LTO Noord
Blauwtong update 4 oktober 2006
Nieuwe blauwtonggevallen
Door de vondst van een koe met blauwtongziekte in Hegelsom (gemeente
Horst) wordt de 20-km zone in Limburg naar verwachting op woensdag 4
oktober in Noordelijke richting vergroot.
De besmetting met bluetongue in het Gelderse Barchem is op maandag 2
oktober aan het licht gekomen door een voorscreening, die een
exporteur liet uitvoeren. Het Barchemse rund was bestemd voor de
export naar Rusland en de betrokken exporteur heeft eerst
bloedonderzoek laten doen, voordat de dieren werkelijk werden
afgevoerd. De Veepro (organisatie van vee-exporteurs) heeft haar
beleid namelijk aangepast na de vondst van twee besmette koeien in
Hilaard in Friesland, enkele weken geleden, en laat dieren testen
vóórdat ze naar de exportstal gaan. Het Barchemse dier heeft geen
uiterlijke verschijnselen van de ziekte, aldus LNV. Vooralsnog zijn
geen relaties gevonden met andere gebieden in Nederland waar
bluetongue heerst. Het besmette dier is niet op het betrokken bedrijf
van elders aangevoerd.
Het aantal blauwtonggevallen in België neemt nog steeds snel toe; de
teller staat op 3 oktober op 163, waarvan 78 in schapen en 85 in
runderen. Tevens zouden er nog 42 verdenkingen zijn, waarvan 16 in
schapen en 26 in runderen.
In Nederland bedroeg het aantal besmette bedrijven op 2 oktober ruim
100 aldus LNV. In Duitsland ging het die dag om 114 gevallen, met
uitbreidingen in oostelijke richting, en het eerste geval buiten
Noordrijnwestfalen, namelijk in Rijnland-Pfalz. In Frankrijk staat de
teller al enige tijd stil op 4 besmette bedrijven.
Het totaal aantal door blauwtong getroffen bedrijven is daarmee in
één week tijd bijna verdubbeld, waarschijnlijk als gevolg van het
recente mooie nazomerweer waardoor knutten het blauwtongvirus hebben
kunnen verspreiden. Nu de temperaturen dalen, mogen we hopen dat de
activiteit van de knutten afneemt.
Opstallen en behandelen
LNV stelt in de 20-km zones nachtelijk opstallen en behandeling van
herkauwers tegen knutten verplicht. LTO heeft reeds vele malen bij LNV
aangedrongen op versoepeling van de opstalverplichting, omdat dit op
vele bedrijven onwerkbaar is. Bovendien is het de vraag of opstallen
niet juist averrechts werkt: door de warmte en kunstlicht in de
stallen worden knutten mogelijk juist aangetrokken.Tot slot laat
Duitsland de veehouders kiezen tussen opstallen of behandelen, en
geeft de Belgische overheid een 'advies' om op te stallen.
LTO steunt LNV wel in haar boodschap om herkauwers te behandelen met
Pour-Ons tegen knutten.
Afvoer van herkauwers vanuit de 20km zones
Nederland, België, Luxemburg en delen van Duitsland en Frankrijk
vormen één grote blauwtongzone, waarbinnen transport van herkauwers
mogelijk is onder voorwaarden. Vanuit de drie Nederlandse 20-km zones
en voor besmette bedrijven golden strengere regels, namelijk alleen
directe afvoer van dieren voor de slacht, en afvoer van nuka's na een
test op virus naar een bestemming.
Nu zijn er sedert vorige week een hele reeks onderhandelingen geweest
met de vijf betrokken lidstaten over de precieze voorwaarden voor de
afvoer van levende herkauwers vanuit een 20-km zone naar de rest van
het internationale blauwtonggebied. Dit heeft op 3 oktober formeel
geleid tot aanpassingen in EU-beschikking 393/2005 in de regels voor
grensoverschrijdende afvoer van dieren vanuit de 20-km zones naar de
blauwtongzone in één van de andere betrokken landen:
* de dieren dienen binnen 48 uur voor export te worden bemonsterd en
onderzocht op virus (= PCR-test)
* vanaf het moment van bloedtappen moeten de dieren beschermd worden
tegen knutten
* als de test negatief is (dus geen virus gevonden) kan het dier
voor export
* de dieren moeten binnen 48 uur na monstername worden uitgevoerd
* het ontvangende bedrijf mag de dieren alleen voor de slacht weer
afvoeren
Deze regels zullen nu naar verwachting spoedig door LNV worden
opgenomen in de nationale regeling.
Export van slacht- en fokdieren
LTO is bezorgd over de export van met name slachtschapen naar
Frankrijk. Op dit moment zijn er acht slachthuizen in Noord-Frankrijk
waar Nederlandse schapen kunnen worden geslacht. Normaliter worden
ooitjes naar slachthuizen in heel Frankrijk geëxporteerd. Zeker nu
het islamitisch suikerfeest - met extra vraag naar schapenvlees -
nadert, dreigt een economische strop voor de Nederlandse
schapenhouders.
Voor de geitenhouderij zit op dit moment de afzet van bokjes naar
Frankrijk en Spanje op slot.
LTO heeft bij LNV en Europese Commissie aangedrongen op verruiming van
de mogelijkheden voor export. Frankrijk en Spanje weigeren op dit
moment echter iedere medewerking, hoewel LTO geen mogelijkheid onbenut
laat om te benadrukken dat het blauwtongvirus type 8 nauwelijks
symptomen veroorzaakt, dit is tegenstelling tot de blauwtongvirussen
in Zuid-Europa. Het gaat in onze regio dus om een sterk afwijkende
variant van blauwtongziekte, reden om het maatregelenpakket daar op
aan te passen.
Door de vondst van blauwtong in Ieper, in West-Vlaanderen vlakbij de
Franse grens, is het beschermingsgebied in Noord-Frankrijk op 2
oktober wel fors uitgebreid, en zullen er nu meer slachterijen binnen
het bereik van de Nederlandse veehouderij komen. LTO heeft hierover
contact gezocht met de Franse veehouderijorganisaties.
LTO's inzet op de langere termijn
Naast de druk op snelle oplossingen, vraagt LTO ook om de handel weer
vrij te geven als de temperatuur beneden een bepaald niveau,
bijvoorbeeld 10 graden, daalt. Het is bekend dat knutten beneden de 15
graden minder actief worden, en beneden 7 graden is er helemaal geen
activiteit meer. Vanaf een aantal dagen na de inval van kou, zou de EU
de veehandel weer vrij kunnen geven tot een nader te bepalen moment in
het voorjaar. Er valt op dit moment nog niets met zekerheid te zeggen
over de kans dat het blauwtongvirus zich in onze streken gaat
handhaven, of dat het met de winterkoude verdwijnt. In Zuid-Europa is
het sinds de eerste introductie van blauwtongziekte in 1998 steeds zo
geweest dat waar blauwtong voor het eerst opdook, de ziekte het jaar
erop weer terugkwam. Maar in Zuid-Europa is waarschijnlijk een andere
knut (Culicoides imicola) verantwoordelijk voor de verspreiding van
blauwtong dan in onze streken (waarschijnlijk Culicoides obsoletus).
Onderzoek hiernaar loopt, maar veel te veel is nog onduidelijk over
verspreiding en overlevingskansen in de Noord-Europese winterâ¦..
Ook wil LTO antwoord op de vraag hoe een gebied weer vrij van
blauwtongziekte kan worden, met andere woorden: welke informatie
vanuit screening/monitoring is hiervoor nodig? Tot nu toe hebben
Europese Commissie en LNV deze vraag nog niet kunnen beantwoorden. LTO
wil echter voorkomen dat we straks minimaal twee jaar (= OIE norm)
vastzitten aan een blauwtongbesmette zone, terwijl de ziekte in dat
gebied niet meer voorkomt en de grenzen rondom dat gebied dus in feite
te ruim zijn getrokken.
Verder zet LTO in op vaccinatie tegen blauwtong. Hiervoor is aan
europarlementariër Jan Mulder, die in de begrotingscommissie van het
parlement zit, gevraagd om in het budget voor 2007 hiervoor geld te
reserveren. Op dit moment zijn namelijk geen geschikte vaccins
beschikbaar. Zelfs als de vaccinontwikkeling nu start, moet werkelijk
alles meezitten wil een vaccin volgend jaar gereed en door de EU
toegelaten zijn. De stemming hierover in de begrotingscommissie van
het Europees Parlement vindt naar verwachting op woensdag 4 oktober
plaats.
Integrale portefeuille diergezondheid en -welzijn LTO Nederland
Mona van Spijk en Klaas Johan Osinga, woensdag 4 oktober 2006