Ministerie van Algemene Zaken

|Aan de voorzitter van de Tweede Kamer | |

|Postadres      |               |     |der Staten-Generaal                  |
|Postbus 20001                   |     |Plein 2                              |
|2500 EA  Den Haag               |     |2511 CR  DEN HAAG                    |
|Bezoekadres    |               |     |                                     |
|Binnenhof 19, Den Haag          |     |                                     |
|Contactpersoon |               |     |         |                           |
|                                |     |         |                           |
|E-mail         |               |     |         |                           |
|                                |     |         |                           |
|Telefoon       |               |     |         |                           |
|               |               |     |         |                           |
|Fax            |Datum          |Kenmerk        |Onderwerp                  |
|               |20 september   |06M486637      |                           |
|               |2006           |               |                           |
|                                                                             |
Vandaag heeft de geachte afgevaardigde mevrouw Halsema (Groen Links) bij uw Regeling van Werkzaamheden gevraagd om een reactie op uitspraken van hedenochtend van minister De Geus. Minister De Geus heeft de volgende verklaring doen uitgaan:

'Minister De Geus van Sociale Zaken en Werkgelegenheid betreurt zijn uitspraken in het radioprogramma De Ochtenden van hedenochtend, over de brand in het cellencomplex op Schiphol. "Het was een afschuwelijke ramp. De rechter oordeelt over de schuldvraag en op het politieke debat kan en mag ik niet vooruitlopen. Ik had moeten zwijgen", aldus de bewindsman.

De Geus vindt het onverstandig van zich zelf dat hij deze uitspraken heeft gedaan omdat hij de feiten onvoldoende kent om conclusies te kunnen trekken.
Hij neemt zijn woorden daarom terug.

De minister hecht er aan te benadrukken dat hij geen moment de bedoeling heeft gehad om mensen te kwetsen of te betichten. Mocht die indruk zijn ontstaan biedt hij bij voorbaat zijn verontschuldigingen hiervoor aan.'

Aan deze verklaring heb ik niets toe te voegen en niets af te doen.

DE MINISTER-PRESIDENT,
Minister van Algemene Zaken

Mr.dr. J.P. Balkenende