Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek
Feministische kijk op het lichaam

29 augustus 2006

We hebben niet alleen lichamen, we zijn ook lichamen. Met deze stelling van de Franse fenomenoloog Merleau-Ponty als uitgangspunt heeft NWO-onderzoeker Silvia Stoller de theorieën van drie invloedrijke feministische filosofes bestudeerd. Haar studie werpt een nieuw licht op feministische filosofie en zet aan tot verder onderzoek. Op 20 september promoveert zij aan de Radboud Universiteit Nijmegen.

De fenomenologie ofwel filosofie van de ervaring gaat uit van de wereld zoals die zich aan ons voordoet. De fenomenoloog Maurice Merleau-Ponty (1908-1961) is bekend van zijn lichaamstheorie en zijn kritiek op het dualisme van lichaam en geest, dat het lichaam reduceert tot een fysieke materie met zijn eigen (natuur)wetten. Hij ziet juist een belichaamde geest, een denken en waarnemen met en vanuit het lichaam, dat de bron is van onze taal en toegang tot de wereld. Merleau-Ponty noemt dat lichaam het fenomenologische of 'geleefde' lichaam.

Hoewel recente feministische theorieën het uitgangspunt van de ervaring vaak veronachtzamen, kunnen vooral feministische lichaamstheorieën profiteren van Merleau-Ponty's theorie, aldus promovenda Stoller. Zij licht dat toe aan de hand van het werk van de Franse schrijfster en filosofe Simone de Beauvoir (1908-1986), de Frans-Belgische filosofe en taalkundige Luce Irigaray (rond 1930) en de Amerikaanse filosofe Judith Butler (1956). Alledrie hebben zich beziggehouden met Merleau-Ponty's werk.
Sekseverschillen

Volgens De Beauvoir worden vrouwen vooral met hun lichaam geïdentificeerd en mannen met de geest. Die analyse van de manier waarop we geslachtelijkheid in het dagelijks leven ervaren, bouwt Stoller met behulp van Merleau-Ponty's lichaamstheorie verder uit.

Irigaray stelt dat tussen mannen en vrouwen allerlei fundamentele sekseverschillen bestaan, waaraan Merleau-Ponty voorbijgaat. Stoller laat zien dat Irigaray Merleau-Ponty's theoretische inzichten toch veel gebruikt en verduidelijkt daarmee belangrijke aspecten van Irigaray's seksuele differentietheorie.

De constructiviste Judith Butler tenslotte beschouwt gender en sekse als constructies en stelt dat taal bestaat uit opgelegde regels en normen. Stoller toont aan dat constructivisme en fenomenologie meer gemeen hebben dan wordt aangenomen en elkaar aanvullen en verhelderen.

Stollers onderzoek brengt als eerste een dialoog tussen Merleau-Ponty en Butler, De Beauvoir en Irigaray op gang. Volgens Stoller biedt de fenomenologie de feministische filosofie onmisbare methodiek en vult Merleau-Ponty's lichaamstheorie een lacune in de feministische filosofie en gendertheorie. Meer kennis over de fenomenologische achtergrond van de drie filosofes moet leiden tot beter begrip van hun werk en meer inzicht in de feministische ontvangst van de fenomenologie.

..............................

Meer informatie bij:

* Dr. S. Stoller (Stoller promoveerde al in 1992 aan de Universiteit Wenen)
* Silvia.Stoller@univie.ac.at
* promotie 20 september
* promotoren mw. prof. dr. W. Jansen en prof. dr. M. Karskens, copromotor mw dr. V. Vasterling