Gemeente Utrecht

ReÏntegratiemonitor 2006: Utrechtse werkzoekenden in beeld

De gemeente Utrecht brengt voor de derde keer de 'Utrechtse Reïntegratiemonitor' uit, die ontwikkelingen op het gebied van uitkeringen, werkzoekenden, reïntegratie en arbeidsmarkt belicht. De monitor geeft een beeld van de stand van zaken per 1 januari 2006 en biedt daarnaast inzicht in de reïntegratiebestanden 2004 en 2005. Op 1 januari 2006 hadden ruim 29.000 Utrechters een uitkering (bijstand, WW of arbeidsongeschiktheid). Vergeleken met 1 januari 2005 is dit een vermindering met ongeveer 1.400 personen. Begin 2006 waren ruim 13.700 werkzoekenden bij het CWI ingeschreven, ongeveer evenveel als in 2004 en 2005. Vergeleken met begin 2005 is er een lichte stijging in het aantal werkzoekenden dat naar (vrijwilligers)werk wordt begeleid. Uit de monitor blijkt dat, van de uitkeringsgerechtigden die bij het CWI zijn ingeschreven, in 2004 of 2005, 31% deelnam aan een reïntegratietraject. Van de gemeentelijke reïntegratietrajecten die in 2003 zijn gestart heeft 47% het gestelde trajectdoel gehaald. Hierbij geldt voor bepaalde doelgroepen ook het vervullen van vrijwilligerswerk als mogelijk doel.

De gegevens die voor de Reïntegratiemonitor 2006 zijn verzameld, zijn afkomstig van de gemeente, Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV), Centrum Werk & Inkomen (CWI) en reïntegratiebedrijven. Het gaat om statistische gegevens over personen die werkzoekend zijn en/of een uitkering hebben of werkzaam zijn in een gesubsidieerde baan en de sociale werkvoorziening.

Werkzoekenden

Onder de ingeschrevenen in Utrecht is de afstand tot de arbeidsmarkt voor een meerderheid door het CWI ingeschat als "groot". In deze groep zitten veel ouderen (45-65 jaar), allochtonen en laag opgeleiden. In de wijk Overvecht ontvangt bijna 25% van de potentiële beroepsbevolking (personen van 15-65 jaar) een uitkering en is bijna 13% van de potentiële beroepsbevolking ingeschreven als werkzoekend. Dit zijn de hoogste percentages in de stad, want op enige afstand volgen Zuidwest en Noordwest met 18% uitkeringsgerechtigden en rond de 9% werkzoekenden. De minste werkloosheid is gemeten in Vleuten/De Meern (3,6%) en Utrecht Oost (3,7%). Het stadsgemiddelde ligt op 6,7% van de beroepsbevolking.

Investeren in scholing

De werkgelegenheid in de gemeente Utrecht daalde in 2005 licht naar 202.000 banen. In 2006 zal het aantal arbeidsplaatsen naar verwachting toenemen. Het aantal ingediende vacatures bij het CWI kende in de eerste helft van 2006 een groei van 25% vergeleken met dezelfde periode in 2005. Kansen op de arbeidsmarkt zijn er vooral in de zakelijke dienstverlening, de gezondheidszorg en de handel. Dit geldt vooral voor functies voor middelbaar en hoog opgeleide werkzoekenden. Ook de kansen voor lager opgeleiden nemen toe met de aantrekkende economie, al zijn deze kansen beperkter. Daarom investeert de gemeente in scholing en opleiding wanneer die bijdraagt aan het vinden van een baan. Voor allochtonen met een taalachterstand zijn er in 2006 meer mogelijkheden voor combinaties van taalscholing met een vakopleiding gekomen.

Resultaten gemeentelijke trajecten

De hoogste deelname aan trajecten voor het vinden van werk of vrijwilligerswerk zien we onder de WW-ers (27%), gevolgd door bijstandscliënten (23%) en vervolgens de arbeidsongeschikten (6%). Dit is een lichte stijging van de deelname ten opzichte van de reïntegratiemonitor 2005. Van de mensen met een uitkering doen relatief meer allochtonen dan autochtonen mee aan de trajecten.

De reïntegratiemonitor 2006 constateert dat van de 1232 gemeentelijke reïntegratietrajecten die in 2003 zijn gestart, bijna de helft van de trajecten met een positief resultaat is afgerond. Hiervan hebben er 199 geleid tot regulier werk, 21 tot het starten van een eigen bedrijf, 117 tot bemiddeling naar werk met loonkostensubsidie en zijn 18 personen een opleiding in het reguliere onderwijs gestart. Ruim 150 werkzoekenden zijn bemiddeld naar vrijwilligerswerk. Bij 66 personen was het resultaat vooralsnog beperkt tot een verhoging van hun participatie aan de samenleving. Een deel van de trajecten is zonder concreet resultaat gebleven. Dit is bijvoorbeeld het geval als mensen verhuizen of trajecten worden beëindigd omdat mensen afspraken onvoldoende nakomen.

De cijfers over de trajecten die in 2004 zijn gestart zijn nog niet volledig omdat een groot deel van de trajecten (ongeveer een derde) nog doorloopt in 2006. Een gemiddeld reïntegratietraject duurt twee jaar. De cijfers over 2004 worden in de Reïntegratiemonitor 2007 verwerkt.

Noot voor de media:

Voor meer informatie of voor een digitaal exemplaar van de Reïntegratiemonitor 2006 kunt u contact opnemen met Annemieke Vermeulen, Bestuurscommunicatie, telefoon 030 -286 11 55.