PROJECTVERSLAG
INSPECTIEPROJECT PRAKTIJKLOKALEN
METAALTECHNIEK
VOORBEREIDEND MIDDELBAAR BEROEPSONDERWIJS (VMBO)
MIDDELBAAR BEROEPSONDERWIJS (MBO)
BEROEPS VOLWASSEN EDUCATIE (BVE)
Eindverslag inspectieproject praktijklokalen metaalbewerking 1
Colofon
Arbeidsinspectie, Den Haag augustus 2006
Inspectieonderwerpen Machineveiligheid en Toezicht,
Voorlichting en Onderricht
Bedrijfstakdirectie Publieke Dienstverlening
Landelijk projectleider drs. A.L. van Nimwegen
Looptijd project oktober 2005 maart 2006
Projectnummer A736
Correspondentieadres Arbeidsinspectie, kantoor Arnhem
t.a.v. dhr. F.W. van de Kamp
Postbus 9018
6800 DX Arnhem
Eindverslag inspectieproject praktijklokalen metaalbewerking 2
Inhoudsopgave
1. Voorwoord................................................................................................................................. 4
2. Samenvatting ............................................................................................................................ 5
3. Aanleiding en doel van het inspectieproject ......................................................................... 7
3.1 AANLEIDING................................................................................................................................ 7
3.2 PROJECTDOELSTELLINGEN.......................................................................................................... 7
4. Omvang en opzet...................................................................................................................... 7
4.1 WERKTERREIN............................................................................................................................ 7
4.2 LOOPTIJD EN AANTALLEN BEZOEKEN........................................................................................... 8
4.3 OPZET VAN HET PROJECT............................................................................................................ 8
4.4 INSPECTIEONDERWERPEN............................................................................................................ 8
4.4.1 Machineveiligheid...........................................................................................................8
4.4.2 Toezicht en Onderricht...................................................................................................9
4.5 OVERLEG EN PUBLICITEIT.................................................................................................... 9
5. Inspectieresultaten................................................................................................................. 10
5.1 GENERALISEERBAARHEID VAN DE RESULTATEN.......................................................................... 10
5.2 TOTAALOVERZICHT ................................................................................................................... 10
5.3 RESULTATEN PER INSPECTIEONDERWERP ................................................................................. 12
5.3.1 Inspectieonderwerp Machineveiligheid ........................................................................12
5.3.2 Inspectieonderwerp Voorlichting & Onderricht (Toezicht)............................................12
6. CONCLUSIE, AANBEVELINGEN EN FOLLOW UP............................................................................... 13
6.1 CONCLUSIE............................................................................................................................... 13
6.2 AANBEVELINGEN....................................................................................................................... 13
6.3 FOLLOW UP .............................................................................................................................. 13
Eindverslag inspectieproject praktijklokalen metaalbewerking 3
1. Voorwoord
De risico's van machines waarmee metaal wordt bewerkt zijn behoorlijk groot. Je kunt geraakt worden
door snel draaiende of met grote snelheid vallende delen van de machine. De risico's zijn extra groot als
leerlingen van 14 tot 19 jaar in een leersituatie aan de machines worden gezet. Onervarenheid,
onachtzaamheid en afleiding liggen dan op de loer.
De Arbeidsinspectie voerde in de periode van oktober 2005 tot april 2006 inspecties uit in het Voortgezet
Middelbaar Beroeps Onderwijs (VMBO) en de Beroeps en Volwasseneneducatie (BVE) om na te gaan
hoe het is gesteld met de veiligheid van de machines en het toezicht op de leerlingen die aan de
machines werken.
De inspectieresultaten hebben betrekking op 261 onderwijsinstellingen met een metaalafdeling. Op een
totaal van 346 instellingen geven de resultaten een representatief beeld. Een grove schatting leert dat
zo'n 11.000 leerlingen metaalbewerking aan de risico's worden blootgesteld.
Uit de resultaten rijst een zorgelijk beeld als het gaat om de machineveiligheid. In totaal zijn 761
overtredingen vastgesteld bij 240 instellingen. Het grootste deel van deze overtredingen betrof het
ontbreken van beschermingen op bewegende delen van machines. Eenzelfde beeld werd enkele jaren
geleden aangetroffen in de lokalen houtbewerking. De sector is dus opnieuw `op de vingers getikt'.
Het zorgelijk beeld van de situatie in praktijklokalen metaalbewerking is intussen wel aan bijstelling toe
door de grote inzet van de instellingen om nog tijdens de inspecties afschermingen aan te brengen.
Het toezicht op de leerlingen was over het algemeen voldoende. Op dit punt zijn slechts 53 overtredingen
vastgesteld. Tijdens de inspecties bleek het aantal leerlingen metaalbewerking sterk te zijn teruggelopen
door minder belangstelling voor het vak.
De sector onderkent het probleem. Zij doet zelf het nodige om de gevaarlijke situaties op korte en op
lange termijn aan te pakken. Een positieve ontwikkeling waar de Arbeidsinspectie graag bij betrokken
blijft.
De Arbeidsinspectie zal de resultaten bespreken met de organisaties in het onderwijs om te komen tot
verbeteringen. Voorlichting door de organisaties blijft nodig over de veiligheidsrisico's De verdeling van de
budgetten binnen de scholen mag niet ten koste gaan van de veiligheid. De leerlingen zijn de werknemers
van de toekomst en het is zaak om hen ook qua veiligheid daar goed op voor te bereiden. Verder is
aandachtspunt de verhouding docent/aantal leerlingen en de consequenties voor het toezicht van de
ontwikkeling naar een verbreding van het takenpakket in het VMBO. Deze punten zullen ook besproken
worden met het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen en de Onderwijsinspectie.
Gelet op de resultaten van deze inspecties, de inspecties in de lokalen houtbewerking van enkele jaren
geleden en de ontwikkeling van een masterplan veiligheid, milieu en hygiëne voor alle technieklokalen in
het VMBO is de Arbeidsinspectie voornemens om over enkele jaren in alle technieklokalen van het VMBO
en de BVE inspecties uit te voeren.
Den Haag, september 2006
De Algemeen Directeur van de Arbeidsinspectie
Dr. J.J.M. Uijlenbroek
Eindverslag inspectieproject praktijklokalen metaalbewerking 4
2. Samenvatting
De Arbeidsinspectie heeft in de periode van oktober 2005 tot april 2006 geïnspecteerd in scholen van het
voortgezet middelbaar beroepsonderwijs (VMBO) en instellingen van de beroeps en
volwasseneneducatie (BVE, in het bijzonder de Regionale Opleidings Centra, ROC's). De inspecties zijn
uitgevoerd in lokalen waar machines staan om metaal te bewerken, zoals de kantbank, draaibank,
boormachine, excenterpers en freesmachine.
Deze machines brengen behoorlijke risico's met zich mee door de handelingen die er aan moeten worden
verricht. Als je in aanraking komt met de snel draaiende of met grote snelheid vallende mechanismen kan
dat verlies van ledematen tot gevolg hebben. Een incident waarbij een leerling door onachtzaamheid bij
gebruik van een freesmachine een deel van zijn arm verloor ligt een ieder binnen de sector nog vers in het
geheugen.
Onder leiding van de docenten en eventueel assistenten wordt in de lokalen waar de machines staan
onderwijs gegeven aan leerlingen van veertien tot negentien jaar, die het vak nog moeten leren. Een
grove schatting leert dat in de metaallokalen van het VMBO en BVE zo'n 11.000 leerlingen aan de risico's
worden blootgesteld. Dit zijn leerlingen in een leeftijdscategorie waar ongelukken door onervarenheid,
onachtzaamheid en afleiding op de loer liggen. Reden om op onderdelen strenger op te treden dan
bijvoorbeeld in de industrie.
Leerlingen zijn ook nog de toekomstige werknemers. Het is dus belangrijk dat veilig en gezond werken in
de opleiding goed wordt aangeleerd. Een omgeving waarin overtredingen kunnen voorkomen past hier
niet in.
Enkele jaren geleden zijn ook in soortgelijke lokalen waar hout wordt bewerkt inspecties uitgevoerd. De
resultaten van deze inspecties waren zorgwekkend. De instellingen hebben toen maatregelen genomen
om de machines te beveiligen en het toezicht te verbeteren. Er kwamen signalen uit het onderwijsveld dat
ook de arbeidsomstandigheden in andere praktijklokalen onvoldoende zijn.
Bij de inspecties ging het om de naleving van de verplichtingen in de Arbeidsomstandighedenwet voor het
beveiligen van de machines en het houden van voldoende toezicht op en het geven van voorlichting aan
de leerlingen over de risico's.
Gedurende de looptijd van het project zijn 294 scholen (VMBO) en opleidingscentra (ROC) bezocht. Dit is
85 % van de 346 adressen van instellingen met de vakken Metaal en/of Metalektro, die het Ministerie van
Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen (OCW) heeft aangereikt. Op sommige van deze adressen bleek
door fusie dan wel gebrek aan belangstelling voor het vak geen opleiding metaalbewerking (meer)
aanwezig. Al met al geven de resultaten dus een representatief beeld.
Voor wat betreft het werken met veilige machines is het aanbrengen van afschermingen op draaiende
delen in de vorm van kappen verplicht als ook het plegen van voldoende onderhoud en het periodiek
keuren van de machines. In de Risico-Inventarisatie en Evaluatie (RI&E) dienen de risico's van het
werken met machines te zijn geïnventariseerd en in een plan van aanpak dient te staan tot welke
maatregelen die inventarisatie leiden of hebben geleid.
Geconcludeerd kan worden dat het nalevingniveau op het onderwerp machineveiligheid te laag is, gezien
het aantal overtredingen (761). Dit is gemiddeld 2,9 overtredingen per instelling, gerekend over de 261
instellingen waarvan de inspectieresultaten bekend zijn. Eenzelfde beeld werd enkele jaren geleden
aangetroffen in de lokalen houtbewerking. De sector is dus opnieuw `op de vingers getikt'.
Veel van de overtredingen zijn te wijten aan verouderde machines, waar afschermingen aan ontbreken
(468). Andere overtredingen hebben betrekking op het verankeren van de machines, onderhoud, keuren
en de RI&E. In handhavingbrieven is verplicht de overtredingen op te heffen.
Dit zorgelijke beeld is intussen wel aan bijstelling toe door de grote inzet van de instellingen om nog
tijdens de inspecties afschermingen aan te brengen. Al in het vooroverleg bleek de sector in het algemeen
en het platform van de docenten (VMBO Platform Metaal en Metalektro) in het bijzonder doende om de
Eindverslag inspectieproject praktijklokalen metaalbewerking 5
instellingen over de inspecties te informeren en hen te stimuleren om positief op de inspecties in te
spelen. De medewerking aan de inspecties was dan ook groot.
Voor wat betreft het toezicht, voorlichting en onderricht dient in de RI&E en het plan van aanpak
voldoende aandacht te zijn geschonken aan doeltreffende voorlichting aan docenten en leerlingen over de
risico's van het werken aan machines en de borging van goed toezicht.
Geconcludeerd kan worden dat het nalevingniveau op het onderwerp toezicht, voorlichting en onderricht
voldoende is. Slechts 53 overtredingen hebben hierop betrekking. In handhavingbrieven is verplicht om de
overtredingen binnen een bepaalde termijn op te heffen. Tijdens de inspecties bleek het aantal leerlingen
metaalbewerking sterk te zijn teruggelopen door minder belangstelling voor het vak. Bij de beoordeling
van het toezicht werd het ontbreken van een (sector)norm voor het maximale aantal leerlingen waarop de
docent adequaat toezicht kan uitoefenen als een manco ervaren.
De werkplekovertredingen leidden in 54 gevallen tevens tot een overtreding op het ontbreken van een
inventarisatie van de risico's in de RI&E.
Tijdens de inspecties zijn geen belangrijke verschillen geconstateerd tussen het VMBO en de BVE.
De sector onderkent dus het probleem. Zij heeft positief ingespeeld op de inspecties en doet zelf het
nodige om de gevaarlijke situaties aan te pakken. De sector is bezig een masterplan veiligheid, milieu en
hygiëne voor het VMBO te ontwikkelen voor alle technieklokalen van het voortgezet onderwijs. Positieve
ontwikkelingen waar de Arbeidsinspectie graag bij betrokken blijft.
De Arbeidsinspectie zal de resultaten van de inspecties en de aanbevelingen met de betrokken
organisaties in het onderwijs bespreken. Ook zullen de resultaten en aanbevelingen besproken worden
met het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen en de Onderwijsinspectie. Van belang is dat
de organisaties in de toekomst voorlichting blijven geven aan `'niet weters'' over maatregelen om de
veiligheid te bevorderen. Tevens dat de prioriteiten die de instellingen stellen bij de besteding van het hen
toegewezen budget niet ten koste mag gaan van de veiligheid. Aandachtspunten voor de organisaties zijn
verder het aantal leerlingen waarop de docent nog adequaat toezicht kan uitoefenen en de ontwikkeling
naar een verbreding van het takenpakket in het VMBO om een betere aansluiting te vinden op het
beroepsonderwijs. Hierdoor ontstaan zgn. combilokalen van een omvang die ten koste kan gaan van het
toezicht door de docenten.
Gelet op de resultaten van deze inspecties, de inspecties in de lokalen houtbewerking van enkele jaren
geleden en het masterplan dat de sector in voorbereiding heeft voor alle technieklokalen is de
Arbeidsinspectie voornemens om over enkele jaren inspecties uit te voeren in alle technieklokalen van het
VMBO en de BVE.
.
Eindverslag inspectieproject praktijklokalen metaalbewerking 6
3. Aanleiding en doel van het inspectieproject
3.1 Aanleiding
In 2002/2003 zijn in lokalen van het VMBO en BVE, waar hout wordt bewerkt, inspecties uitgevoerd. De
resultaten van deze inspecties waren zorgwekkend. De instellingen hebben toen maatregelen genomen
om de machines te beveiligen en het toezicht te verbeteren. Er kwamen signalen uit het onderwijsveld dat
ook de arbeidsomstandigheden in andere praktijklokalen onvoldoende zijn.
Machines die metaal bewerken brengen eveneens behoorlijke risico's met zich mee door de handelingen
die er aan moeten worden verricht. Te denken valt aan de kantbank, draaibank, boormachine,
excenterpers en freesmachine.
Als je in aanraking komt met de snel draaiende of met grote snelheid vallende mechanismen kan dat
verlies van ledematen tot gevolg hebben. Een incident waarbij een leerling door onachtzaamheid bij
gebruik van een freesmachine een deel van zijn arm verloor ligt een ieder binnen de sector nog vers in het
geheugen.
Onder leiding van de docenten en eventueel assistenten wordt in de lokalen waar de machines staan
onderwijs gegeven aan leerlingen van veertien tot negentien jaar, die het vak nog moeten leren. Een
grove schatting leert dat in de metaallokalen van het VMBO en BVE zo'n 11.000 leerlingen aan de risico's
worden blootgesteld. Dit zijn leerlingen in een leeftijdscategorie waar ongelukken door onervarenheid,
onachtzaamheid en afleiding op de loer liggen.
Leerlingen zijn ook nog de toekomstige werknemers. Het is dus belangrijk dat veilig en gezond werken in
de opleiding goed wordt aangeleerd. Een omgeving waarin overtredingen kunnen voorkomen past hier
niet in.
3.2 Projectdoelstellingen
Doel van de inspecties is dat gewerkt wordt met veilige machines door middel van bijvoorbeeld
afschermingen (kappen) op draaiende delen, dat voldoende onderhoud gepleegd wordt en dat de
machines periodiek worden gekeurd. In de Risico-Inventarisatie en Evaluatie (RI&E) dienen de risico's
van het werken met machines te zijn geïnventariseerd en in een plan van aanpak dient te staan tot welke
maatregelen die inventarisatie leiden of hebben geleid.
Voor wat betreft het toezicht, voorlichting en onderricht dient in de RI&E en het plan van aanpak.
voldoende aandacht te zijn geschonken aan doeltreffende voorlichting aan docenten en leerlingen over de
risico's van het werken aan machines en de borging van goed toezicht. Op de werkvloer dienen docenten
en leerlingen kennis te hebben genomen van de risico's en instructies over het gebruik van en toezicht op
de machines.
Tot slot worden de uitkomsten gebruikt om structurele naleving van de verplichtingen uit de Arbowet te
bevorderen.
4. Omvang en opzet
4.1 Werkterrein
De inspecties zijn uitgevoerd in onderwijsinstellingen die vallen onder de Bik-codes 80212 (voorbereidend
middelbaar beroepsonderwijs VMBO) en 8022 (MBO en educatie). Specifiek waren de inspecties gericht
op de metaalafdelingen. Op sommige adressen bleek door fusie of onvoldoende belangstelling van de
leerlingen geen metaalafdeling meer aanwezig.
Eindverslag inspectieproject praktijklokalen metaalbewerking 7
De inrichting van de lokalen kan per instelling verschillen. Het traditionele metaallokaal waar in een
afgesloten lokaal alleen het vak metaalbewerking wordt gegeven komt bij steeds minder instellingen voor.
De programma's zijn verbreed naar bijvoorbeeld metalektro, instalektro, bouwbrede programma's en ook
naar zorg en welzijn. De verbreding houdt in dat steeds meer relaties worden gelegd met andere
sectoren. Hiermee tracht men o.a. een betere aansluiting te vinden op eventueel vervolgonderwijs. Deze
verbreding wordt binnen de onderwijswereld op verschillende manieren gestalte gegeven. Een voorbeeld
is de werkplekkenstructuur waarbij is afgestapt van de traditionele indeling in aparte lokalen voor
machinebankwerk, constructie bankwerk, lassen en theorie. Alles is in deze structuur geconcentreerd in
één zgn. combilokaal. De omvang van het lokaal wordt groter, waardoor het toezicht door de docent
moeilijker wordt.
4.2 Looptijd en aantallen bezoeken
Het inspectieproject is gestart op 1 oktober 2005 en in maart 2006 zijn de laatste inspectiebezoeken
gebracht. In totaal zijn 294 instellingen bezocht. Het grootste deel van de vestigingen hoort tot het vmbo
(zo'n 80%). Van 261 instellingen zijn de inspectieresultaten bekend.
Uit de gegevens zijn dertig vestigingen geselecteerd die eveneens waren betrokken bij de inspecties van
enkele jaren geleden in de lokalen houtbewerking. Deze vestigingen laten overigens v.w.b. de inzet van
handhavingsinstrumenten eenzelfde beeld zien als de overige in het project betrokken vestigingen.
4.3 Opzet van het project
De inspecties waren gericht op de risico's van het werken van leerlingen aan gevaarlijke machines. Vooraf
is aan de doelgroep een brief gestuurd, waarin de inspecties worden aangekondigd c.q. waarin is vermeld
dat de kans bestaat dat de aangeschreven instelling aan een inspectie wordt onderworpen.
De inspecties zijn begonnen met een inleidend gesprek met (een vertegenwoordiger van) het
management en een vertegenwoordiger van het medezeggenschapsorgaan. Vervolgens heeft de
inspecteur in het gezelschap van de docent een rondgang gemaakt door het lokaal en met hem een
gesprek gevoerd. Na de inspectie op de werkplek is aandacht besteed aan de RI&E en het Plan van
Aanpak, waarin respectievelijk de risico's moeten zijn geïnventariseerd c.q. het toezichtskader moet zijn
vastgelegd en de maatregelen om de risico's op te heffen c.q. het toezicht te borgen. Vervolgens zijn in
een afrondend gesprek met het management de resultaten toegelicht en is aangegeven of en zo ja welke
hanhavingsinstrumenten zijn ingezet.
4.4 Inspectieonderwerpen
4.4.1 Machineveiligheid
Machines zijn geïnspecteerd op de aanwezigheid van niet-acceptabele risico's. Dit kan gaan om een
onveilige situatie c.q. machine of onveilige gedragingen m.b.t. de machine.
Hierbij zijn de volgende items aan de orde:
· Wat met het arbeidsmiddel of op de arbeidsplaats wordt gedaan
· Mogelijke gevaren /ongevallen/ feiten
· Maatregelen / voorzieningen ter voorkoming van risico's
· Gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen
· Noodzakelijk/gewenst onderhoud
· Noodzakelijke/gewenste keuring
Eindverslag inspectieproject praktijklokalen metaalbewerking 8
De belangrijkste risico's bij het werken aan machines zijn:
· Snijden en knellen van vingers en andere ledematen
· Rondvliegen van metaalsplinters (onder meer in ogen)
· Gehoorschade door hoge geluidsniveaus
· Electrocutie door stroomvoerende delen
4.4.2 Toezicht en Onderricht
Bij toezicht, voorlichting en onderricht wordt beoordeeld of de docenten, assistent-docenten èn de
leerlingen zijn voorgelicht over het gebruik van het arbeidsmiddel. Tevens of de docenten en assistenten
voldoende deskundig zijn om toezicht te houden op het veilig gedrag conform de in het onderricht
overgedragen voorschriften.
Ook wordt nagegaan of arbeidsplaatsen wel regelmatig gecontroleerd worden c.q. het arbeidsmiddel na
verloop van tijd nog in een goede staat (van onderhoud) verkeer.
Bij het inspecteren op toezicht zijn concreet de volgende zaken nagegaan:
- zijn er onveilige situaties/machines?
- zijn er onveilige gedragingen?
- is het toezicht voldoende deskundig, nabij en zijn er niet te veel situaties/leerlingen?
- worden de arbeidsmiddelen en plaatsen regelmatig genoeg onderhouden en gecontroleerd?
Hoewel het voor de dagelijkse veiligheid niet nodig en wenselijk is dat de Risico-Inventarisatie en
Evaluatie (RI&E) elke keer weer gedaan of geraadpleegd zou moeten worden (dat is juist de functie van
toezicht en controle) is toch ook van belang na te gaan of:
- men de risico's überhaupt in de RI&E onderkent en of men in het PvA aangeeft wat de
maatregel(en) is (zijn).
4.5 Overleg en Publiciteit
Voorafgaand aan het project vond overleg plaats met diverse organisaties van werkgevers en
werknemers. Het VMBO Platform Metaal en Metalektro, een organisatie van docenten in de
metaaltechniek, waarbij zo'n 98% van alle VMBO scholen in het voortgezet onderwijs zijn aangesloten,
heeft regionale- en landelijke bijeenkomsten georganiseerd waar het onderwerp `'veiligheid en Arbo'' op
de agenda stond.
Verder kondigden de Vereniging van Schoolmanagers in het Voortgezet Onderwijs, waarbij zo'n 95% van
de schoolmanagers in het voortgezet onderwijs zijn aangesloten (directeuren, adjunct-directeuren e.d.) en
de Vereniging van Openbare en Algemeen Toegankelijke Scholen aan langs eigen kanalen voorlichting
over de inspecties te zullen geven.
Zoals eerder vermeld heeft de AI in een brief aan de doelgroep de inspecties aangekondigd.
Naast de organisaties van werkgevers en werknemers is overleg gevoerd met het Ministerie van
Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen (OCW) en met de Onderwijsinspectie.
In het overleg met de sector bleken partijen zich bewust van het `achterstallig onderhoud' op het
machinepark. Toen werd al duidelijk dat de Arbeidsinspectie nogal wat verouderde machines zou
aantreffen zonder de noodzakelijke veiligheidsvoorzieningen.
De sector in het algemeen en het platform van de docenten in het bijzonder hebben de inspecties stevig
onder de aandacht gebracht van de instellingen en de instellingen gestimuleerd om in positieve zin in te
spelen op de inspecties. De inspecteurs hebben bij de betrokken instellingen een grote mate van
bereidheid aangetroffen om de vereiste maatregelen te treffen.
De inspecties van enkele jaren terug in de houtbewerking hebben geleid tot een sectoraanpak in de vorm
van een masterplan veiligheid, milieu en hygiëne. Hierbij zijn werkgevers, docenten uit het VMBO en
OCW betrokken. Dit veiligheidsplan heeft betrekking op alle platforms van het techniekonderwijs. Doel van
het plan is om structureel aandacht te geven aan de veiligheid, de kennis bij partijen te vergroten en de
Eindverslag inspectieproject praktijklokalen metaalbewerking 9
verantwoordelijkheden duidelijk neer te leggen waar ze horen. De Arbeidsinspectie is bij de ontwikkeling
van het plan betrokken en zal de verdere uitwerking en implementatie van het masterplan blijven volgen.
Door enkele van de betrokken partijen werd de lumpsumbekostiging genoemd als knelpunt om
veiligheidsmaatregelen te implementeren. De lumpsumbekostiging houdt in dat aan elke school een
budget wordt toegekend. De school kan binnen enkele wettelijke grenzen zelf bepalen hoe zij het budget
besteedt. In de afweging van prioriteiten dreigen uitgaven voor veiligheid nog wel eens in de knel te
komen.
5. Inspectieresultaten
5.1 Generaliseerbaarheid van de resultaten
Er zijn in totaal 294 instellingen met metaallokalen geïnspecteerd. Dit is 85 % van de 346 adressen van
instellingen met de vakken Metaal en/of Metalektro, die het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en
Wetenschappen (OCW) heeft aangereikt. Op sommige van deze adressen bleek door fusie dan wel
gebrek aan belangstelling voor het vak geen opleiding metaalbewerking (meer) aanwezig. Al met al geven
de resultaten dus een representatief beeld.
5.2 Totaaloverzicht
Figuur 1. Aantal instellingen in orde/niet in orde
Totaal Resultaten
overleg 33
niet in orde 240 inspectie
in orde 21
0 50 100 150 200 250
Bij 240 van de 261 onderwijsinstellingen van het voortgezet en beroepsonderwijs, waarvan de resultaten
bekend zijn, zijn overtredingen geconstateerd (83%). Rondom 33 instellingen was ten tijde van het
afronden van dit project nog overleg gaande, zodat deze nog niet in de cijfers meegenomen kunnen
worden.
In de resultaten zijn geen belangrijke verschillen geconstateerd tussen het VMBO en de BVE.
Eindverslag inspectieproject praktijklokalen metaalbewerking 10
Een nadere specificatie van de overtredingen op de geïnspecteerde onderwerpen geeft het volgende
beeld:
Tabel 1
Onderwerp Arbowet Aantal In % t.o.v.
overtredingen totaal aantal
overtredingen
Machineveiligheid 761 84%
V&O (Toezicht) 53 6%
Onvolledige RIE 54 6%
Overig 35 4%
totaal 903 100%
Het totaal aantal overtredingen van 903 komt neer op een gemiddelde van 3,8 overtredingen per
instelling, waar overtredingen zijn vastgesteld. Op 70 locaties werden vijf of meer overtredingen
geconstateerd.
Er dient echter rekening te worden gehouden met het feit dat dit aantal betrekking heeft op alle situaties
waar een constatering van een overtreding heeft plaatsgevonden. De ernst en mate van overtreding loopt
daarbij uiteen van individuele tot meer structurele overtredingen.
In handhavingbrieven is verplicht om de overtredingen binnen een bepaalde termijn op te heffen.
De top vijf van de overtredingen op de verschillende inspectiepunten ziet er als volgt uit:
· Figuur 2. De 5 meest voorkomende Arbo overtredingen:
Top 5 overtredingen
43 Keuren/Beproeven
Mobiel Arbeidsmiddel
45 Onderhoud
arbeidsmiddelen
53 Voorlichting & onderricht
(Toezicht)
54
Onvolledige ri&e
468
Schermen/bev.inr.
Bewegende delen
0 200 400 600
Aantal
Verreweg de meeste overtredingen hebben dus betrekking op het ontbreken van afschermingen tegen
bewegende delen op machines. De risico's hiervan zijn eerder toegelicht. Voor een deel bleken
Eindverslag inspectieproject praktijklokalen metaalbewerking 11
instellingen maatregelen, zoals afschermingen, achterstallig onderhoud, verankering van machines, al in
de planning te hebben opgenomen.
Het toezicht bleek een relatief gering aantal overtredingen op te leveren. Blijkbaar was dit in de meeste
gevallen goed geborgd. Daarbij valt de kanttekening te maken dat bij de beoordeling van het toezicht het
ontbreken van een (sector)norm voor het maximale aantal leerlingen waarop de docent adequaat toezicht
kan uitoefenen als een manco werd ervaren.
Al eerder is vermeld dat er bij leerlingen een teruglopende belangstelling is voor het vak van
metaalbewerking, wat minder leerlingen per docent tot gevolg heeft. Een aspect, dat een gunstige
uitwerking kan hebben op de kwaliteit van het toezicht.
5.3 Resultaten per inspectieonderwerp
5.3.1 Inspectieonderwerp Machineveiligheid
22 eisen
24 kennisgeving eis
10 Waarschuwing WaW
Stillegging/Stillegging+Boete
97 waarschuwingen
608
0 100 200 300 400 500 600 700
Enige kanttekeningen hierbij:
· Het aantal overtredingen op machineveiligheid is dus 2/3 van het totaal aan overtredingen
· De waarschuwing is verreweg het meest ingezet als handhavingsinstrument (80%). De waarschuwing
geldt als een minder zwaar instrument dan bijvoorbeeld de stillegging en de boete
· De resultaten gaven aan dat er bijna altijd iets ontbrak aan de machines, zoals afschermingen
5.3.2 Inspectieonderwerp Voorlichting & Onderricht (Toezicht)
29
eisen
23 kennisgeving eis
waarschuwingen
1
0 5 10 15 20 25 30 35
Eindverslag inspectieproject praktijklokalen metaalbewerking 12
Op het onderwerp toezicht is dus sprake van een relatief gering aantal overtredingen. Hierbij is vooral de
eis als instrument ingezet. In 54 gevallen leidden de werkplekovertredingen tevens tot een overtreding op
het ontbreken van een inventarisatie van de risico's in de RI&E.
6. Conclusie, aanbevelingen en follow up.
6.1 Conclusie
Geconcludeerd kan worden dat het nalevingniveau op het onderwerp machineveiligheid te laag is, gezien
het aantal overtredingen (761). Dit is gemiddeld 2,9 overtredingen per instelling, gerekend over de 261
instellingen waarvan de inspectieresultaten bekend zijn. Veel van de overtredingen zijn te wijten aan
verouderde machines, waar afschermingen aan ontbreken (468). Andere overtredingen hebben
betrekking op het verankeren van de machines, onderhoud, keuren en de RI&E. Eenzelfde beeld werd
enkele jaren geleden aangetroffen in de lokalen houtbewerking. De sector is dus opnieuw `op de vingers
getikt'.
Een zorgelijk beeld dat intussen wel toe is aan bijstelling door de grote inzet van de instellingen om nog
tijdens de inspecties afschermingen aan te brengen c.q. de overtredingen op te heffen. Al in het
vooroverleg bleek de sector in het algemeen en het platform van de docenten (VMBO Platform Metaal en
Metalektro) in het bijzonder doende om de instellingen over de inspecties te informeren en hen te
stimuleren om positief op de inspecties in te spelen. De medewerking van de instellingen aan de
inspecties was dan ook groot.
Voor wat betreft het toezicht, voorlichting en onderricht kan worden geconcludeerd dat het nalevingniveau
voldoende is. Slechts 53 overtredingen hebben hierop betrekking. Zoals eerder aangegeven bleek het
aantal leerlingen metaalbewerking sterk te zijn teruggelopen door gebrek aan belangstelling voor het vak.
Het ontbreken van een (sector)norm voor het maximale aantal leerlingen waarop de docent nog adequaat
toezicht kan uitoefenen werd bij de beoordeling van het toezicht als een manco ervaren.
Tijdens de inspecties zijn geen belangrijke verschillen geconstateerd tussen het VMBO en de BVE.
6.2 Aanbevelingen
Van belang is dat de betrokken organisaties in het onderwijs in de toekomst voorlichting blijven geven aan
`'niet weters'' over maatregelen om de veiligheid te bevorderen. Tevens dat de prioriteiten die de
instellingen stellen bij de besteding van het hen toegewezen budget niet ten koste mag gaan van de
veiligheid.
Aandachtspunten voor de organisaties zijn verder het aantal leerlingen waarop de docent nog adequaat
toezicht kan uitoefenen en de ontwikkeling naar een verbreding van het takenpakket in het VMBO om een
betere aansluiting te vinden op het beroepsonderwijs. Hierdoor ontstaan zgn. combilokalen van een
omvang die ten koste kan gaan van het toezicht door de docenten.
6.3 Follow up
De Arbeidsinspectie zal de resultaten van de inspecties en de aanbevelingen met de betrokken
organisaties bespreken. Ook zullen de resultaten en aanbevelingen besproken worden met het Ministerie
van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen en de Onderwijsinspectie.
Gelet op de resultaten van deze inspecties, de inspecties in de lokalen houtbewerking van enkele jaren
geleden en het masterplan veiligheid, milieu en hygiëne dat de sector in voorbereiding heeft voor alle
technieklokalen is de Arbeidsinspectie voornemens om ever enkele jaren in alle technieklokalen van het
VMBO en de BVE inspecties uit te voeren.
Eindverslag inspectieproject praktijklokalen metaalbewerking 13
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid