European Union



IP/06/1236

Brussel, 21 september 2006

De Commissie stelt voor het gebruik van de verkoopbenaming "kalfsvlees" duidelijker te regelen

De Europese Commissie heeft een voorstel ingediend om de voorwaarden te verduidelijken voor de afzet van vlees van runderen die niet ouder waren dan twaalf maanden. Voorgesteld wordt om in de onderscheiden lidstaten vaste verkoopbenamingen voor de betrokken vleescategorieën te gebruiken, dit in combinatie met een aanduiding van de leeftijd van de dieren bij het slachten ervan. Met dit voorstel wordt beoogd de markt doorzichtiger te maken en ervoor te zorgen dat de consumenten precies weten wat zij kopen. Er zijn langdurige discussies met alle belanghebbende partijen aan voorafgegaan, waaronder ook een recente internetraadpleging. Het voorstel is een antwoord op verzoeken van het bedrijfsleven en van lidstaten om te komen met duidelijker voorschriften die zijn afgestemd op de uiteenlopende productiesystemen in de onderscheiden lidstaten. De voorgestelde verordening moet nog door de Raad worden goedgekeurd en zal er dan voor zorgen dat de eengemaakte interne markt beter functioneert en dat de consumenten beter worden voorgelicht.

Wat runderen betreft die niet ouder zijn dan twaalf maanden wanneer zij worden geslacht, bestaan er vaak verschillen van lidstaat tot lidstaat als het gaat om de productie en de afzet van het betrokken vlees en de kenmerken van de dieren op het moment dat zij worden geslacht. Er zijn twee hoofdtypen van productiesystemen. Bij het eerste systeemtype krijgen de dieren vooral melk en melkproducten als voer en worden zij geslacht voordat zij acht maanden oud zijn. Bij het tweede systeemtype wordt nagenoeg uitsluitend gewerkt met op granen
- hoofdzakelijk maïs - gebaseerd voer, aangevuld met ruwvoer, en worden de dieren geslacht op een leeftijd van tien maanden of ouder. Terwijl het eerste productietype in bijna alle lidstaten bestaat, heeft het tweede zich slechts in enkele lidstaten ontwikkeld, hoofdzakelijk Nederland, Denemarken en Spanje.

Op de belangrijkste consumentenmarkten in de EU wordt vlees dat afkomstig is van deze verschillende productiesystemen, doorgaans op de markt gebracht onder één en dezelfde verkoopbenaming: "kalfsvlees". Gewoonlijk wordt daarbij geen melding gemaakt van het soort voer dat de dieren hebben gekregen, en evenmin van de leeftijd waarop zij werden geslacht.

De ervaring leert dat deze gang van zaken de handel kan verstoren en oneerlijke concurrentie kan bevorderen en dus een rechtstreeks probleem vormt voor het correct functioneren van de interne markt. Tussen de prijs af slachterij van vlees van het ene systeem en die van vlees van het andere systeem kan immers een verschil van ongeveer 2 à
2,50 EUR per kg bestaan. Ook kan deze situatie verwarring veroorzaken bij de consumenten doordat zij kunnen worden misleid omtrent de werkelijke kenmerken van het product dat zij kopen.

Daarom hebben verscheidene lidstaten de Commissie verzocht een voorstel te doen ter verduidelijking van de voorwaarden voor de afzet van het betrokken vlees, vooral wat het gebruik van de verkoopbenaming "kalfsvlees" betreft.

Bij de door de Commissie gehouden openbare raadpleging hebben de meeste consumenten gezegd dat volgens hen de kenmerken van rundvlees in belangrijke mate worden bepaald door de leeftijd waarop de dieren worden geslacht, en door het voer dat zij hebben gekregen. De meesten vonden het gewicht van de dieren bij het slachten ervan minder belangrijk. Ook onderzoek heeft uitgewezen dat organoleptische kenmerken van vlees zoals malsheid, smaak en kleur verschillen naargelang van de slachtleeftijd en het gebruikte voer. Voorts heeft de raadpleging aan het licht gebracht dat eenzelfde verkoopbenaming verschillende verwachtingen kan wekken bij de consumenten, afhankelijk van de lidstaat.

De Commissie stelt daarom voor om voor elke afzonderlijke lidstaat twee verkoopbenamingen te bepalen, namelijk enerzijds voor vlees van dieren die niet ouder waren dan acht maanden, en anderzijds voor vlees van dieren die ouder dan acht maar niet ouder dan twaalf maanden waren, en in beide gevallen de verkoopbenaming vergezeld te laten gaan van een aanduiding van de leeftijd van het dier bij het slachten. De Commissie heeft bij de keuze van die verkoopbenamingen zoveel mogelijk rekening gehouden met gebruiken en culturele tradities om de consumenten te helpen producten te kopen die beantwoorden aan hun verwachtingen. Wat vlees van de eerste categorie betreft, zou de verkoopbenaming in Nederland en Vlaanderen "kalfsvlees" zijn. Vlees van de tweede categorie zou in Nederland "rosé kalfsvlees" en in Vlaanderen "jongrundsvlees" worden genoemd.

De voorgestelde verkoopbenamingen of verkoopbenamingen die ervan zijn afgeleid, zouden niet mogen worden gebruikt om vlees te etiketteren dat afkomstig is van dieren die ouder waren dan twaalf maanden toen zij werden geslacht.

Handelaren die de in de voorgestelde verordening bepaalde verkoopbenamingen zouden willen aanvullen met andere, facultatieve vermeldingen, zouden dit mogen doen mits zij zich houden aan Verordening (EG) nr. 1760/2000, waarbij een identificatie- en registratieregeling voor runderen en bepalingen inzake de etikettering van rundvlees en rundvleesproducten zijn vastgesteld.

Om consequent te zijn en concurrentievervalsing tegen te gaan zou ook het uit derde landen ingevoerde vlees aan de bepalingen van de voorgestelde verordening moeten voldoen.