Provincie Groningen

Provinciale actie voor behoud regionale taal 25 september 2006

Samen met de provincies Drenthe en Overijssel en de gemeenten Oost- en Weststellingwerf voert de provincie Groningen actie voor het behoud van de Nedersaksische taal.

Op dinsdag 26 september aanstaande om 13.15 uur overhandigen deze provincies en gemeenten onder aanvoering van gedeputeerde van cultuur van Groningen, Hans Gerritsen een petitie aan de vaste Kamer Commissie voor Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties. Met deze petitie roepen zij de kamerleden op om te besluiten tot formele toepassing op het Nedersaksisch van deel III van het Europese Handvest voor regionale talen of talen van minderheden. Deze verandering van deel II (huidige toepassing) naar deel III moet ervoor zorgen dat de taal beter beschermd wordt, waarmee een uniek stuk erfgoed behouden blijft.

Het Nedersaksisch is de moedertaal van velen in het Nedersaksisch taalgebied dat ruim 3 miljoen inwoners beslaat (provincies Groningen, Drenthe, Overijssel, deel Gelderland en de gemeenten Oost- en Weststellingwerf). De helft van de inwoners zijn actieve gebruikers. Voor hen is het de taal waarin zij hun emoties het beste onder woorden kunnen brengen. Het Nedersaksisch bevat vele unieke zegswijzen en uitdrukkingen en is bovendien nationaal en Europees erfgoed waarmee, net als met monumenten, zorgzaam moet worden omgegaan.

De positie van het Nedersaksisch staat onder druk. De recente `Taaltelling Nedersaksisch' wijst uit: het Nedersaksisch wordt bedreigd doordat er minder sprekers zijn, jongere generaties het niet meer spreken, velen die het kunnen spreken doen dat niet o.a. doordat er nog steeds neergekeken wordt op de taal en doordat er nog onterechte scepsis bestaat over tweetaligheid. De regio besteedt jaarlijks 1.1 miljoen euro structureel aan het Nedersaksisch. Daarnaast aan veel incidentele activiteiten.

De provincies Groningen, Drenthe, Overijssel en de gemeenten Oost- en Weststellingwerf richten zich tot de Tweede Kamer, omdat het overleg met minister Remkes van BZK stagneert. De overheden uit het Nedersaksisch taalgebied vinden dat de Rijksoverheid met deze terughoudende opstelling in strijd handelt met de letter en geest van het Handvest dat oproept tot actieve bescherming van de culturele rijkdom van regionale talen of talen van minderheden.

Erkenning onder deel III van het Handvest is noodzakelijk gelet op de waarde van de taal voor de bevolking, de waarde van de taal als cultureel erfgoed, de bedreigingen waaraan de taal is blootgesteld. Erkenning onder deel III van het Handvest biedt de beste waarborg, omdat concreet wordt vastgelegd met welke middelen en rechten het gebruik van het Nedersaksisch bevorderd en beschermd wordt. Bovendien maken de overheden verplichtende afspraken met een onafhankelijke instantie (Consultief Orgaan binnen de Raad van Europa).

Dit alles kan ondermeer leiden tot betere toegang tot landelijke en Europese fondsen. Maar ook heel concreet; bijvoorbeeld meer stimulans voor het organiseren van activiteiten (muziek, theater, manifestaties, literaire uitgaven) en meer educatie (cursussen voor volwassen, lesmateriaal voor scholen). Tenslotte is het een blijk van waardering van overheden voor de taal en daardoor wordt de positie van de taal versterkt.

26 september 2006