Maakindustrie Nederland beslist geen verloren zaak
Creative venue
Innovatie moet vanuit bedrijven zelf komen
Succes Nederlandse maakindustrie vooral kwestie van 'gedreven ondernemerschap'
De maakindustrie in Nederland is beslist geen verloren zaak. Bedrijven in deze sectoren
moeten vooral leren van andere succesvolle ondernemingen in de sector en niet wachten op
initiatieven vanuit de overheid. Wil de overheid innovatie in Nederland op een hoger plan
krijgen, dan zal zij veel gerichter moeten acteren bij het verstrekken van
'geduldkapitaal', meer moeten investeren in de samenwerking tussen kennisinstellingen en
bedrijfsleven en de aantrekkelijkheid van technisch onderwijs vergroten. Dit en meer
blijkt uit het vandaag gepubliceerde onderzoek van Van Lanschot Bankiers en
onderzoeksinstituut NYFER, genaamd 'Parels van de Nederlandse Maakindustrie'.
Er zijn, aldus Van Lanschot, volop kleine, uiterst succesvolle bedrijven in de
maakindustrie die er zelfs in slagen om in hun niche mondiaal marktleider te worden. Deze
'parels' zijn zonder uitzondering zeer innovatief en trekken volstrekt hun eigen plan. Zij
durven vergaande keuzes te maken en onderscheiden zich daarin van minder succesvolle
bedrijven. Deze 'eigenzinnigheid' zou meer dan nu gebeurt als inspiratiebron moeten
dienen voor andere bedrijven. Te veel ondernemingen nemen niet zelf het voortouw op het
gebied van innovatie, maar lijken af te wachten tot de overheid met stimulerende
maatregelen komt.
De 'parels' laten zien dat industriële productie in Nederland geen verloren zaak is.
Integendeel, de onderzochte bedrijven bevestigen dat de industrie tot de meest
dynamische, creatieve en vernieuwende sectoren van de Nederlandse economie behoort. De
succesvolle bedrijven wachten ook niet op de overheid totdat deze subsidies beschikbaar
stelt om innovatie op gang te brengen; ze nemen zelf initiatief. Daarentegen verwachten
ze wel dat de overheid het algemene klimaat rondom innovatie krachtiger stimuleert.
De overheid dient, aldus Carlos van der Linden, directeur van Van Lanschot Zakenbank, met
name voorwaarden te scheppen op maat, in plaats van generieke oplossingen aan te dragen.
Van dat laatste is nu sprake bij het Innovatieplatform. Ook zouden bankiers veel meer dan
nu het geval is, betrokken moeten worden bij innovatiebeleid. Bijvoorbeeld bij het
opzetten van speciale beleggingsfondsen om innovatie makkelijker te financieren met
zogenaamd 'geduldkapitaal'. 'De overheid kan in dat geval het voortouw nemen om risico's
voor beleggers te dempen, fiscale faciliteiten te treffen of een betere bescherming van
ontwikkelde technologie te bieden. Een concrete maatregel als het opnemen van een
octrooibox in de Vennootschapsbelasting, zoals het kabinet nu heeft voorgesteld, is op
zich een goede stap, maar ook het vestigen van patenten moet eenvoudiger en goedkoper
worden gemaakt'.
POSITIE OP DE WERELDMARKT
Het onderzoek richtte zich op tien zeer succesvolle bedrijven (jaaromzet 10-150 miljoen
euro) in de Nederlandse maakindustrie. Alle hebben eigen producten waarmee zij erin
geslaagd zijn op een specifieke markt spelers van wereldformaat (top 3) te worden. Ze
excelleren in meer of mindere mate op het gebied van innovatie, hebben een sterke focus
en streven naar marktleiderschap. Hun financiële horizon is lange termijn. Ze nemen
stuk voor stuk als ondernemer risico's en accepteren tegelijkertijd mislukkingen. Trots,
creativiteit en vrijheid lopen als rode draad door het bedrijf.
Alle 'parels' in dit onderzoek zijn er diep van doordrongen dat zij continu moeten
innoveren om hun positie op de wereldmarkt te behouden en verder te versterken. Hun drang
tot innovatie blijkt uit hun investeringen in onderzoek en ontwikkeling: sommige 'parels'
besteden 15% van hun omzet aan R&D, terwijl de gemiddelde uitgaven van de Nederlandse
industrie op 5% liggen. Binnen het innovatieproces werken de 'parels' nauw samen met hun
klanten en toeleveranciers, die hen van nuttige feedback voor verdere innovatie voorzien.
Ook door intensieve contacten met universiteiten, technologische instituten en andere
kennispartners slagen de bedrijven erin om hun concurrenten telkens voor te blijven.
GEDULDKAPITAAL ESSENTIEEL
De langetermijnvisie die voor innovatie vereist is, stelt ook bijzondere eisen aan de
financiering. 'Geduldkapitaal is erg belangrijk voor de bedrijven in dit rapport', zegt
Van der Linden. 'Het zijn familieondernemingen, oftewel zodanig gestructureerd dat
leiding en eigendom nauw samenvallen. In familieondernemingen is de bereidheid om
genoegen te nemen met beperkt rendement op korte termijn in afwachting van hoger
rendement op langere termijn vaak groter dan bij beursgenoteerde ondernemingen.'
Cruciaal bij het faciliteren van 'geduldkapitaal' is het beoordelen van risico en
rendement, hetgeen gezien de specifieke markt waarin bedrijven opereren heel veel
expertise vereist en niet gemakkelijk voorhanden is. 'Hier moet beter samengewerkt worden
door bedrijven, instellingen en overheid om de gewenste 'dieptekennis' te mobiliseren,
zodat innovatieprojecten beter en veel sneller op haalbaarheid beoordeeld kunnen worden.
Iedereen profiteert hiervan, ook de bedrijven zelf', vervolgt Van der Linden. Hij wijst
in dit kader ook op de zogenaamde 'reinigende werking' die van deze aanpak uitgaat:
alleen die projecten worden opgepakt, die als haalbaar of minstens kansrijk worden
gezien.
Het onderzoek komt op een moment dat het innovatiebeleid sterk in de belangstelling staat
en breed wordt geëvalueerd. 'Al jaren lijkt outsourcing naar het goedkope buitenland
het parool in de maakindustrie. Op zich is dat niet verkeerd mits activiteiten die
verplaatst worden naar het buitenland in Nederland plaatsmaken voor R&D-intensievere
activiteiten, dus met een hogere toegevoegde waarde', zegt Leo van der Geest van NYFER.
'De parels uit het onderzoek zijn in Nederlandse handen en concentreren een substantieel
deel van hun productie en R&D in Nederland. Zij hebben ook geen plannen om naar een
lagelonenland te verhuizen. Integendeel, zij vinden dat Nederland uitstekende
mogelijkheden biedt om succesvol te ondernemen en te produceren. Hun internationale
prestaties ondersteunen die opvatting.'
POSITIEF KLIMAAT
Van Lanschot zegt zelf meerdere van dit type bedrijven in haar klantenbestand te hebben.
'We stoorden ons aan het algemene beeld dat Nederland er niet in slaagt om de
maakindustrie te behouden. De overheid moet constructievere signalen afgeven om dat
algemene klimaat positief te keren. Dat is goed voor de interesse in technisch onderwijs
en de kansen die werken in de industrie oplevert.'
Bedrijven zelf moeten volgens Van der Linden de handschoen oppakken en een voorbeeld nemen
aan de onderzochte 'parels' uit het onderzoek. 'Ondernemingen die weten wat ze willen en
die echt iets bijzonders kunnen, die hoeven echt niet naar China of Bulgarije te
verhuizen om te overleven. Die zetten de poorten wijd open voor talent, durven hun nek
uit te steken en zoeken hun eigen weg. Onze 'parels' uit het onderzoek vertegenwoordigen
de 'best practices', niet alleen wat betreft technologische innovatie maar ook op het
terrein van verkoop, distributie en bedrijfscultuur.'
GERICHTE INNOVATIEFONDSEN
Veel innoverende bedrijven maken de laatste jaren voor de financiering van nieuwe
ontwikkelingen gebruik van private equity. Door een zware financieringsdruk op de
cashflow en soms ongewenste effecten op de eigendomsstructuur, is dit echter niet altijd
zonder gevaar voor de desbetreffende ondernemingen. Van Lanschot denkt dat 'faciliteiten
op maat' daarom vaak meer effect zullen hebben. Van der Linden: 'Dat kan bijvoorbeeld
door oprichting van speciale innovatiefondsen, die door overheid en/of private equity
kapitaal 'gefund' worden. Wij denken dat banken een rol kunnen spelen bij het
samenbrengen van investeerders die bij voldoende spreiding kunnen beleggen in zo'n
innovatiefonds. Daarnaast biedt Van Lanschot Bankiers zelf ook financieringsmogelijkheden
in de vorm van eigen participaties of 'mezzanine' financieringen via een eigen fonds.'
Op 13 november a.s. organiseert Van Lanschot Bankiers een seminar in De Fabrique te
Maarssen met als thema 'Kiezen voor ondernemers in de Maakindustrie'. Naast een
toelichting op het onderzoek zullen staatssecretaris Karien van Gennip, topondernemer Jan
Aalberts en FME-CWM voorzitter Jan Kamminga hun visie geven op de toekomst van de
Nederlandse Maakindustrie.
---
F. van Lanschot Bankiers NV is de oudste onafhankelijke bank van Nederland met een
geschiedenis die teruggaat tot 1737. De bank richt zich op een tweetal doelgroepen: de
vermogende particulier en het middelgrote (familie)bedrijf. Van Lanschot staat voor
kwalitatief hoogwaardige dienstverlening, waarin integrale advisering, persoonlijke
service en maatwerk centraal staan. Van Lanschot NV is genoteerd aan de Euronext
Amsterdam Stock Market.
Perscontacten Van Lanschot
Arno J.J. Barens, Directeur Corporate Communicatie.
Telefoon +31 (0)73 548 3096; mobiel +31 (0)6 22 935 302
E-mail A.Barens@vanlanschot.com
Perscontacten onderzoek 'Parels van de Nederlandse Maakindustrie'
NYFER Forum for Economic Research: L. van der Geest, directeur
Telefoon +31(0)346 291 641; mobiel +31 (0)6 13 804 788
E-mail L.vdGeest@nyfer.nl
Creative Venue communicatieadvies en PR: Paula Harte
Telefoon +31 (0)20 452 5225; mobiel + 31 (0)6 11 397 822
E-mail p.harte@creativevenue.nl