Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Voortgangsrapportage Vervolgactieplan SZW Vereenvoudiging 2006-2007 Stand per september 2006

VERVOLGACTIEPLAN SZW VEREENVOUDIGING 2006-2007

ALGEMEEN

Projectnr. 1

Uitvoering kabinetstandpunt Taskforce vergunningen (SZW-deel)
Bezien van mogelijkheden tot vereenvoudiging/stroomlijning van SZW-vergunningstelsels mede naar aanleiding van kabinetstandpunt Taskforce vergunningen.

Stand van zaken: Overheidsvergunningenstelsels worden doorgelicht. SZW kent slechts een beperkt aantal vergunningstelsels waaronder de ontslagvergunning en de tewerkstellingsvergunning. Begin mei 2006 heeft het ministerie van Economische Zaken voor de gehele rijksoverheid in een kabinetsbrief aan de Tweede Kamer gerapporteerd over het traject vereenvoudiging vergunningen. Ten behoeve van dit vergunningentraject zijn op SZW- terrein 39 vergunningen in brede zin geïnventariseerd, waarvan de ontslagvergunning en de tewerkstellingsvergunning van de Wet Arbeid Vreemdelingen qua aantallen het belangrijkst zijn. Het totaal aan administratieve lasten als gevolg van SZW-vergunningen bedroeg ten tijde van de inventarisatie 56 miljoen. Daarvan is in deze kabinetsperiode al 20 miljoen (36%) gereduceerd, met name door vereenvoudigingen in de ontslagprocedure.
---
Projectnr. 2

Intrekken van uitgewerkte regelgeving
Afronden "dor hout wet", opstellen "dor hout algemene maatregel van bestuur" en "dor hout ministeriële regeling".

Stand van zaken: Een wet waarbij een groot aantal uitgewerkte wetten op SZW-terrein in wordt getrokken, is op 26 april 2006 in werking getreden (Stb. 2006, 224) . In de jaren 2006 en 2007 zal het doorlichten van SZW regelgeving op uitgewerkte regelgeving ("dor hout") doorgaan. Een en ander zal leiden tot intrekking van diverse algemene maatregelen van bestuur. Ook zal een tweede ronde intrekken uitgewerkte ministeriële regelingen en beschikkingen plaatsvinden.

---
Projectnr. 3

Bij evaluaties betrekken van vereenvoudigings- en dereguleringsaspecten Betrekken van deregulerings- en vereenvoudigingsaspecten bij evaluaties van SZW- regelgeving die in 2006-2007 plaatsvinden, zoals op terrein van de Wet SUWI en de Wet kinderopvang.

Stand van zaken: Het thema `vereenvoudiging en deregulering' is betrokken bij de Evaluatie SUWI, waarvan de resultaten bij brief van 28 augustus 2006 (Kamerstukken II 2005/06, 26448, nr. 290) aan de Tweede Kamer zijn aangeboden. Zoals aangegeven in deze brief wordt een oordeel over de Evaluatie SUWI overgelaten aan het volgende kabinet. Dit bekent overigens niet, dat vereenvoudiging en deregulering op het terrein van SUWI in de ijskast staat. In vervolg op de Verzamelwet sociale verzekeringen 2006 zijn recent de door de minister gestelde voorschriften betreffende de administratieve indeling van werkzoekenden (behoudens een overlegbepaling) goeddeels ingetrokken (wijziging van Regeling SUWI van
1

Voortgangsrapportage Vervolgactieplan SZW Vereenvoudiging 2006-2007 Stand per september 2006

24 augustus 2006, Stcrt. 171). Dit sluit ook aan op de evaluatie van de zogeheten `SUWI- experimenten', die bij brief van 16 maart 2006 (Kamerstukken II 2005/06, 26 448, nr. 259) aan de Tweede Kamer is aangeboden. Ook bij de overige, voor 2006-2007 voorziene, evaluaties worden de mogelijkheden voor vereenvoudiging en deregulering betrokken.
---
Projectnr. 4

Zelfstandig ondernemerschap
Het wegnemen van belemmeringen voor starten van ondernemerschap.

Stand van zaken: Op 1 juli 2006 zijn de bepalingen uit de Wet wijziging WW-stelsel met betrekking tot de mogelijkheid om met behoud van WW-uitkering te starten als zelfstandige, in werking getreden. Daarmee kan een startende zelfstandige zes maanden als zelfstandige werken met behoud van WW-uitkering.
Daarnaast zijn in het project "Stimulering ondernemerschap SZW" knelpunten, kansen en oplossingsrichtingen voor het stimuleren van ondernemerschap geïnventariseerd.1 Op basis daarvan wordt een aantal acties voor de korte en de (middel)lange termijn ingezet. In dit kader wordt onder andere de mogelijkheid bezien om te komen tot een waarborgfonds starterskrediet. De Tweede Kamer is bij brief van 17 augustus 20062 geïnformeerd over de stand van zaken met betrekking tot kredietverlening aan starters. Hierin is aangegeven dat naar verwachting per 1 januari 2007 een pilot wordt gestart met een borgstellingsregeling die ertoe dient om de kredietverlening aan starters vanuit een uitkering te laten lopen via het bancaire circuit.
Verder wordt in het Belastingplan 2007 een nieuw instrument voorgesteld, de `startersaftrek bij arbeidsongeschiktheid'. Hiermee wordt een aftrekpost geregeld voor arbeidsongeschikte starters waarbij een verlaagd urencriterium (800 in plaats van 1225) zal gelden. De startersaftrek bij arbeidsongeschikheid wordt geboden in de startfase van de onderneming. De aftrekpost bedraagt 12 000, 8 000 en 4 000 voor het eerste, tweede respectievelijk derde jaar.
Tenslotte zal het Reïntegratiebesluit worden gewijzigd in die zin dat ook arbeidsplaatsvoorzieningen aan startende zelfstandigen kunnen worden verstrekt. Het gaat hierbij dan om mensen die vanuit een uitkeringssituatie starten als zelfstandigen, of om werknemers die starten als zelfstandigen en die een structurele functionele beperking hebben. Verwachting is dat deze wijziging van het Reïntegratiebesluit in het najaar van 2006 in werking zal treden.

---


1 Kamerstukken II, 2005/06, 29 804, nr. 20.

2 Kamerstukken II, 2005/06, 29 804 en 28719, nr. 25.

2

Voortgangsrapportage Vervolgactieplan SZW Vereenvoudiging 2006-2007 Stand per september 2006

SOCIALE VERZEKERINGEN EN UITVOERINGSBELEID

Projectnr. 5

Handhaving
Onderzoek naar mogelijkheden om breed overkoepelende onderwerpen in de SZW- wetgeving, waaronder handhaving op het terrein van de sociale verzekeringen, te uniformeren.

Stand van zaken: In het lopende onderzoek is uitwerking gegeven aan de uniformering van handhavingsbegrippen. Van de voorgenomen analyse van mogelijkheden tot uniformering van handhavingsbepalingen in de afzonderlijke materiewetten wordt afgezien. In de komende periode wordt voorrang gegeven aan heldere voorlichting over verplichtingen.
---
Projectnr. 6

Vereenvoudiging en stroomlijning regelgeving gegevensverkeer
Vereenvoudiging en stroomlijnen regelgeving gegevensverkeer in SZW-wetgeving met het oog op van betere dienstverlening ten opzichte van burgers en effectievere ondersteuning van de uitvoeringsprocessen. Daarbij wordt in regelgeving uitwerking gegeven aan de voorstellen van de Expertcommissie-Keller om te komen tot een digitaal klantendossier en een verbod van dubbele uitvraag van gegevens.

Stand van zaken: Het concept-wetsvoorstel tot wijziging van onder meer de Wet SUWI met het oog op eenmalige uitvraag van gegevens aan burgers (waarbij ook het Digitaal klantdossier wordt betrokken) is (begin augustus 2006) voor commentaar naar de uitvoeringsinstanties, de Inspectie Werk en Inkomen, de Landelijke Cliëntenraad en advisering aan het College bescherming persoonsgegevens en het Adviescollege toetsing administratieve lasten (Actal) gezonden. Na ontvangst van het commentaar zal het wetsvoorstel in het vierde kwartaal van 2006 naar de Raad van State worden gezonden
---
Projectnr. 7

Gebruik maken van basisregistratie GBA en ambtshalve toekenning van uitkeringen Over het gebruik maken van het GBA als authentieke bron heeft de Minister van BZK begin september 2004 een brief (Wetgevingsnota Basisregistratie) aan de Tweede Kamer gezonden. Hierin is wetgeving aangekondigd die naar verwachting op 1-1-2007 in werking kan treden. De SZW-wetgeving zal naar aanleiding hiervan inhoudelijk ongewijzigd kunnen blijven. Dit project wordt wel aangegrepen om na te gaan in hoeverre de GBA kan bijdragen aan de ambtshalve toekenning van AOW-aanvragen.

Stand van zaken: In de Wet SUWI (artikel 35, vijfde lid) is aan de SVB al voorgeschreven, dat zij gebruik maakt van de gegevens uit de GBA en die gegevens dan niet uitvraagt bij de uitkeringsgerechtigde. In het wetsvoorstel tot wijziging van de Wet GBA in verband met de aanpassing aan de eisen die gelden voor basisregistraties (Kamerstukken II 2005/06, 30 514) worden authentieke gegevens geïntroduceerd, die door afnemers dienen te worden gebruikt. Noodzakelijke aanpassing van de AOW voor regeling van ambtshalve toekenning wordt bezien.


3

Voortgangsrapportage Vervolgactieplan SZW Vereenvoudiging 2006-2007 Stand per september 2006


---
Projectnr. 8

Regeling maatmaninkomen
Deze regeling strekt tot uniformering van het maatmanloon, het CBBS-loon en het feitelijk loon met het SV-loon, bedoeld in artikel 16 Wfsv. Dit leidt op termijn tot vereenvoudiging van de uitvoering en vermindering van de administratieve lasten voor het bedrijfsleven door het gebruik maken van de polisadministratie.

Stand van zaken: Een conceptregeling die deze uniformering realiseert is voor een toets naar UWV verzonden. De regeling is eind augustus UWV met besproken. Inwerkingtreding met ingang van 1 januari 2007.

---
Projectnr. 9

Werkloosheidswet
Bezien van mogelijkheden tot vereenvoudiging van het WW-uitkeringsregime

Stand van zaken: Wet tot afschaffing van de vervolguitkering is met ingang van 1 januari 2004 in werking getreden (Stb. 2003, 546). Verder treedt per 1 oktober 2006 de Wet Wijziging WW-stelsel in werking (Stb. 2006, 303). Als gevolg van deze wetten resteert voor nieuwe rechten vanaf 1 oktober 2006 slechts één soort WW-uitkering, namelijk een loongerelateerde. De duur van deze uitkering wordt bepaald door de duur van het arbeidsverleden (één jaar arbeidsverleden = één maand WW-duur). De maximale WW-duur is 38 maanden. Als de werknemer niet voldoet aan de arbeidsverledeneis, bedraagt de uitkeringsduur 3 maanden.
---
Projectnr. 10

Kring verzekerden werknemersverzekeringen
Onderzoek naar de mogelijkheid van vereenvoudiging van de regels rond het begrip dienstbetrekking, met name de Regeling fictieve dienstbetrekking, waardoor de regels eenvoudiger zijn uit te voeren en inhoudelijk beter aansluiten bij de praktijk.

Stand van zaken: In het kader van het dossier `premiestructuren in relatie tot moderne arbeidsverhoudingen' is op 1 december 2003 een adviesaanvraag aan de SER gestuurd. Door de SER is op 18 juni 2004 het advies "Personenkring werknemersverzekeringen" vastgesteld (publicatienummer 2004, nummer 09). In dat advies wordt ingegaan op de vraag over de mogelijkheid van vereenvoudiging van de regeling fictieve dienstbetrekking en op de vraag met betrekking tot de wenselijkheid van verzekeringsplicht bij dienstbetrekkingen van een geringe omvang. Bij brief van 5 april 2005 is een kabinetsstandpunt aan de TK gezonden (Kamerstukken II 2004/05 29 800 XV, nr. 80). Vervolgens heeft het kabinet een nader standpunt uitgewerkt, waarover op 22 december 2005 advies aan de SER is gevraagd. De SER heeft op 16 juni 2006 het Vervolgadvies personenkring werknemersverzekeringen vastgesteld.
Verder is tijdens een algemeen overleg over de markt voor persoonlijke dienstverlening op 28 juni jl. toegezegd om de regeling "dienstverlening aan huis" te introduceren. Die regeling komt in de plaats van de "huishoudhulpregeling", op grond waarvan een natuurlijke persoon zonder inhouding van premies voor de werknemersverzekeringen een andere natuurlijke persoon kan inhuren voor diensten ten behoeve van zijn huishouden, waarbij die andere persoon dan uiteraard ook buiten de werknemersverzekeringen valt. Het op dit moment nog
4

Voortgangsrapportage Vervolgactieplan SZW Vereenvoudiging 2006-2007 Stand per september 2006

geldende maximum van twee dagen waarop die diensten mogen worden verricht, wordt verhoogd naar een maximum van drie dagen. Deze regeling werkt door in de personenkring (artikel 6) van de ZW, WW, WAO en Wet WIA. De wijzigingen worden ook meegenomen in artikel 2 van het BBA (criteria ontslagvergunningseis) en artikel 629 van Titel 10 van Boek 7 van het BW (beperking duur loondoorbetalingsverplichting). De desbetreffende wijzigingen zijn (evenals een wijziging van de Wet LB in dit kader) opgenomen in het (voorstel voor het) Belastingplan 2007.

---
Projectnr. 11

Vereenvoudiging AKW
Voornemen tot vereenvoudiging van de Algemene Kinderbijslagwet, ondermeer door de invoering van de fictieve onderhoudsbijdrage, aanpassingen ten aanzien van werkloze 16- en 17-jarigen en door aansluiting Leerplichtwet voor 16- en 17-jarigen.

Stand van zaken: Plan van aanpak herziening AKW-systematiek gereed. Rapportage over aan te pakken onderwerpen is neergelegd in een brief over enkele aspecten betreffende de AKW, die op 22 december 2005 naar de TK is gezonden3. Het Ontwerpbesluit tot invoering van de fictieve onderhoudsbijdrage ligt thans bij de Raad van State voor advies.
---
Projectnr. 12

Volksverzekeringen en bijstandsregelingen en TW

Vereenvoudiging inkomensbesluiten
Inkomensbesluiten AOW, ANW, TW, en IOAW vereenvoudigen en integreren

Stand van zaken: Concept geïntegreerd inkomensbesluit wordt na ommekomst van het SER- advies over het sociaal-economische beleid op middellange termijn (MLT-advies)(het deel over scholing, ontslagrecht en WW dat eind 2006 zal verschijnen), in verband met de voorhang aan de TK en EK gezonden.

---
Projectnr. 13

Massaal Bezwaar
Opstellen regelgeving op grond waarvan op efficiëntere wijze met massaal bezwaar kan worden omgegaan.

Stand van zaken: In verband met overige prioriteiten is aanvang voorbereiding van een wetsvoorstel terzake verschoven naar 4e kwartaal 2006. Verwachte aanbieding aan de Tweede Kamer medio 2007.

3 Kamerstukken II, 2005-2006, 29 287 en 29 258, nr. 6.

5

Voortgangsrapportage Vervolgactieplan SZW Vereenvoudiging 2006-2007 Stand per september 2006

ARBEIDSOMSTANDIGHEDEN

Projectnr. 14

Herziening Arbeidsomstandighedenwet 1998
Wijziging van de Arbeidsomstandighedenwet 1998 naar aanleiding van de evaluatie waarbij specifieke aandacht zal worden geschonken aan de mogelijkheden van
vereenvoudiging/deregulering.

Stand van zaken: In juni 2004 is een brief naar de Tweede Kamer gestuurd (Kamerstukken II 2003/04, 25 879, nr. 50) waarbij de resultaten van het evaluatieonderzoek zijn aangeboden. De beleidsconclusies van de evaluatie zijn in de vorm van een SER-adviesaanvraag op 29 oktober 2004 aan de Tweede Kamer aangeboden (Kamerstukken II, 2004/05, 25 883, nr. 33). De SER heeft op 17 juni 2005 advies uitgebracht. De Staatssecretaris heeft bij brief van 8 juli 2005 aan de Tweede Kamer op hoofdlijnen zijn reactie op dit advies gegeven (Kamerstukken II, 2004/05, 25883, nr. 50) en vervolgens bij brief van 25 oktober 2005 geantwoord op de vragen van de Vaste Kamercommissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid (Kamerstukken, 2005/06, 25 883, nrs. 56 en 57). Het wetsvoorstel tot wijziging van de Arbeidsomstandighedenwet 1998 en enige andere wetten in verband met het vergroten van de verantwoordelijkheid van werkgevers en werknemers voor het arbeidsomstandighedenbeleid is op 9 mei 2006 bij de Tweede Kamer ingediend (Kamerstukken II, 2005/06, 30 552, nrs. 1- 3). Het verslag is op 4 juli 2006 vastgesteld4. De nota naar aanleiding van het verslag is op 18 augustus 2006 naar de Tweede Kamer gezonden5. De Tweede Kamer heeft vervolgens in week 35 een nader verslag uitgebracht. In week 36 is een nota naar aanleiding van het nader verslag naar de Tweede Kamer gezonden. De VC SZW kan in haar procedurevergadering van 12 september 2006 beoordelen of het wetsvoorstel gereed is voor plenaire behandeling. Het wetsvoorstel is alvast aangemeld voor plenaire behandeling in week 38. De planning voorziet in totstandkoming van de wet nog dit jaar en inwerkingtreding met ingang van 1 januari 2007.

---
Projectnr. 15

Herziening lagere regelgeving Arbeidsomstandigheden
In het kader van de evaluatie van de arbowetgeving zullen in het verlengde van de wijziging van de Arbeidsomstandighedenwet ook het Arbeidsomstandighedenbesluit (Arbobesluit) en de Arbeidsomstandighedenregeling (Arboregeling) in 2006 worden herzien. Uitgangspunten van het door de overheid te voeren arbeidsomstandighedenbeleid zijn een herallocatie van verantwoordelijkheid tussen overheid en werkgevers en werknemers en het terugdringen van de regel- en administratieve lastendruk. Dit heeft gevolgen voor de inhoud en inrichting van de arboregelgeving. Gestreefd wordt naar concrete doelvoorschriften en grenswaarden in de regelgeving. Verder dient het internationale regelgevingskader in beginsel ook op nationaal niveau maatgevend te zijn. Dit betekent dat met nationaal aanvullende normering zeer terughoudend zal worden omgegaan. Uitgangspunt hierbij is dat voor behoud van de zogenoemde nationale kop zwaarwegende redenen moeten bestaan.

Stand van zaken: De Stichting van de Arbeid heeft bij advies van 13 september 2005 over de nationale kop geadviseerd. Bij brief van 4 oktober 2005 heeft de Staatssecretaris zijn

4 Kamerstukken II, 2005/06, 30 552, nr. 7.
5 Kamerstukken II, 2005/06, 30 552, nr. 8.

6

Voortgangsrapportage Vervolgactieplan SZW Vereenvoudiging 2006-2007 Stand per september 2006

conclusies naar aanleiding van dat advies aan de Tweede Kamer aangeboden6. Na een (Voortgezet) Algemeen Overleg daarover op 2 en 15 november 20057 heeft de Staatssecretaris bij brief van 30 november 20058 het Parlement een overzicht van de nationale kop arbowetgeving gezonden alsmede het advies van de Stichting van de Arbeid. Het overzicht bestaat uit 69 onderwerpen en per onderwerp is de beslissing van de Staatssecretaris aangegeven. Deze onderwerpen worden verwerkt in zowel het Arbobesluit als de Arboregeling, waarbij de daarvoor in aanmerking komende voorschriften zodanig worden geherformuleerd dat daar waar mogelijk doelvoorschriften worden gegeven met betrekking tot grenswaarden. Op 25 en 31 januari 2006 heeft over het overzicht een (Voortgezet) Algemeen Overleg met de VC voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid plaatsgevonden9, waarna de Staatssecretaris de Tweede Kamer bij brief van 2 juni 2006 heeft geïnformeerd over de hoofdlijnen van de wijziging van het Arbobesluit10. Daarbij werd tevens op verzoek van de VC SZW het ontwerpbesluit aan de Kamer aangeboden. Het ligt in de bedoeling de wijziging van het Arbobesluit ter advisering naar de Raad van State te zenden nadat het wetsvoorstel Wijziging Arbeidsomstandighedenwet 1998 in de Tweede kamer is aanvaard. In het kader van de herziening van de lagere regelgeving arbeidsomstandigheden is ook een wijziging van de Arbeidsomstandighedenregeling in voorbereiding. De planning voorziet in totstandkoming van zowel de wijziging van het Arbobesluit als de wijziging van de Arboregeling nog dit jaar en inwerkingtreding met ingang van 1 januari 2007.
---
Projectnr. 16

Intrekken Stoomwet en Stoombesluit
Deregulering door het intrekken van de Stoomwet en het hierop gebaseerde Stoombesluit.

Stand van zaken: De Stoomwet en het Stoombesluit zullen worden ingetrokken op het moment dat het (ontwerp) Besluit houdende wijziging van het Besluit kerninstallaties in werking treedt. Dit laatste besluit wordt afgehandeld door het ministerie van VROM (Raad van State heeft inmiddels geadviseerd). In verband met een voorgenomen wijziging van het ontwerpbesluit is de planning dat dit besluit vierde kwartaal 2006 in werking zal treden.
---
Projectnr. 17

Zoeken naar mogelijkheden voor vermindering van Europese regelgeving
Getracht zal worden in het kader van Europese regelgeving mogelijkheden voor vermindering van regelgeving te zoeken. Door:

- bij onderhandelingen over nieuwe regelgeving en de revisie van richtlijnen kritisch te letten op de noodzaak van gedetailleerde regels;

- binnen Europa te zoeken naar medestanders die ook streven naar vereenvoudiging en deregulering.

Stand van zaken: In het Europees Comité veiligheid en gezondheid op de werkplek wordt door SZW nadrukkelijk aandacht gevraagd voor deregulering en vereenvoudiging van Europese regelgeving. Daarnaast worden in de periodieke rapportages aan de Europese Commissie over de uitvoering van richtlijnen suggesties voor vereenvoudiging gedaan.

6 Kamerstukken II 2005/06, 25 883, nr. 55.

7 Kamerstukken II, 2005/06, 25 883, nr. 64.

8 Kamerstukken II 2005/06, 25 883, nr. 63.

9 Kamerstukken II, 2005/06, 25 883, nr. 71.

10 Kamerstukken 205/06, 30 552, nr. 6.
7

Voortgangsrapportage Vervolgactieplan SZW Vereenvoudiging 2006-2007 Stand per september 2006

Onder Brits EU voorzitterschap in samenwerking met de Commissie heeft op 19 oktober 2005 een conferentie plaatsgevonden met de nationale directeuren generaal verantwoordelijk voor de arbeidsomstandigheden, waarbij is vastgesteld dat nieuwe Europese arboregelgeving slechts overwogen dient te worden na de vaststelling van de noodzaak daarvan en dat dergelijke voorstellen vergezeld dienen te worden van een op een ex ante evaluatie gebaseerd fiche over de impact. Voorts vond iedereen dat er in de nieuwe EU arbostrategie aandacht moet zijn voor het vaststellen van prioriteiten voor vereenvoudiging. In verband daarmee participeert Nederland in een Duits initiatief om delen van de bestaande EU arboregelgeving meer serieus te (doen) evalueren. Begonnen zal worden met uniforme evaluatie op ondernemingsniveau van o.m. de richtlijn inzake beeldschermwerk. Verder zullen initiatieven om te komen tot vereenvoudiging en deregulering die de Commissie ontplooit in het kader van "Better Regulation" nauwlettend worden gevolgd en daar waar mogelijk zullen deze acties worden ondersteund of zal aan deze acties worden bijgedragen.
De Europese Commissie heeft zich gericht tot de lidstaten inzake een evaluatie van het communautaire Actieprogamma Veiligheid en Gezondheid op het werk 2002-2006. Dit mede als input voor een volgend actieprogramma. In reactie op het verzoek tot evaluatie heeft Staatssecretaris Van Hoof de hoofdgedachten van de SER inzake de wijze waarop arboregelgeving - ook in Europees verband - moet worden vormgegeven, en zoals die onderschreven wordt door het kabinet, uiteengezet aan Commissaris Spidla.
---
Projectnr. 18

Wijziging regelgeving inzake keuring liften en drukapparatuur
Hierbij gaat het om een wijziging van de regelgeving inzake de periodieke keuring van liften en de ingebruikname keuring en de periodieke keuring van drukapparatuur met als doel vereenvoudiging en stroomlijning van de keuringsregimes voor liften en drukapparatuur.

Stand van zaken: Bij besluit van 17 maart 2006, Stb. 164, is de algemene keuring van liften vóór ingebruikneming vervallen. De termijnen van de gebruikskeuringen voor liften worden geëvalueerd (evaluatie is derde kwartaal 2006 afgerond; besluitvorming vierde kwartaal 2006. Voorts worden de termijnen voor de keuringen voor drukapparatuur geëvalueerd (planning vierde kwartaal 2008).

---
Projectnr. 19

Vereenvoudiging van de registratieverplichting voor reproductietoxische stoffen Onderzocht wordt in hoeverre het mogelijk is om de huidige registratieverplichting voor reprotoxische stoffen te vereenvoudigen. Dit punt wordt meegenomen in het meer omvattende project "Versterking Arbobeleid Stoffen" waarover de Tweede Kamer is geïnformeerd bij brief van 27 juni 2003 (Kamerstukken II 2002-2003, 25883, nr. 17). Overleg met het relevante bedrijfsleven is gestart om te zoeken naar alternatieve instrumenten.

Stand van zaken: In het kader van de Europese week voor veiligheid en gezondheid op de werkplek is in een conferentie in oktober 2003 het startsein gegeven voor de uitvoering van het project. Planning: afronding in laatste kwartaal 2007. Er is een plan opgesteld op welke wijze dit onderdeel wordt geïntegreerd in het programma Versterking arbeidsomstandigheden stoffen (VASt). Dit programma wordt thans uitgevoerd. Planning: afronding programma Vast medio 2007.

---

8

Voortgangsrapportage Vervolgactieplan SZW Vereenvoudiging 2006-2007 Stand per september 2006

Projectnr. 20

Vereenvoudiging vergunningen ioniserende straling
In dit kader wordt een aantal activiteiten ondernomen:

1. Onderzoek naar mogelijkheden van omzetting van de vergunningplicht in een meldingsplicht voor bepaalde (voor mens en omgeving minder risicovolle) radioactieve stoffen en toestellen ingevolge de Kernenergiewet (KEW).

2. Onderzoek naar rapportageverplichtingen in vergunningen voor radioactieve stoffen en toestellen met een gering risico voor mens en omgeving.

Stand van zaken: Het onderzoek Evaluatie en verbetering vergunningstelsel KEW is inmiddels aanbesteed en wordt uitgevoerd door NRG (Nuclear Research and Consultancy Group vof) te Petten/Arnhem en Research voor beleid. Het onderzoek is bijna afgerond. SZW, VROM en VWS zijn nauw bij de uitvoering betrokken door middel van actieve participatie in een begeleidingscommissie. Via een uitgebreide begeleidingscommissie zijn ook de betrokken inspectiediensten geraadpleegd. De planning voorzag in oplevering van de onderzoeksresultaten in augustus 2005. Het onderzoek is vertraagd vanwege de complexe materie, verdieping van het onderzoek en wijziging van de planning bij de onderzoekers. Dit jaar zijn de nodige acties in gang gezet om het onderzoek op 1 oktober 2006 af te ronden. Begin januari 2006 is een concept-rapport opgeleverd op grond waarvan op 31 januari 2006 de discussie over de handhavings- en uitvoeringsaspecten met de inspecties en de uitvoeringsinstantie SenterNovem heeft plaatsgevonden.
Op 26 juni 2006 heeft een discussie met de klankbordgroep (sociale partners, Nederlandse vereniging voor Stralingshygiene, diverse Verenigingen in de Gezondheidszorg en de Koninklijke Maatschappij voor Diergeneeskunde) plaatsgevonden, waarbij de resultaten positief werden gewaardeerd.
In het rapport is een beschrijving van een nieuw mogelijk systeem verder uitgewerkt en zijn de administratieve lasten en bedrijfseffecten in kaart gebracht. Eind september 2006 wordt het eindrapport gepresenteerd.


9

Voortgangsrapportage Vervolgactieplan SZW Vereenvoudiging 2006-2007 Stand per september 2006

ARBEIDSMARKT EN BIJSTAND

Projectnr. 21

Verkenning mogelijkheden afsluiten IOAW
Verkenning van mogelijkheden tot afsluiting van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers in relatie tot de IOW.

Stand van zaken: De verkenning van de mogelijkheden tot afsluiten van de IOAW is afgerond. De mogelijkheden zijn onderzocht bij de vormgeving van de IOW. Besloten is de IOAW na afloop van de IOW te handhaven.

---
Projectnr. 22

Modernisering WSW
Opstellen van een wetsvoorstel modernisering WSW dat zal leiden tot een aanzienlijke derapportage.

Stand van zaken: Op 29 september 2004 is aan de Tweede Kamer een hoofdlijnennotitie gezonden over de tweede fase modernisering WSW (Kamerstukken II 2004-2005, 29817, nr.
1), gevolgd door een brief van 15 juni 2005 met voorstellen voor modernisering van de WSW (Kamerstukken II 2004-2005, 29817, nr. 7) en een algemeen overleg op 13 oktober 2005. In het verlengde hiervan wordt thans een aanvang gemaakt met de Tweede Kamerbehandeling van het wetsvoorstel modernisering WSW dat zal leiden tot een aanzienlijke derapportage. Planning: inwerkingtreding per 1 januari 2008.

---
Projectnr. 23

Integratie BBZ 2004 in de WWB
Integreren van het Besluit bijstandverlening zelfstandigen 2004 (BBZ 2004) in de Wet werk en bijstand (WWB).

Stand van zaken: In het kader van het SZW-project "zelfstandig ondernemerschap" (zie projectnr. 4) wordt bezien op welke wijze zo goed mogelijk kan worden voorzien in de behoefte aan bedrijfskapitaal aan personen die algemene bijstand ontvangen en voornemens zijn een bedrijf of zelfstandig beroep te beginnen. Uiterlijk 1 januari 2007 zal een pilot worden gestart met een borgstellingsregeling die ertoe dient om de kredietverlening aan starters vanuit een uitkering te laten lopen via het bancaire circuit. Als uit de resultaten van de pilot blijkt dat deze vorm van kredietverlening, kredietverlening via het Bbz 2004 overbodig maakt, wordt vervolgens bezien of de bijstandsverlening aan starters kan verlopen via de WWB. De evaluatie van de pilot zal plaatsvinden één jaar na de start van de pilot. Alsdan zal tevens bezien worden of met betrekking tot de gevestigde zelfstandigen die thans tot de doelgroep van het Bbz 2004 behoren, hetzelfde mogelijk is. De titel van dit project (voorheen "Integratie IOAZ en BBZ 2004") is, gelet op het vorenstaande, gewijzigd.
---


10

Voortgangsrapportage Vervolgactieplan SZW Vereenvoudiging 2006-2007 Stand per september 2006

Projectnr. 23a

Intrekking Regeling schoonmaakdiensten particulieren
Intrekken van de Regeling schoonmaakdiensten particulieren (RSP).

Stand van zaken: Zoals opgemerkt in de memorie van toelichting bij het Belastingplan 2007 zal de RSP per 1 januari 2007 worden ingetrokken. Daarbij zal worden voorzien in een tijdelijke afbouwregeling.


11

Voortgangsrapportage Vervolgactieplan SZW Vereenvoudiging 2006-2007 Stand per september 2006

ARBEIDSVERHOUDINGEN

Projectnr. 24

Wet kinderopvang
In de Wet kinderopvang is een evaluatiebepaling opgenomen. Met betrekking tot de Wet kinderopvang zal in ieder geval gedurende drie jaar na de inwerkingtreding van de wet jaarlijks aan de Staten-Generaal een verslag worden uitgebracht over de werking van de Wet kinderopvang.

Stand van zaken: De evaluatiebepaling in de Wet kinderopvang maakt het mogelijk alert te blijven op mogelijke vereenvoudiging en deregulering. Vereenvoudiging en deregulering is ook aan de orde vanwege het wetsvoorstel te komen tot een verplichte werkgeversbijdrage kinderopvang (Kamerstukken II 2005/06, 30 613). Dit wetsvoorstel gaat deel uitmaken van het Belastingplan 2007.

---
Projectnr. 25

Vereenvoudiging van de Arbeidstijdenwet
Op 18 februari 2005 heeft de SER een unaniem advies vastgesteld betreffende de vereenvoudiging van de Arbeidstijdenwet (advies 2005/03). Het kabinetsstandpunt over dit advies is op 23 mei 2005 aan de voorzitter van de Tweede Kamer aangeboden (Kamerstukken II 2004/05 29 376, nr. 5). De Vaste Commissie voor SZW heeft op 7 juni 2005 besloten het wetsvoorstel af te wachten.

Stand van zaken: Het wetsvoorstel is op 21 april 2006 bij de Tweede Kamer ingediend (Kamerstukken II 2005/06, 30 532). In het wetsvoorstel is grotendeels het unanieme advies van de SER uit 2005 overgenomen. Het wetsvoorstel is op 6 september jl. plenair in de Tweede Kamer aan de orde geweest. Inwerkingtreding met ingang van 1 januari 2007 is voorzien.

---
Projectnr. 26

Vereenvoudiging van de wetgeving op het terrein van gelijke behandeling Gewerkt wordt aan een integratiewet op het terrein van de gelijke behandeling. Hiermee worden vier gelijkebehandelingswetten tot één nieuwe wet geïntegreerd. Het betreft: de Algemene wet gelijke behandeling, de Wet gelijke behandeling op grond van leeftijd, de Wet gelijke behandeling op grond van handicap of chronische ziekte en de Wet gelijke behandeling van mannen en vrouwen. Deze integratie betekent een verbetering in de toegankelijkheid van de gelijkebehandelingswetgeving. De integratiewet zal een technisch karakter hebben, er worden geen inhoudelijke wijzigingen met die wet beoogd. De Tweede Kamer is, mede namens onder andere de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, geïnformeerd bij brief d.d. 28 april 2005 van de Minister voor Bestuurlijke Vernieuwing en Koninkrijksrelaties (Kamerstukken II 2004/05, 29 311, nr. 8).

Stand van zaken: Het wetsvoorstel is in mei 2006 voor advies naar de Raad van State gezonden. Het wetsvoorstel kan na verwerking van Raad van State advies bij de Tweede Kamer worden ingediend.

12

Voortgangsrapportage Vervolgactieplan SZW Vereenvoudiging 2006-2007 Stand per september 2006


---

Projectnr. 27

Ontslagrecht
Aan de SER is op 15 februari 2005 advies gevraagd over het sociaal-economisch beleid op de middellange termijn (MLT). Aan de SER is gevraagd in zijn advies ook aandacht te besteden aan het ontslagstelsel en de ontslagvergoedingensystematiek.

Stand van zaken: De SER heeft besloten om het MLT advies te splitsen en over het ontslagrecht op 15 december 2006 advies uit te zullen brengen. Het nieuwe kabinet zal moeten vaststellen hoe het met het advies van de SER zal omgaan.

---
Projectnr. 28

Wet op de bedrijfsorganisatie
In de Wet op de bedrijfsorganisatie zijn de bedrijfslichamen geregeld (hoofdprodukt-, produkt-, hoofdbedrijf- en bedrijfschappen). Naar aanleiding van een debat in de Tweede Kamer over de evaluatie (periode 1999/2003) van het functioneren van de PBO hebben de schappen in 2005 een eigen toekomstverkenning opgesteld onder leiding van de SER. Het kabinet heeft de schappen een aantal vragen gesteld die in de toekomstvisie verwerkt moeten worden. Deze vragen hebben te maken een verdere modernisering van het stelsel.

Stand van zaken: Conform de afspraken hadden eind 2005 alle bedrijfslichamen hun toekomstverkenning gereed. De toekomstverkenningen zijn, met een door de SER gemaakte samenvatting, in december 2005 aan de minister van SZW aangeboden. De SER heeft d.d. 17 maart 2006, op verzoek van de Minister van SZW, een advies uitgebracht over de toekomst van de PBO. Op 23 mei 2006 is het kabinetsstandpunt over de toekomst van de PBO aangeboden aan de Tweede Kamer. Op 7 september 2006 is hierover een algemeen overleg met de Tweede Kamer gehouden.

---
Projectnr. 29

Wet op de ondernemingsraden
Op dit moment is een maatschappelijk debat gaande over de hoofdlijnen van een toekomstbestendige medezeggenschap. De beleidsontwikkeling is in volle gang. Bij deze discussie wordt deregulering en vereenvoudiging van de regelgeving betrokken.

Stand van zaken: Omstreeks Prinsjesdag zal het eindrapport "Vier scenario's voor de toekomst van medezeggenschap" aan de Tweede Kamer worden aangeboden. Gelet op de terughoudende opstelling van dit kabinet zal dit zonder kabinetsstandpunt geschieden.


13