Ministerie Tewerkstelling en Arbeid Belgie

Gemeenteraadsverkiezingen en klein verlet

De wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten en het koninklijk besluit van 28 augustus 1963 heeft met betrekking tot de gemeenteraadsverkiezingen een bepaalde regeling uitgewerkt die van toepassing is op de contractuele werknemers tewerkgesteld met een arbeidsovereenkomst geregeld door de wet van 3 juli 1978 (statutaire werknemers vallen niet onder deze regeling).

Deze regeling ziet eruit als volgt:

* De werknemer die op de dag van de verkiezingen moet gaan werken, mag met behoud van loon van het werk afwezig zijn gedurende de tijd die nodig is om zijn plicht als kiezer te vervullen. Deze mogelijkheid bestaat alleen voor de werknemers die niet aan de voorwaarden voldoen om bij volmacht te stemmen.


* De werknemer die het ambt van bijzitter moet uitoefenen in het hoofdstembureau of enig stembureau mag met behoud van loon van het werk afwezig zijn gedurende de tijd die nodig is om deze taak uit te oefenen.


* De werknemer die het ambt van bijzitter moet uitoefenen in een hoofdbureau voor stemopneming mag met behoud van loon van het werk afwezig zijn gedurende de tijd die nodig is om deze taak uit te oefenen met een maximum van vijf dagen.

Om recht te hebben op loon moet de werknemer zijn werkgever vooraf verwittigen.

Merk op dat enkel de werknemer die bijzitter is in het hoofdstembureau, het enig stembureau of het hoofdbureau voor stemopneming recht heeft op verlof (maximum van vijf dagen).

Werknemers die voorzitter, secretaris of bijzitter van een gewoon stembureau of bureau voor stemopneming zijn, hebben dit recht niet. In de praktijk vormen deze ambten de meerderheid binnen het kader van de verkiezingen wat maakt dat de meerderheid van de werknemers in kwestie aldus geen recht op betaalde afwezigheid zoals hierboven beschreven zal hebben.