Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht

PB06-093
28 september 2006

Economie groeit 2,8 procent in het tweede kwartaal 2006

De Nederlandse economie is in het tweede kwartaal van 2006 met 2,8 procent gegroeid. De groei van het bruto binnenlands product (BBP) is behaald met een werkdag minder dan vorig jaar. De tweede raming van de economische groei van het tweede kwartaal is 0,4 procentpunt hoger dan de eerste raming van 10 augustus. Dit blijkt uit cijfers van het CBS. De uitvoer leverde de belangrijkste bijdrage aan de groei. Daarnaast trekken ook de binnenlandse bestedingen duidelijk aan. Huishoudens hebben meer geconsumeerd en bedrijven meer geïnvesteerd.

Opwaartse bijstelling economische groei De economische groei in het tweede kwartaal is 0,4 procentpunt opwaarts aangepast. Dat komt doordat de productiecijfers van de industrie, de bouw en de zorg hoger zijn dan eerder geraamd. Hierdoor is minder uit voorraden geleverd en zijn de investeringen en de overheidsconsumptie hoger.

Kwartaal-op-kwartaalgroei 1,2 procent Het volume van het BBP was in het tweede kwartaal 1,2 procent hoger dan in het eerste kwartaal van 2006. Bij de eerste raming was dat 1,0 procent. De kwartaal-op-kwartaalgroei van 1,2 procent in het tweede kwartaal is de hoogste in meer dan twee jaar.

Toename groei in alle bestedingscategorieën De economische groei van 2,8 procent in het tweede kwartaal van 2006 is vrijwel gelijk aan die in het eerste kwartaal. In vergelijking met 2005 betekent ln.... duurzame consumptiegoederen namen sterk toe. het echter bijna een verdubbeling van de groei. De groeiversnelling is het grootst bij de consumptie van huishoudens. Vooral hun uitgaven aan sbc.... hoger dan die van Nederlands product. De invoer groeide even sterk als de De groeiversnelling bij de export heeft betrekking op de uitvoer van Nederlands product. Toch is de groei van de wederuitvoer nog altijd veel uitvoer. Dat komt niet alleen door de wederuitvoer, maar voor een belangrijk w deel ook door de aantrekkende binnenlandse bestedingen en productie. Het bedrijfsleven investeert steeds meer in machines, computers en w vrachtauto's. Ook in woningen is meer geïnvesteerd. De zorg is w verantwoordelijk voor de extra overheidsconsumptie. CBS Persbericht PB06-093 pagina 1 van 5

Productiegroei vooral bij de commerciële dienstverleners In het tweede kwartaal nam de productie bijna overal toe, maar het meest bij de commerciële dienstverleners. Toppers zijn de uitzendbranche, de groothandel en het bankwezen. De detailhandel profiteerde van de sterk toegenomen kooplust van de consumenten. De goederenproducenten droegen minder bij. Dit komt deels door het effect van een werkdag minder. De productiegroei in de industrie en de bouwnijverheid was positief, maar bescheiden. In de industrie was vooral de productie van de chemie en de metaal hoger. De productie van de energiesector was lager, omdat er minder elektriciteit werd opgewekt en minder aardgas gewonnen. In de niet- commerciële dienstverlening kwam de groei hoofdzakelijk voor rekening van de zorgsector.

Technische toelichting
Algemeen
De economische groei wordt gemeten aan de volumegroei van het bruto binnenlands product (BBP). Dit is het totaal van de in het productieproces gevormde inkomens (de `toegevoegde waarde').
Achtergrondinformatie over de ramingen
Er worden twee ramingen samengesteld en gepubliceerd van de economische groei in een kwartaal. De eerste raming of flash-raming wordt uiterlijk 45 dagen na afloop van een kwartaal gepubliceerd. De cijfers van de eerste raming kunnen wijzigen op grond van nieuwe statistische broninformatie die nadien beschikbaar komt. In de tweede raming die uiterlijk 90 dagen na afloop van een kwartaal wordt gepubliceerd, is deze nieuwe en meer uitgebreide statistische informatie verwerkt. Bovendien komen op dat moment meer detailgegevens beschikbaar. Bij de afsluiting van het vierde kwartaal komt tevens de eerste raming van het jaar gereed en worden de eerste drie kwartalen opnieuw vastgesteld.
Ook nadien kunnen de cijfers nog worden aangepast. De kwartaalgegevens worden namelijk eenmaal per jaar in juli geijkt aan de jaarcijfers van de Nationale rekeningen die volgens een vaste cyclus van drie opeenvolgende ramingen (voorlopige raming, nader voorlopige raming en definitieve raming) worden herzien.
Werkgelegenheid
In het persbericht over de eerste raming van de economische groei in een kwartaal wordt conform Europese afspraken tevens een eerste raming van de werkgelegenheid in dat kwartaal gepubliceerd. Deze raming heeft uitsluitend betrekking op werknemers. Zelfstandigen blijven buiten beschouwing. De raming luidt zowel in banen als in arbeidsjaren (=voltijdbanen). De tweede raming van de werkgelegenheid met daarbij een verdeling van de werkgelegenheid naar bedrijfstakken wordt gepubliceerd in een afzonderlijk persbericht één werkdag na verschijning van het persbericht over de tweede raming van de economische groei op kwartaalbasis.
Seizoengecorrigeerde gegevens
Normale praktijk is dat mutaties worden berekend ten opzichte van het vergelijkbare kwartaal van het voorafgaande jaar. Om een zo goed mogelijk beeld te geven van de conjuncturele stand van zaken wordt de groei van het BBP en van het aantal banen ook ten opzichte van het voorgaande kwartaal CBS Persbericht PB06-093 pagina 2 van 5

berekend. Hierbij wordt gecorrigeerd voor seizoen- en werkdageffecten. Bij het uitkomen van nieuwe kwartaalcijfers wordt deze seizoencorrectie steeds opnieuw doorgerekend. Dit leidt doorgaans tot geringe bijstellingen van eerder geraamde cijfers, incidenteel tot meer substantiële bijstellingen. Jaarcijfers
Het persbericht over de tweede raming van de economische groei voor het eerste kwartaal bevat additionele gegevens over het productie- en bestedingendeel van de jaarpublicatie Nationale rekeningen. In dat persbericht zullen daarom twee extra tabellen worden opgenomen met enkele nieuwe jaarcijfers.
Zorgstelsel
Dit jaar is een nieuw zorgstelsel ingevoerd. In de Nationale rekeningen brengt dit een verschuiving met zich mee van consumptie door huishoudens naar consumptie door de overheid. De consumptie door huishoudens is hierdoor in 2006 veel lager, de consumptie door de overheid veel hoger dan een jaar eerder. Ook heeft bij de productie een overheveling plaatsgevonden van overheid naar verzekeringsinstellingen. In dit persbericht zijn de cijfers opgenomen waarin deze verschuivingen zijn verwerkt. Daarnaast zijn tussen haakjes de cijfers opgenomen waarin voor deze verschuiving is gecorrigeerd. Bij de beschrijving van ontwikkelingen is de tekst van het persbericht gebaseerd op de gecorrigeerde cijfers.

Bruto binnenlands product: volume
% mld euro 8 120 7 119 118 6
117 5
116 4
115 3
114 2 113 1 112 0 111
-1 110 I II III IV I II III IV I II III IV I II III IV I II 2002 2003 2004 2005 2006 %-mutatie t.o.v. dezelfde periode een jaar eerder (links) Seizoengecorrigeerd, mld euro in prijzen 2001 (rechts) Bron: CBS
CBS Persbericht PB06-093 pagina 3 van 5

Tabel 1: Bruto binnenlands product (marktprijzen) Waarde Verandering t.o.v.
zelfde periode vorig jaar voorgaande periode 1)# mld euro volumemutaties in %
2003 476,9 0,3 . 2004 489,9 2,0 . 2005 505,6 1,5 . 2003-I 117,6 0,8 0,8 II 121,3 -0,2 -0,8 III 115,0 0,0 0,1 IV 123,1 0,7 0,6 2004-I 119,9 1,3 1,4 II 124,4 1,8 0,0 III 118,1 2,3 0,5 IV 127,4 2,4 0,1 2005-I 122,5 0,4 0,3 II 128,8 1,9 0,6 III 122,2 2,0 0,7 IV 132,2 1,9 0,6 2006-I 129,2 2,9 0,5 II 134,1 2,8 1,2 1) Gecorrigeerd voor seizoeninvloeden en werkdageffecten. #) Deze cijfers zijn bijgesteld, achtergrondinformatie staat in de technische toelichting. Bron: CBS

CBS Persbericht PB06-093 pagina 4 van 5

Tabel 2: Goederen- en dienstentotalen
2005 2005 2006 II III IV I 2) II 2) # volumemutaties in % t.o.v. een jaar eerder Consumptieve bestedingen 0,6 0,2 1,2 1,5 1,9 2,4 w.v. door huishoudens 0,7 0,6 1,3 1,6 -0,6 (2,6) -0,7 (2,6) door overheid 0,3 -0,5 1,0 1,2 7,2 (0,3) 8,3 (2,1) Investeringen in vaste activa 3,6 5,1 7,5 2,7 4,4 4,2 Veranderingen voorraden1) -0,1 -1,5 -0,5 1,2 0,7 -1,7 Nationale bestedingen 0,9 1,1 1,6 1,8 2,7 2,5 Uitvoer goederen en diensten 5,5 7,4 5,5# 2,2 8,3 6,9 Invoer goederen en diensten 5,1 6,8 5,3 2,2 8,7 6,9 Bruto binnenlands product 1,5 1,9 2,0 1,9 2,9 2,8 1) In procenten van het BBP in constante prijzen. 2) De getallen tussen haakjes zijn gecorrigeerd voor veranderingen in het zorgstelsel. #) Deze cijfers zijn bijgesteld, achtergrondinformatie staat in de technische toelichting. Bron: CBS

Tabel 3: Toegevoegde waarde van producenten (bruto, basisprijzen) 2005 2005 2006 II III IV I 1) II 1) # volumemutaties in % t.o.v. een jaar eerder Producenten van:
Goederen -0,4 1,6 -0,4 -0,6 3,9 0,8 Landbouw en visserij 1,1 -3,2 1,1 3,5 -1,6 1,2 Industrie en energie: -1,2 0,6 -1,4 -1,7 4,2 0,4 w.o. Industrie 0,2 1,1 0,7 0,6 2,1 1,4 Bouwnijverheid 1,8 6,7 2,8 1,5 4,9 1,8 Commerciële diensten 3,0 2,6 3,3 3,3 3,1 (2,9) 5,3 (5,1) Handel, horeca en transport 2,5 1,0 3,8 3,8 4,9 5,7 Financiële en zakelijke
Diensten 3,4 4,0 2,8 2,9 1,7 (1,3) 4,9 (4,5) Niet-commerciële diensten 0,8 0,9 1,3 1,6# 0,4 (0,8) 0,6 (1,0) 1) De getallen tussen haakjes zijn gecorrigeerd voor veranderingen in het zorgstelsel. #) Deze cijfers zijn bijgesteld, achtergrondinformatie staat in de technische toelichting.

Bron: CBS

CBS Persbericht PB06-093 pagina 5 van 5


---- --