Ministerie van Financiën

Verslag informele Ecofin 8 en 9 september 2006

Eurogroep
Tijdens de Eurogroep bespreken de ministers de economische situatie, de voorbereiding van de jaarlijkse IMFC- en G7-vergaderingen en het buitensporige tekort van Duitsland. Daarnaast geeft de Italiaanse minister van financiën Padoa-Schioppa een toelichting op de maatregelen die Italië wil nemen om het tekort terug te brengen onder de 3 procent.

Wat betreft de economische situatie zijn er positieve signalen. De groeivoeten van zowel de EU als het Eurogebied lagen in de eerste helft van 2006 boven potentieel. De groei is het hoogste in vijf jaar. Hoge en stijgende ondernemers- en consumentenvertrouwenindicatoren ondersteunen de positieve verwachtingen. Ook mondiaal gezien is er sprake van een hoge groei, al zijn er afkoelingsverschijnselen in de VS. Er wordt, mede door de afkoeling in de VS en de hoge olieprijzen een afzwakking van de groei in 2007 voorspeld. De ministers concluderen dat de goede economische situatie gebruikt moet worden om de budgettaire situatie te verbeteren.

Ecofin

Voorbereiding jaarlijkse IMFC- en G7-vergaderingen De ministers bereiken een akkoord over de EU IMFC speech en het mandaat voor Eurogroepvoorzitter Juncker ten behoeve van zijn deelname aan de G7 in Singapore. In deze speech wordt ingegaan op de mondiale economie, de strategische koers van het IMF, surveillance, de instrumenten van het Fonds in lage-inkomenslanden, schuldverlichting en ontwikkelingsfinanciering. De EU lidstaten steunen het voorstel van de Board of Governors op het gebied van quota en vertegenwoordiging.

Werkmethoden Ecofin
De ministers spreken over hoe de Ecofin Raad zich meer kan richten op bespreking van beleidsrelevante onderwerpen en minder tijd zou hoeven te besteden aan procedures. Er wordt gesproken over de verhouding tussen het Economic and Financial Committee (EFC) en het Economic Policy Committee (EPC). Daarnaast wordt er besloten dat in vervolg het aantal delegatieleden dat toegang heeft tot de vergaderzaal wordt beperkt.

Economische en financiële aspecten van EU energiebeleid De ministers bespreken kort het Europese energiebeleid waarbij tevens de vraag naar het al dan niet veilen van emissierechten aan bod komt. Sommige lidstaten veilen op dit moment niet en geven deze rechten weg. Dit is impliciet een beloning voor eerdere vervuiling.


---

Buitensporigtekortprocedure Duitsland

De ministers besluiten dat er op dit moment geen verdere stappen nodig zijn in de buitensporig tekortprocedure tegen Duitsland. Implementatie van het pakket van maatregelen dat Duitsland heeft genomen, zal leiden tot een tijdige correctie van het tekort zoals overeengekomen door de Raad op 14 maart 2006, namelijk uiterlijk 2007. Doordat de conjunctuur opveert in Duitsland, de groeiraming voor 2006 is recent van 1,7% naar 2,1% verhoogd, vallen tevens de belastingontvangsten mee. Het is daardoor goed mogelijk dat Duitsland al in 2006 onder de 3% grens komt. Geconstateerd wordt dat het eerder afgesproken correctiepad voor het structurele tekort, namelijk 0,5 procentpunt verbetering van het structurele tekort per jaar, niet volledig door Duitsland gehaald lijkt te worden. De ministers benadrukken dan ook dat Duitsland strikt de hand dient te houden aan de uitgaven en dat extra inkomsten door de betere economische situatie gebruikt moeten worden voor tekortreductie. De Raad en de Commissie zullen dan ook de budgettaire ontwikkeling in Duitsland nauwlettend in de gaten houden.

Mondiale concurrentie, innovatie en productiviteit De Ecofin spreekt over de rol van financiële markten bij het stimuleren van onderzoek en ontwikkeling, innovatie en productiviteit. Jorma Ollila (Nokia en Shell) en John Monks (European Trade Union Confederation) verzorgen presentaties. Tevens ligt er een paper van de Commissie voor ter bespreking. Hierin wordt aangegeven dat er in de EU te weinig bereidheid is tot het verstrekken van leningen en risicokapitaal aan R&D ­intensieve jonge ondernemingen. De Commissie concludeert dat er niet zo zeer een tekort aan wetenschappelijke kennis en ideeën bestaat, maar dat het probleem meer zit in het feit dat men moeite heeft om de ideeën en innovaties te matchen met investeerders.

Ollilla onderschrijft de conclusie van de Commissie en zegt dat er daarnaast nog drie andere factoren ten grondslag liggen aan het probleem: (1) er is geen cultuur van ondernemerschap, (2) er wordt te weinig een link tussen wetenschap en praktijk gelegd en (3) er zijn geen wetenschappelijke top instituten.

Monks geeft aan dat er sprake is van een onderontwikkelde financiële markt in Europa. Daarnaast zijn bestuurders van bedrijven in zijn ogen risicomijdend en richten bedrijven zich teveel op de waarde van aandelen waardoor korte termijndenken ontstaat. Dit leidt tot een verminderde investering in R&D en innovatie.

Verscheidene ministers en centrale bankpresidenten onderschrijven dat de financiële markten beter zouden moeten functioneren. Tevens worden nog andere factoren genoemd die belangrijk zijn. Zo wordt er onder andere aandacht gevraagd voor betere regelgeving, flexibele arbeidsmarkten en, implementatie van het Financial Services Action Plan.

Voorzitter Eero Heinäluoma concludeert dat drie zaken moeten worden onderzocht met betrekking tot het efficiënt functioneren van financiële markten: (1) de Commissie en de ECB gaan onderzoeken
---

welke institutionele factoren het efficiënt functioneren van de financiële markt verhinderen, (2) de

Commissie gaat onderzoeken wat de redenen zijn van de lage winstgevendheid van durfkapitaal in vergelijking met de VS, (3) het Financial Services Committee moet opnieuw onderzoeken welke obstakels er nog zijn in de Europese durfkapitaalmarkt.

Financiële crisis management
De ministers en presidenten van de centrale banken bespreken de crisisoefening die op 5-7 april 2006 heeft plaatsgevonden. De oefening had betrekking op een aantal fictieve grensoverschrijdende financiële instellingen die in de problemen kwamen als gevolg van het faillissement van een grote fictieve industriële onderneming. Het is gebleken dat de bestaande afspraken tussen toezichthouders, Centrale Banken en Ministeries van Financiën goed kunnen werken in een crisissituatie. Wel is een uitkomst van de oefening dat er nog mogelijkheden zijn om de samenwerking tussen autoriteiten die verantwoordelijk zijn voor financiële stabiliteit te verbeteren. Besloten wordt om hieraan te werken.
-0-


---


---- --