Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Kamervragen Lambrechts over het inspectierapport Sherpa

Kamerstuk, 5-10-2006

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG

DLZ-K-U-2714776

5 oktober 2006

Antwoorden van staatssecretaris Ross op de vragen van het Kamerlid Lambrechts (D66) over het inspectierapport Sherpa (2050618670).

Vraag 1
Is het waar dat de inspectie de op schrift gestelde bevindingen van ouders heeft geweigerd te ontvangen of mee te nemen in haar onderzoek? 1) Zo ja, wat is de reden hiervan en is dit algemeen beleid?

Antwoord 1
Tijdens het inspectiebezoek op 16 maart en 13 april heeft een familielid aangegeven dat er een onderzoeksrapport is van enkele belangenbehartigers dat is gebaseerd op gesprekken met ouders/belangenbehartigers en medewerkers van Sherpa. Deze groep wilde niet ingaan op het verzoek van de inspectie om het rapport te overhandigen, maar heeft het op 16 juni toegezonden aan de hoofdinspecteur. Deze heeft op 24 juli 2006 met de opstellers gesproken. De resultaten van dit onderzoek konden niet worden meegenomen in het inspectierapport omdat het eerst in juni beschikbaar kwam.

Vraag 2
Is het waar dat in gevallen van een vermeende vertrouwensbreuk tussen ouders en management niet afzonderlijk met de ouders of vertegenwoordigers van ouders is gesproken in plaats van in het bijzijn van het management? Zo ja waarom niet?

Antwoord 2
Nee, de tijdens het inspectieonderzoek gehouden gesprekken met ouders en/of vertegenwoordigers hebben plaatsgevonden in afwezigheid van het management. Dit is standaard beleid bij de inspectie.

Vraag 3
Is het waar dat ook niet met die ouders is gesproken van wie de bewonerscommissie de namen heeft doorgegeven? Zo ja, waarom niet?

Antwoord 3
De inspectie heeft van de bewonerscommissie geen namen doorgekregen van cliëntvertegenwoordigers met wie de inspectie zou moeten spreken. De bewonerscommissie is een andere groep dan de opstellers van het rapport `Hoe de vermaatschappelijking van de zorg ontspoort', mei 2006, die evenmin namen hebben doorgegeven.

Vraag 4
Geeft een bezoek aan 3 van de 16 paviljoens van Sherpa wel een voldoende representatief beeld van de problemen binnen de inrichting? Zo ja, waar is de keuze van deze 3 paviljoens op gebaseerd?

Antwoord 4
Bij het onderzoek is gezocht naar een mix van het Sherpa-aanbod te weten locaties op het instellingsterrein, extramurale kleine en grote wooneenheden alsmede dagbestedingslocaties. Er zijn 65 cliënten in het onderzoek betrokken (10% van de populatie) en er zijn 6 locaties bezocht. De IGZ is van oordeel op basis van deze selectie een goede indruk te hebben verkregen van de kwaliteit van de zorgverlening door Sherpa.

Vraag 5
Waarom zijn de door de bewonerscommissie naar voren gebrachte problemen, zoals het vertrek van veel kinderen, het vertrek en ontslag van goed personeel, de halvering van de bezettingsgraad van het personeel, de toename van tijdelijk en wisselend personeel, de toename van het aantal incidenten en ongelukken en de dalende kwaliteit van de medische zorg niet in het inspectierapport terug te vinden? Heeft de inspectie hier ook specifiek op gelet? Zo neen, waarom niet?

Antwoord 5
De inspectie heeft niet gesproken met de bewonerscommissie, maar wel met de cliëntvertegenwoordigers. De problemen die zij naar voren hebben gebracht heeft de inspectie verwerkt in het rapport. De inspectie heeft de uitkomsten van de zorgverlening en de risico's beoordeeld aan de hand van indicatoren waarvan de in de vraag genoemde punten deel uitmaken. Deze indicatoren zijn leidend voor het onderzoek. De gevolgen van bijvoorbeeld het personeelsverloop of diagnostiek en tijdige signalering zijn in het rapport genoemd en leiden tot het oordeel dat dit in enkele locaties tot een hoog tot zeer hoog risico leidt. Op basis van dit oordeel heeft de inspectie deze twee locaties van Sherpa onder verscherpt toezicht gesteld.

1) SHERPA, `Hoe de vermaatschappelijking van de zorg ontspoort', Mei 2006: Mr.dr. M. Malsch, Mr. S. Bussink, Drs. W.G. van der Maat, arts in de verstandelijk gehandicapten zorg, C.A. Malsch, beëdigd vertaler