Federale regering Belgie
Persbericht:Suez-GDF
(2006-10-04)
Persdienst Eerste Minister
Premier Guy Verhofstadt en Minister van Energie Marc Verwilghen hebben
aan de leden van het kernkabinet en de gewestelijke ministers van
energie Kris Peeters, André Antoine en Evelyne Huytebroeck een stand
van zaken meegedeeld van de onderhandelingen in het dossier Suez GDF.
De Premier heeft bovendien toegelicht dat het dossier van de
gaskorting het voorwerp is van een eerdere principiële afspraak met
Suez, die in de Pax electrica 2 enkel geformaliseerd wordt en in geen
enkele mate een impact heeft op de echte inzet van de
onderhandelingen, zijnde het versterken van de concurrentie op de
markt met het oog op de best mogelijke prijzen voor de consumenten.
De Ministers zijn het er over eens dat deze doelstelling bereikt moet
worden met een dubbele strategie, die zowel de electriciteits- en de
gasmarkt betreft.
Voor wat betreft de gasmarkt verwijzen de ministers naar de remedies
die de groep aan de Europese Commissie heeft overgemaakt en die op dit
ogenblik door de Commissie worden onderzocht. Zij rekenen op de
Europese Commissie om sterke remedies af te dwingen die een
volwaardige concurrentie op de Belgische markt mogelijk maken in
betere omstandigheden dan die voor de fusie. Zij hebben aan de
Commissie ook hun inzichten bekendgemaakt en onder meer gewezen op de
noodzaak van een onafhankelijk en onpartijdig bestuur van het
gasnetwerk en de noodzaak van de uitbouw van de LNG-terminal alsook de
toegangsvoorwaarden tot flexibiliteit.
De gesprekken op Belgisch niveau met de groep spitsen zich vooral toe
op het electriciteitsluik. De ministers onderschrijven de doelstelling
om te komen, naast Suez-Gdf, tot twee volwaardige bijkomende spelers,
die daartoe moeten kunnen beschikken over een concurrentiële
productiemix. Vandaar dat de gesprekken ook handelen over het ter
beschikking stellen door Electrabel van nucleaire capaciteit aan twee
andere spelers, waarbij niet enkel het volume, maar ook de
leveringsvoorwaarden, waaronder de prijs, een belangrijk punt van
discussie zijn. Daarnaast hebben de ministers onder meer gesproken
over het versterken van de controle op de nucleaire provisies zonder
te raken aan de volledige verantwoordelijkheid van de groep ter zake.
De timing voor de definitieve afronding van het dossier hangt af van
de procedure op Europees niveau. De Belgische onderhandelaars volgen
de evoluties op Europees vlak op de voet en zetten intussen hun
gesprekken met Suez/Gdf voort met het oog op het bekomen van een echte
concurrentiële markt met scherpe prijzen voor de consumenten en de
bedrijven.