MINBZ: Actieve opstelling, geïntegreerd buitenlandbeleid

Ministerie buza
http://www.minbuza.nl

Ministerie van Buitenlandse Zaken
Persbericht Prinsjesdag 2006

MINBZ: Actieve opstelling, geïntegreerd buitenlandbeleid

De uitdaging voor Nederland om zich in te zetten voor vrede en veiligheid, welvaart, duurzame ontwikkeling, menselijke waardigheid en de bestrijding van armoede en onrecht is anno 2006 onverminderd groot. Een actief buitenlandbeleid van Nederland is noodzakelijk voor onze eigen veiligheid en economische groei. Arme landen kunnen zich evenmin ontwikkelen zonder vrede en veiligheid ter plaatse. Nederland kiest voor een geïntegreerde benadering waarin diplomatie, defensie en veiligheid, ontwikkelingssamenwerking en mensenrechten elkaar aanvullen. De beste illustratie hiervan is de Nederlandse inzet in Uruzgan: een operatie ver van huis, nodig voor de wederopbouw in Afghanistan, maar ook voor de veiligheid in eigen land.

Voorbeelden van binnenlandse thema's die in het buitenlandbeleid aan gewicht toenemen zijn inburgeringscursussen in het land van herkomst, het vergroten van de terugkeermogelijkheden van uitgeprocedeerde asielzoekers, het versterken van capaciteit in ontwikkelingslanden, het bevorderen van circulaire migratie, ethische kwesties en het Nederlandse drugsbeleid.

Het behartigen en beschermen van de Nederlandse belangen en idealen vereist steeds meer een actieve internationale opstelling. De Sirenenzang van hen die ons land oproepen zich terug te trekken achter de dijken, met de luiken dicht, moet dus worden genegeerd. Want wie zich internationaal isoleert en de ogen sluit voor de wereld buiten de eigen grenzen verliest aan invloed op het mondiale toneel en heeft minder greep op de eigen veiligheid, welvaart en het eigen welzijn. Een Nederland dat daarentegen technologisch geavanceerd, economisch sterk, politiek zelfbewust en internationaal solidair is, en daarbij ook zijn militaire verantwoordelijkheid neemt, vormt voor andere landen een aantrekkelijke partner en is dus beter in staat zijn belangen en idealen te behartigen en te beschermen en beter in staat een effectieve bijdrage te leveren aan wereldwijde armoedebestrijding.

Vrede en Veiligheid

Een sterke internationale rechtsorde, gebaseerd op een effectief multilateraal stelsel, is essentieel voor de veiligheid, de welvaart en het welzijn van een open land als Nederland. Dit behelst:


-Een sterke en geloofwaardige VN, en derhalve een goed functionerende Mensenrechtenraad, een Vredesopbouwcommissie, hervorming van de Veiligheidsraad en verbetering van het VN-management.

-Een effectief non-proliferatieregime, met onder andere ruimere inspectiebevoegdheden voor het IAEA op het gebied van kernenergie en nucleaire technologie.
-Hervorming van de ontwikkelingsorganisaties van de VN, te beginnen met de 'Four Ones': in landen waar de VN actief is slechts één VN-kantoor, één VN-chef, één gezamenlijk programma en budget en één
financieringsmechanisme.

-Een grotere coherentie op milieugebied en hervorming van de VN-milieuarchitectuur.
-Blijvende aandacht voor verbetering mensenrechten in de praktijk.
-Verder uitbouwen van de rol van Den Haag als juridische hoofdstad van de wereld.
-Spoedige en succesvolle afronding van de Wereldhandelsronde.

De NAVO en de Trans-Atlantische relatie blijven essentieel voor zowel de Nederlandse als de bredere Europese veiligheid. Steeds vaker wordt een beroep op de NAVO gedaan om met middelen, manschappen en expertise bij te dragen aan het bevorderen van de wereldwijde vrede en stabiliteit, zowel voor langduriger operaties als bij acute noodsituaties. De nieuwe activiteiten passen binnen het strategisch concept van de NAVO. Nederland pleit voor:


-Versterking van de civiel-militaire samenwerking in het bondgenootschap, met name militaire ondersteuning van civiele rampenrespons.

-Gebruikmaking van de NAVO als dialoogforum voor mondiale veiligheidsvraagstukken.

Het Trans-Atlantisch partnerschap met de Verenigde Staten is van toenemend belang voor de bredere internationale veiligheid. Tal van mondiale vraagstukken raken de Trans-Atlantische gemeenschap als geheel.


-Trans-Atlantische samenwerking staat niet in de weg van bespreking van verschillen van inzicht, zoals over de behandeling van bepaalde gevangenen, het Internationaal Strafhof, de Wereld Handelsorganisatie en het Klimaatverdrag.

-Meer dan vroeger zal aandacht moeten worden geschonken aan 'nieuwe' grensoverschrijdende thema's als migratie, integratie en globalisering.

Het Europees Veiligheids- en Defensiebeleid (EVDB) is een andere belangrijke pijler onder de Nederlandse en Europese veiligheid. EVDB-missies nemen in aantal toe, waarbij het EVDB een bijzondere expertise heeft opgebouwd in civiele en gemengd civiel-militaire missies.


-Nederland zal zich blijven inzetten voor de verdere ontwikkeling van het EVDB en zal proportioneel, onder meer in het rotatieschema van de EU-battlegroups, bijdragen aan EVDB-missies.

Veel van de huidige uitdagingen komen samen in pre- en postconflictgebieden en falende staten, zoals het Grote-Meren gebied, de Hoorn van Afrika, Afghanistan, Irak en Bosnië. De meest sprekende bijdrage aan internationale stabiliteit levert ons land in Afghanistan. De Nederlandse missie in Uruzgan is erop gericht de Afghaanse overheid te helpen haar gezag uit te breiden, door veiligheid te scheppen en bij te dragen aan wederopbouw en ontwikkeling. Voorkomen moet worden dat het land opnieuw een uitvalsbasis voor terroristen wordt. Nederland draagt daar als volgt aan bij:


-In 2007 blijven als onderdeel van ISAF Nederlandse militairen actief in Afghanistan.
-Nederland blijft een belangrijke donor in Afghanistan

De gewelddadigheden in Israël, Libanon en de Palestijnse gebieden tonen wederom de noodzaak aan van een alomvattende en duurzame vredesregeling in het Midden-Oosten. Essentieel daarvoor is een akkoord tussen Israël en de Palestijnen. Nederland zal zich daarvoor samen met de EU-landen en andere internationale partners blijven inzetten.

Nederland houdt bijzondere aandacht voor de ontwikkeling van het Afrikaanse continent. Daarbij gaat het zowel in het Grote-Meren gebied met de landen Burundi en Congo, als in de Hoorn van Afrika met Sudan en Darfur om het creëren van vrede, veiligheid en politieke stabiliteit. Dit zijn immers noodzakelijke voorwaarden voor wederopbouw en duurzame armoedebestrijding.


-Nederland blijft Afrikaanse partners bijstaan met corruptiebestrijding, versterking van de bestuurlijke capaciteit en betere handelskansen op de internationale markt.

Energievoorzieningszekerheid krijgt een steeds prominentere plaats op de agenda. Onze energievoorziening is kwetsbaar als gevolg van een snel groeiende mondiale vraag, een minder snel groeiend aanbod en de ligging van energiebronnen in instabiele regio's. De regering zal zich inzetten voor:


-Duurzaamheid en zekerheid van onze huidige energievoorziening.
-Behalen van de internationale klimaatdoelstellingen, onder meer door het gebruik van duurzame alternatieve energiebronnen.

-Bevordering van ecologische veiligheid.

-Toegang tot energie voor armen in ontwikkelingslanden.
-Een Energiefonds (in samenwerking met FMO) met als doel 3,5 miljoen mensen toegang te geven tot electriciteit.

Geïntegreerd Nederlands energiebeleid betekent ook:


-Transparantie en wederzijdse afhankelijkheidsrelaties in de mondiale energiemarkt, in plaats van eenzijdige afhankelijkheidsrelaties.

-Eenstemmigheid van de Europese Unie op het gebied van energievoorzieningszekerheid in haar contacten met belangrijke energielanden.

-Het energievraagstuk op de agenda houden van de WTO en de NAVO.

Ontwikkelingssamenwerking

Armoedebestrijding staat meer dan vroeger in relatie tot duurzame ontwikkeling: economische groei moet het belang van mens en milieu dienen. Daarnaast kunnen armoedebestrijding en winst maken twee zijden van dezelfde medaille zijn. Niet voor niets richten ondernemingen zich steeds vaker met innovatieve producten en diensten op de vier miljard armsten.

Nederland zal zich in 2007 inzetten voor:

-Behouden van onze internationale koppositie op de Commitment to Development Index. Deze index beoordeelt jaarlijks de prestaties van de 21 rijkste landen op zeven beleidsterreinen die van invloed zijn op de randvoorwaarden voor armoedebestrijding in ontwikkelingslanden: hulp, handel, buitenlandse investeringen, migratie, milieu, veiligheid en technologie.

-De behoefte aan kennis en technologische vernieuwing in ontwikkelingslanden is groot en urgent. Nederland kan hier een betekenisvolle bijdrage leveren. Daarom komt er voor internationaal onderwijs en voor beurzen en stages voor studenten uit ontwikkelingslanden meer geld beschikbaar.

-Vanaf 2007 zal 15% van het totale ontwikkelingsbudget worden ingezet voor het basisonderwijs in ontwikkelingslanden. Deze extra inspanning is nodig om te zorgen dat voor 2015 alle kinderen in de klas zitten, er evenveel meisjes als jongens naar school toe gaan en de kinderen de school ook afmaken.

-De samenwerking tussen het ministerie en kennisinstellingen zal worden geïntensiveerd, ondermeer via de recent gestarte IS-Academie.
-Nederland besteedt ook in 2007 in totaal 0,8% van het BNP (4,646 miljard euro) aan ontwikkelingssamenwerking.

-Naast 0,7 procent van het BNP voor duurzame armoedebestrijding wordt ook in 2007 0,1 procent voor het behoud van biodiversiteit, geïntegreerd waterbeheer en duurzame energie bestemd. Met Nederlandse hulp zullen tien miljoen mensen (meer) toegang krijgen tot energie voor 2015.

Omdat migratie, ontwikkeling en veiligheid met elkaar in verband staan, voert de Nederlandse regering hier actief een coherent beleid. Nederland zet zich in voor:
-Internationale samenwerking bij de bestrijding van illegale handel en mensensmokkel.
-Capaciteitsversterking in ontwikkelingslanden ten behoeve van het opsporen van documentenfraude, grenscontrole en het justitieel apparaat.
-Meer directe investeringen en bevordering van werkgelegenheid in ontwikkelingslanden, waartoe het bedrijfslevenprogramma wordt uitgebreid.

-Verbetering van opleidingen en arbeidsvoorwaarden voor essentiële beroepsgroepen zoals artsen en leraren.

-Onderzoek naar bevorderen en reguleren van tijdelijke in plaats van permanente arbeidsmigratie, zodat goed opgeleide migranten ook voor het land van herkomst een rol van betekenis kunnen blijven spelen. Onderzocht zal worden hoe tijdelijke arbeidsmigratie met positieve effecten voor ontwikkeling kan worden ingezet.

Europese integratie

De Europese integratie blijft een cruciale voorwaarde voor veiligheid en welvaart op ons continent, juist in een tijd van grote veranderingen op mondiaal niveau. Prioriteit voor het komende jaar is om het Europese integratieproces beter te laten aansluiten op de wensen en verwachtingen van de Europese bevolking. Nederland zet zich in voor:
-een daadkrachtige Europese aanpak van grensoverschrijdende vraagstukken als georganiseerde misdaad, terrorisme, asiel, migratie, milieubeheer en klimaatverandering.
-meer aandacht voor kwaliteit van het uitbreidingsproces, inclusief een stringente en volledige toepassing van de toetredingscriteria.

-Europese besluiten die zo dicht mogelijk bij de burger worden genomen.
-In het proces van institutionele hervorming dat waarschijnlijk in de loop van 2007 wordt hervat, en waarvan de afronding voorzien wordt in de tweede helft van 2008, zal Nederland zich vooral richten op verdragsveranderingen die aansluiten bij de concrete Europese beleidsagenda, en op een versterking van het democratische gehalte van de Unie.

Voorts zal de regering het komend jaar aan de versterking van het Nederlandse optreden in Europa invulling geven, onder meer door:

-versterkte politieke regievoering, betere integratie van Europa in de nationale besluitvormingsprocessen en vergroting van de betrokkenheid van Nederlandse burgers en maatschappelijke organisaties bij Europa.

Nederlanders in den vreemde

Een toenemend aantal Nederlanders in den vreemde heeft behoefte aan assistentie. Onze ambassades staan medeburgers bij die in persoonlijke nood of in penibele situaties verkeren, zoals onlangs in Libanon. Dit geldt ook voor de groep van gedetineerden in buitenlandse gevangenissen, die helaas nog steeds groeit. Met indringende informatievoorziening wil het kabinet voorkomen dat het aantal Nederlanders dat slecht voorbereid op reis gaat en in moeilijkheden komt nog verder groeit. Reizigers wordt gewezen op de risico's die zij lopen en op hun eigen verantwoordelijkheid.