MINBZ: Aardbeving Pakistan, 1 jaar later
Ministerie buza
http://www.minbuza.nl
Ministerie van Buitenlandse Zaken
Persbericht
4 oktober 2006
MINBZ: Aardbeving Pakistan, 1 jaar later
Het is zondag een jaar geleden dat het noorden van Pakistan werd getroffen door een zware
aardbeving. De Nederlandse overheid heeft het afgelopen jaar in totaal 28,5 miljoen euro
bijgedragen aan de noodhulp en de wederopbouw van het getroffen gebied. Direct na de
aardbeving heeft minister Van Ardenne (Ontwikkelingssamenwerking) een bijdrage geleverd
aan het Rode Kruis. Door die snelle toezegging kon al op 9 oktober, de dag na de
aardbeving, aankopen worden gedaan en transport worden geregeld voor tenten, dekens en
eerste-hulpkisten.
Inmiddels verblijven nog 36 duizend tot 50 duizend mensen in kampen. De wederopbouw is
echter goed van start gegaan met de reconstructie van ongeveer 600 duizend huizen,
achtduizend scholen en 350 ziekenhuizen. Ook Nederland draagt bij aan de wederopbouw van
het getroffen gebied. Het ministerie van Buitenlandse Zaken ondersteunt UNICEF met 36
miljoen euro voor zowel het herstel van het onderwijs als van de drinkwatervoorziening.
In drie districten in de North West Frontier Province en twee districten in Azaf Jammu
Kashmir wordt gewerkt aan het herstel van het onderwijs o.a. door de bouw van scholen.
Daarnaast helpt het ministerie met 10 miljoen euro bij het realiseren van schoon
drinkwater en sanitaire voorzieningen voor de mensen in het Noorden van Pakistan. Deze
programma's zullen naar verwachting in drie jaar worden afgerond. De Verenigde Naties
gaat er vanuit dat nog 10 jaar nodig is voordat de wederopbouw compleet is.
Aan de wederopbouw ging noodhulp vooraf. Het Wereldvoedselprogramma heeft samen met de
Verenigde Naties via de grootste luchtbrug in de geschiedenis tot aan maart 2006 in
totaal aan circa 900 duizend mensen voedselhulp uitgereikt. De Nederlandse bijdrage
hieraan bedroeg 3 miljoen euro.
De nadruk van de Nederlandse hulp lag op onderwijs en bescherming van kinderen in het
getroffen gebied. Minister van Ardenne gaf voor dit doel 10 miljoen euro aan UNICEF. Met
die bijdrage konden 2456 tijdelijke tentscholen en 8000 kisten met leermiddelen worden
aangeschaft, waarvan 640 duizend kinderen profijt hebben. Daarnaast hebben 9300
onderwijzers geleerd hoe ze les kunnen geven in de barre omstandigheden na de aardbeving.
Ook heeft UNICEF 50 duizend kinderen ingeënt tegen de mazelen. Kinderen met een
trauma zijn extra vatbaar voor deze, vaak fatale ziekte. De Nederlandse bijdrage bedroeg
drie miljoen euro.