arbeidsvermogen (WIA). Deze gaat uit van wat gedeeltelijk
arbeidsgeschikten nog wèl kunnen, in plaats van wat ze niet meer
kunnen. De Wet werk en bijstand (WWB) legt de nadruk op werk in plaats van op een uitkering. De WW is nu korter en daardoor meer een brug
naar een nieuwe baan. Zowel in de bijstand als de WW en de WAO/WIA is het aantal uitkeringen gedaald. VUT en prepensioen worden niet langer via de belastingen gesubsidieerd. Door de introductie van de
levensloopregeling kunnen mensen makkelijker een periode met verlof gaan en daardoor werk en privé beter combineren. De Wet kinderopvang (2005) verbetert de toegankelijkheid van de kinderopvang.

Lastenverlichting voor burgers en bedrijven

De Nederlandse economie staat er structureel goed voor. De economische groei bedraagt in 2007 naar verwachting 3 procent en de werkloosheid daalt van gemiddeld 399.000 mensen in 2003 tot naar verwachting
345.000 in 2007. De arbeidsdeelname zal stijgen van 63,8 procent in 2003 naar 65 procent in 2007. Volgend jaar hebben 207.000 mensen meer dan in 2003 een baan van twaalf uur per week of meer. In 2007 zullen naar verwachting 310.000 mensen een beroep doen op de bijstand. Dat zijn er ongeveer 20.000 minder dan in 2003. Het aantal uitkeringen
voor arbeidsongeschikten (inclusief jonggehandicapten) neemt snel af van 980.000 eind 2003 tot naar verwachting 825.000 volgend jaar. De kosten die gemoeid zijn met de uitkeringen voor arbeidsongeschiktheid zullen daarom in 2007 1,1 miljard lager zijn dan in 2003.

Het kabinet stelt ruim een miljard euro beschikbaar voor
lastenverlichting, gelijk verdeeld tussen burgers en bedrijven.
Vrijwel iedereen krijgt extra koopkracht. De kinderopvang wordt
goedkoper door een extra investering van 125 miljoen euro en door de verplichte werkgeversbijdrage. De kinderbijslag gaat omhoog met
gemiddeld 35 euro per kind per jaar. Voor werknemers daalt de premie voor de WW-uitkering met 1,35 procent tot 3,85 procent. Ook gaat de arbeidskorting omhoog met 20 euro en de aanvullende combinatiekorting stijgt met 80 euro. Een grote groep mensen gaat minder belasting
betalen doordat de tarieven van de onderste belastingschijven dalen. De eerste schijf met 0,5 procent en de tweede met 0,05 procent. De
AOW-tegemoetkoming voor gepensioneerden gaat omhoog met 48 euro per jaar. Dit bedrag komt bovenop de aanpassing aan de stijging van het minimumloon. De ANW-tegemoetkoming gaat ook omhoog met 48 euro per
jaar. De algemene heffingskorting wordt verhoogd met 21 euro. Voor
werkgevers gaat de WW-premie ook omlaag, van 3,45 naar 3,30 procent.

Koopkrachtontwikkeling 2007 (in procenten)
Actieven
Alleenverdiener met
kinderen
Modaal 1
Tweemaal modaal 3/4

Tweeverdiener
Modaal en 1/2 modaal met kinderen 1 1/4
Tweemaal modaal en 1/2 modaal met kinderen 1
Modaal en modaal zonder kinderen 1
Tweemaal modaal en modaal zonder kinderen 1
Alleenstaande
Minimumloon 1
Modaal 1
Tweemaal modaal 1

Alleenstaande ouder
Minimumloon 3/4
Modaal 1 1/4
Inactieven

Sociale minima
Paar met kinderen 1
Alleenstaande 1
Alleenstaande ouder 1 1/4

AOW (alleenstaand)
Sociaal minimum 1 1/4
AOW + 5.000 euro 1
AOW (paar zonder kinderen)
Sociaal minimum 1
AOW + 10.000 euro 1

Een bruto modaal inkomen is ongeveer 30.000 euro. De cijfers laten de verwachte inkomensontwikkeling in 2007 zien voor een aantal
standaardhuishoudens. Individuele omstandigheden kunnen verschillen en effecten van specifieke maatregelen gelden niet voor iedereen in een categorie. Daardoor kan de individuele inkomensontwikkeling afwijken van de cijfers in bovenstaande tabel.

Meer mensen aan het werk

De bewindslieden van Sociale Zaken en Werkgelegenheid willen de
gunstige economische situatie benutten om mensen die nu nog aan de
kant staan, aan het werk te helpen. Ondanks het stijgende aantal
vacatures en de dalende werkloosheid zijn er nog mensen die het niet is gelukt om uit de bijstand te komen. Ze hebben vaak al langere tijd een uitkering en de kans is klein dat ze zelfstandig een baan vinden. Als de Tweede en Eerste Kamer akkoord gaan met de Wet terugkeerbanen, mogen mensen met een bijstandsuitkering maximaal twee jaar werken met behoud van uitkering. Daardoor kunnen ze steeds een stapje verder
zetten op weg naar de arbeidsmarkt.

De Geus en Van Hoof nemen maatregelen die de scholing van zowel mensen met een baan als werkzoekenden moeten bevorderen. Vooral mensen met een opleiding lager dan mbo-2 niveau hebben problemen met het vinden van werk. Het kabinet wil daarom bevorderen dat er meer banen aan de onderkant van de arbeidsmarkt bijkomen door het voor particulieren
aantrekkelijker te maken een hulp in of rondom hun huis te nemen. Wie dat voor maximaal drie dagen per week doet, hoeft geen premies en
loonbelasting af te dragen. Jongeren die onvoldoende opleiding hebben, moeten strenger worden aangepakt. Gemeenten moeten hen bijvoorbeeld kunnen verplichten om een intensief scholings- of heropvoedingstraject te volgen. Daarmee wil het kabinet voorkomen dat deze jongeren
afglijden en bijvoorbeeld in het criminele circuit terecht komen. Het kabinet onderzoekt wat op dit gebied mogelijk is.

Een leven lang leren

Het kabinet stelt de komende twee jaar 229 miljoen euro beschikbaar voor projecten die leren en werken combineren. De plannen worden
uitgewerkt door de ministeries van SZW, OCW en EZ en staan in de Leren en werkenbrief 'Leren: dat wérkt' die op Prinsjesdag aan de Tweede
Kamer wordt gestuurd. Ruim de helft van het bedrag kan worden
uitgegeven in 2007. Met dat geld kan onder andere de samenwerking
tussen scholen, gemeenten, kenniscentra, werkgevers en werknemers op regionaal niveau worden verbeterd. Zo komen er minimaal 20.000 extra leer-werktrajecten voor volwassenen met te weinig opleiding en
minimaal 10.000 trajecten voor zogenoemde `erkenning van verworven
competenties' voor volwassenen. In deze trajecten worden ervaringen die mensen hebben opgedaan op de werkvloer of buiten het reguliere
onderwijs erkend met certificaten en diploma's. Hierdoor verbeteren hun kansen op de arbeidsmarkt. Daarnaast worden ook leer-werktrajecten voor jongeren opgezet en komt er een fonds dat de samenwerking tussen het beroepsonderwijs en bedrijfsleven gaat stimuleren.

Door scholing van werknemers financieel te ondersteunen, wil het
kabinet bevorderen dat ook mensen die al een baan hebben betere kansen krijgen op de arbeidsmarkt. Als ze hun kennis en vaardigheden
vergroten is de kans groter dat ze doorstromen, waardoor er aan de
onderkant weer banen vrijkomen. Bovendien wordt de kans groter dat ze snel nieuw werk vinden als ze hun baan verliezen na bijvoorbeeld een reorganisatie. Het kabinet stelt veertig miljoen euro extra ter
beschikking voor fiscale stimuleringsregelingen voor scholing. Ook
komt er 35 miljoen euro beschikbaar voor stageplaatsen in het mbo.

Arbeidsongeschiktheid

De Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA) stimuleert mensen om weer aan het werk te gaan. In deze wet is vastgelegd dat werkgevers ook zelf verantwoordelijk mogen zijn voor het inkomen van werknemers die in de Regeling werkhervatting gedeeltelijk arbeidsgeschikten (WGA) terecht komen. Vanaf 2007 kunnen werkgevers dit risico verzekeren bij een particuliere verzekeraar of het UWV. Ze mogen de kosten ook tien jaar lang voor eigen rekening nemen.

Gedeeltelijk arbeidsgeschikten die een eigen bedrijf willen beginnen, krijgen een extra fiscale stimulans. Zij krijgen een aftrekpost van 12.000 euro in het eerste jaar, 8.000 euro in het tweede jaar en 4.000 euro in het derde jaar. Voorwaarde is dat zij ten minste 800 uur per jaar werken; dat is minder dan de standaardeis van 1225 uur.

Arbeid en zorg

Meer ouders moeten ervoor kunnen kiezen om de zorg voor hun kinderen te combineren met een baan. De bewindslieden willen daarom in 2007
fors investeren in regelingen die de combinatie arbeid en zorg
makkelijker maken.

In 2007 komt er 125 miljoen euro extra voor kinderopvang. Hiermee komt de totale bijdrage van het kabinet op meer dan 1 miljard euro. Dit
extra bedrag leidt tot een flinke kostenbesparing bij tachtig procent van de gezinnen die gebruikmaken van de kinderopvang. Vooral de
midden- en hogere inkomens gaan erop vooruit. De inkomensgrens waarop de overheid bijdraagt in de kosten voor het eerste kind, wordt
verhoogd van 96.000 naar 130.000 euro.

De Geus wil werkgevers vanaf 2007 verplichten bij te dragen in de
kosten van kinderopvang. Zowel de werkgeversbijdrage als de bijdrage van de overheid worden voortaan uitbetaald door de Belastingdienst. Dit betekent voor werkgevers en ouders minder papieren rompslomp. Dit voorstel is opgenomen in het Belastingplan 2007.

Door deze maatregelen kan het netto voordeel voor huishoudens die
90.000 euro verdienen en één of twee kinderen twee dagen op de opvang hebben, oplopen tot bijna 900 euro per jaar (bij een belastbaar
gezinsinkomen van 90.000 euro). Als twee kinderen drie dagen naar de opvang gaan, is het verschil (bij een belastbaar inkomen van 90.000 euro) 1300 euro per jaar. Ouders met een laag inkomen (130 procent van het minimumloon) betalen in 2007 voor het eerste kind in de opvang 33 eurocent per uur, bij een gemiddelde uurprijs van 5,45 euro.

Verder krijgen de basisscholen aan het begin van het schooljaar
2007-2008 de wettelijke taak om de aansluiting met de kinderopvang te regelen.

Samen met de begroting wordt ook de `Beleidsdoorlichting arbeid en
zorg' naar de Tweede Kamer gestuurd. Daarin wordt het verlofbeleid en het kinderopvangbeleid geëvalueerd. Doel van het beleid is: bevorderen dat werknemers arbeid en zorg kunnen combineren. Er zijn nog te weinig cijfers beschikbaar om de harde conclusie te trekken dat het doel
wordt bereikt. Wel valt uit de beleidsdoorlichting op te maken dat het geheel van verlofregelingen en kinderopvang tegemoet komt aan de
behoefte van veel combinerende ouders. Toch bleek dat meer dan de
helft van de werknemers die in 2005 ouderschapsverlof of langdurend verlof wilde opnemen, dat in de praktijk niet deed. De financiële
onhaalbaarheid was voor werknemers de belangrijkste reden om geen
ouderschapsverlof op te nemen. De verwachting is dat de
levensloopregeling het opnemen van ouderschapsverlof en langdurend
verlof zal vergemakkelijken.

Minder regels, meer ruimte

In 2007 wordt de doelstelling van De Geus en Van Hoof behaald om op het terrein van SZW een kwart van de administratieve lasten te
schrappen. Hierdoor zullen de kosten voor bedrijven met miljoenen
euro's dalen en dat is weer gunstig voor de internationale
concurrentiepositie van Nederland.

Met de nieuwe Arbowet verdwijnen veel overbodige regels. De overheid legt in veel gevallen niet meer centraal op hoe werkgevers het
arbeidsomstandighedenbeleid moeten invullen. Ze krijgen meer ruimte om samen met werknemers afspraken te maken over veilig en gezond werken. Ze kunnen het beleid daardoor beter afstemmen op de situatie van hun bedrijf. Door maatwerk besparen werkgevers jaarlijks 99 miljoen euro. De Arbowet ligt voor behandeling in de Tweede Kamer.

Het voorstel om de Arbeidstijdenwet te vereenvoudigen is in
behandeling bij de Tweede Kamer. De wet zal naar verwachting op 1
januari 2007 in werking treden. Met dit wetsvoorstel wil het kabinet werkgevers en werknemers meer ruimte geven om samen afspraken te maken over werktijden. Er gaan minder regels gelden voor het maximale aantal uren dat iemand mag werken en voor nachtarbeid. Ook verdwijnen de
aparte regels voor overwerk en worden de afspraken over pauzes een
zaak van werkgevers en werknemers.

Nieuwe Pensioenwet

Momenteel ligt de nieuwe Pensioenwet voor behandeling in de Tweede
Kamer. Het toetsingskader stelt eisen aan de financiële positie van pensioenfondsen, waardoor werknemers en gepensioneerden meer zekerheid krijgen over de (toekomstige) uitbetaling van hun pensioen.
Pensioenfondsen moeten bovendien deelnemers beter informeren over hun opgebouwde pensioenrechten en over de aanpassing van pensioenen aan de lonen en prijzen. Daarnaast wordt de medezeggenschap van
gepensioneerden wettelijk vastgelegd. Ook deze wet zal naar
verwachting op 1 januari 2007 in werking kunnen treden.

Hervormingsagenda

Met de Arbowet, Arbeidstijdenwet en Pensioenwet wordt de
hervormingsagenda van de kabinetten Balkenende op het terrein van
Sociale Zaken en Werkgelegenheid afgerond. Deze hervormingsagenda
betrof in totaal tien ingrijpende nieuwe wetten en wetswijzigingen. Zeven wetten zijn al eerder ingegaan. De Wet verlenging
loondoorbetalingsverplichting bij ziekte (2004) verplicht werkgevers bij ziekte van hun werknemer het loon twee in plaats van één jaar door te betalen. De Wet werk en bijstand (2004) maakt de gemeente
verantwoordelijk voor het aan het werk helpen van
bijstandsgerechtigden. De Wet kinderopvang (2005) verbetert de
toegankelijkheid van de kinderopvang. De Wet administratieve
lastenverlichting en vereenvoudiging in sociale verzekeringswetten
(2006) vereenvoudigt de wet- en regelgeving op het gebied van de
premieheffing voor werknemersverzekeringen. Door de Wet aanpassing
fiscale behandeling VUT/prepensioen/ levensloopregeling (VPL, 2006) worden de VUT en prepensioen niet langer via de belastingen
gesubsidieerd en wordt een start gemaakt met fiscale steun voor
levensloopsparen. De Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA, 2006) gaat uit van wat gedeeltelijk arbeidsgeschikten nog wèl kunnen, in plaats van wat ze niet meer kunnen. Door de aanpassingen in de WW in 2006 is de uitkering nu korter en daardoor meer een brug naar een nieuwe baan.

Arbeidsmigratie

De bewindslieden streven naar vrij verkeer van werknemers uit Polen en zeven andere nieuwe lidstaten van de Europese Unie in 2007. Werkgevers hoeven dan geen tewerkstellingsvergunningen voor hen aan te vragen. Dat scheelt administratieve rompslomp. Vooruitlopend op het volledig vrije verkeer van werknemers geeft het kabinet stapsgewijs de
vergunningen in meerdere sectoren soepeler af. Het kabinet wil
voorkomen dat het vrij verkeer van werknemers uit de Midden- en
Oost-Europese landen leidt tot oneerlijke loonconcurrentie. Daarom
stelt het kabinet voor dat werkgevers die werknemers minder uitbetalen dan het wettelijk minimumloon, direct een boete krijgen van de
Arbeidsinspectie. Ook krijgt deze dienst de bevoegdheid deze
werkgevers een dwangsom op te leggen om hen te verplichten alsnog het minimumloon uit te betalen. Werknemers die minder dan het minimumloon betaald krijgen, kunnen ook zelf naar de rechter stappen.

Kerncijfers

De uitgaven op de begroting van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid beslaan in 2007 26,9 miljard euro. (2006: 25,8 miljard euro). De stijging ten opzichte van 2006 wordt onder meer veroorzaakt door verhoging van de kinderbijslag, extra geld voor de kinderopvang, introductie van de verplichte werkgeversbijdrage kinderopvang en
hogere rijksbijdragen aan de sociale fondsen in verband met verhoging van de AOW-tegemoetkoming.

Van de begrotingsuitgaven is onder meer 4 miljard euro bestemd voor de Wet werk en bijstand en 1,6 miljard euro voor het flexibele
re-integratiebudget, ruim 3 miljard euro voor de kinderbijslag, 2,2 miljard euro voor de sociale werkvoorziening, 1,8 miljard euro voor de jonggehandicapten en 1 miljard euro gaat naar de kinderopvang.