Gemeente Den Haag

27 september 2006
Wethouder Sander Dekker: Geen kind buiten beeld (27 september)

Met 43 actiepunten en een bedrag van 49 miljoen euro zet het College van B&W vol in op de Haagse jeugd. Het Actieprogramma Jeugd biedt tal van maatregelen die het toekomstperspectief van veel Haagse jongeren zullen verbeteren. De toekomst van onze kinderen is de toekomst van onze stad, aldus Sander Dekker.

Opvoeding en bescherming
Bij de hulpverlening aan kinderen zijn veel instanties betrokken. De praktijk wijst uit dat de samenwerking tussen deze instanties niet in alle gevallen optimaal is. Regelmatig dreigen kinderen tussen de wal en het schip te raken doordat instellingen langs elkaar heen werken en onvoldoende informatie uitwisselen.

Een goede uitwisseling van informatie is van vitaal belang bij de zorg voor jongeren. Soms botst dat belang met de bescherming van persoonsgegevens. Het Actieprogramma Jeugd stelt voor een Haags Privacy Protocol te ontwikkelen. Dit protocol moet waterdichte afspraken maken over communicatie tussen de meest betrokken instanties. Daarnaast zal de gemeente actie ondernemen richting het rijk om knellende privacyregelgeving aan te passen. Wethouder Dekker: Het belang van het kind prevaleert boven dat van de bescherming van persoonsgegevens.

Alle relevante informatie over de ontwikkeling van kinderen van 0-23 jaar komt samen in het Elektronisch Kinddossier. Doordat de hele jeugdhulpverlening daar gegevens voor aanlevert zal de kwaliteit van de dienstverlening toenemen.

Het voorkomen en tegengaan van problemen rond opvoeden is van groot belang voor de ontwikkeling van kinderen. Een kind dat zich goed voelt en gelukkig is, kan zijn talenten optimaal ontwikkelen. Ouders moeten daarom voldoende zijn toegerust voor hun taak als opvoeder.

Er komen Centra voor Jeugd en Gezin die gezinnen zullen ondersteunen bij de opvoeding van kinderen. De hulp varieert van informatievoorziening over opvoeding tot verplichte gezinscoaching in die gevallen waar kinderen de dupe dreigen te worden van een opeenstapeling van problemen. In 2010 moet ieder stadsdeel over een Centrum voor Jeugd en Gezin beschikken. In de centra komt alle zorg voor het kind samen: het consultatiebureau, de schoolarts en jeugdzorg. Er is straks één loket waar ouders met vragen over gezondheid en opvoeding terecht kunnen.

School of werk
De meeste jongeren kunnen binnen het onderwijs prima uit de voeten, maar er is nog steeds een te grote groep die school verlaat zonder startkwalificatie. Veel jongeren zonder startkwalificatie redden het niet op de arbeidsmarkt. Het College van B&W wil daarom dat jongeren tot 27 jaar op school zitten of aan het werk zijn, opdat zij hun talenten zo goed mogelijk benutten. Nieuwe impulsen zijn nodig. Het terugdringen van voortijdig schoolverlaten is één van de ambities. Dat vergroot de kansen van de jongeren op de arbeidsmarkt. Daarom wordt ingezet op uitbreiding van schoolmaatschappelijk werk, loopbaanoriëntatie en meer stage- en werkervaringsplaatsen. Ook invoering van een lokale leerwerkplicht is een mogelijkheid om jongeren aan de slag te krijgen. Daarmee krijgt de gemeente een extra instrument in handen om jongeren tussen de 18 en 23 jaar te verplichten naar school te gaan of een baan aan te nemen.

Jeugd in de stad
Mensen maken de stad. Het Actieprogramma Jeugd richt zich daarom op alle Haagse jongeren. Naast concrete maatregelen voor specifieke problemen, bevat het programma ook actiepunten die Den Haag als aantrekkelijke stad voor jongeren op de kaart moet zetten. In de eerste plaats moet de buurt waar kinderen opgroeien een plaats zijn waar zij zich veilig en prettig voelen. De komende tijd brengt het College in beeld welke voorzieningen er in de wijken voor de jeugd zijn. Op basis van de resultaten daarvan wordt een kwaliteitskaart opgesteld die aangeeft welke aanpassingen nodig zijn om te voldoen aan het predikaat kindvriendelijke wijk.
In de tweede plaats gaat de gemeente jongeren meer stimuleren om een actieve bijdrage aan hun stad te leveren. Dat kan door de invoering van maatschappelijke stages en activiteiten die jongeren zelf ontwikkelen in hun straat, wijk en buurt. De gemeente stelt daar iets tegenover in de vorm van sociale airmiles.