Hagemeyer

PERSBERICHT

Vordering CEF nog steeds ongegrond

Het Europese Hof van Justitie in Luxemburg heeft recent uitspraak gedaan in de procedure waarbij boetes werden opgelegd aan Technische Unie, onderdeel van de Sonepar-groep, en de Federatieve Vereniging voor de Groothandel op Elektrotechnisch Gebied (hierna: FEG). Diverse media wekken ten onrechte de indruk dat deze uitspraak ook betrekking heeft op Hagemeyers dochtervennootschap Elektrotechnische Groothandel Bernard B.V. (hierna: Bernard).

Deze uitspraak vindt zijn oorsprong in een door City Electrical Factors B.V. (hierna: CEF) in 1991 ingediende klacht bij de Europese Commissie dat Technische Unie en FEG zich eind jaren '80 en begin jaren '90 samen met onder meer alle andere leden van de FEG, waaronder destijds Bernard, schuldig zouden hebben gemaakt aan mededingingsinbreuken.

De Europese Commissie heeft naar aanleiding van de klacht van CEF een diepgaand onderzoek ingesteld en is in 2000 tot de conclusie gekomen dat de tegen Bernard geuite verdenkingen ongegrond waren. De verdenkingen tegen Technische Unie en FEG werden wel gegrond bevonden. Aan deze partijen zijn door de Europese Commissie boetes opgelegd. De recente uitspraak van het Europese Hof in Luxemburg heeft betrekking op een hoger beroep dat door deze twee partijen tegen de beschikking van de Europese Commissie was ingesteld. Bernard was in die beroepsprocedure geen partij. De uitspraak van het Hof heeft derhalve geen betrekking op haar.

In 1999 heeft CEF ook een civiele procedure aanhangig gemaakt bij de rechtbank Rotterdam tegen Technische Unie, FEG en Bernard. CEF vordert in deze procedure ruim 97 miljoen. Deze procedure is op verzoek van CEF geschorst en het kan naar verwachting nog lange tijd duren voordat een definitieve uitspraak wordt gedaan.

CEF heeft in verband met deze vordering meerdere keren getracht om ten laste van Bernard en/of andere Hagemeyer-vennootschappen en haar bestuurders beslag te leggen. Tot nu toe heeft de rechter CEF verboden beslag te leggen.

Onder andere gezien het feit dat de Europese Commissie Bernard niet schuldig heeft bevonden, is Hagemeyer van mening dat zij goede gronden heeft om er van uit te gaan dat de vordering van CEF zal worden afgewezen. De vordering van CEF is door Hagemeyer vermeld in haar jaarverslagen vanaf 2003. Er is geen specifieke voorziening voor getroffen.

Naarden, 25 september 2006
HAGEMEYER N.V.
Raad van Bestuur

Voor nadere informatie: Emilie de Wolf
Investor Relations & Group Communications Tel. 035 6957676 www.hagemeyer.com / press@hagemeyer.com

Over het eerste halfjaar van 2006 realiseerde Hagemeyer een netto omzet van 3 miljard (gehele jaar 2005: 5,6 miljard) en had circa 17.600 werknemers. Meer dan 90% van Hagemeyers totale omzet wordt door haar kernactiviteit Professional Products en Services (PPS) gegenereerd. PPS richt zich op hoogwaardige business-to-business distributie van elektrotechnische producten en materialen, veiligheidsproducten en andere Maintenance, Repair en Operations (MRO) producten in circa 25 landen in Europa, Noord-Amerika en Azië-Pacific. De overige omzet wordt gerealiseerd door de Agencies/Consumer Electronics (ACE) activiteiten, die in Nederland en Australië consumentenelektronica en merkproducten distribueren en luxe producten in een aantal landen in Azië. Het hoofdkantoor van Hagemeyer is gevestigd in Naarden, Nederland.

HAGEMEYER N.V. RIJKSWEG 69, POSTBUS 5111, 1410 AC NAARDEN, NEDERLAND TEL (035 6957676, FAX 035 6944396 E-MAIL INFO@HAGEMEYER.COM /WWW.HAGEMEYER.COM


---- --