Biobrandstoffen steeds belangrijker in Rotterdamse haven
5 oktober 2006 - De Rotterdamse haven ontwikkelt zich tot mondiale draaischijf voor biobrandstof in de wereld. Nu al loopt 80 procent van alle palmolie in Europa via Rotterdam. De rol van biologische brandstoffen neemt de komende jaren toe en het Havenbedrijf verwacht een stevige groei in deze sector. "Er liggen veertien aanvragen voor biodieselfabrieken en vier aanvragen voor bio-ethanolfabrieken."
Dat zei Pieter van Essen van het Havenbedrijf tijdens de Vijfde Havenavond van Ernst & Young. Van Essen schetste een rooskleurige toekomst voor de Rotterdamse haven, die momenteel onderdak biedt aan twee palmolieraffinaderijen. "Deze raffinaderijen hebben als een magneet gewerkt. Investeerders komen af op deze ladingstromen. Procentueel gaat het nog om lage volumes biobrandstof, maar het aandeel zal de komende jaren zeker verder groeien", voorspelt Van Essen. Volgend jaar wordt de eerste biodieselfabriek in Rotterdam geopend.
Het Rotterdamse bedrijf Argos Oil is een van de voortrekkers op het gebied van biobrandstof. Deze zomer introduceerde Argos Oil als eerste oliemaatschappij een volwaardige biobrandstof op de Nederlandse markt. Deze biobrandstof is een brandstofmengsel met vijfentachtig procent bio-ethanol en vijftien procent normale benzine, internationaal aangemerkt als E85.
Directeur Peter Goedvolk van Argos Oil verwacht dat biobrandstof steeds belangrijker wordt. "Vanaf 2007 moet 2 procent van de benzine en diesel die de oliemaatschappijen op de Nederlandse markt brengen, bestaan uit biobrandstoffen. In 2010 moet dit 5,75 procent zijn. Ik verwacht dat we toegaan naar een percentage van 10."
Ondanks de groeiende positie van Rotterdam in de biobrandstof, zouden haven en overheid zich nog meer moeten inzetten voor verdere diversificatie van de energiemarkt, stelde Christof van Agt van het International Energy Agency (IEA). Hij onderstreepte het belang van alternatieven voor pijpleidinggas, zoals LNG (Liquified Natural Gas).
Europa is volgens de IEA sterk afhankelijk van gasleveranties via pijpleidingen, terwijl andere delen van wereld fors inzetten op LNG. Van Agt: "Rotterdam moet als energiehaven ook ontvangstterminals hebben voor LNG."
In de Rotterdamse haven lopen twee aanvragen voor LNG-terminals, stelde Pieter van Essen van het Havenbedrijf. Een daarvan is Liongas, de andere is een samenwerking tussen Gasunie en Vopak, Vogas. Liongas is het verst gevorderd met de aanvraag. De terminal zal in 2010 operationeel kunnen zijn.
Ernst & Young organiseert jaarlijks een Havenavond waar aan de hand van een thema met ondernemers uit de haven gediscussieerd wordt. De keuze voor energie als thema lag ditmaal voor de hand, vindt Ben van Gils, Global Utility Leader Ernst & Young. "Rotterdam is al decennia een belangrijke energiehaven. Momenteel vinden er grote infrastructurele projecten plaats. Ernst & Young, zowel sterk in energie als logistiek, wil daarbij een leidende positie innemen."
Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Karel Zwaan, woordvoerder Ernst & Young.
Telefoon: 010 406 53 51/ 06 290 83 154 of e-mail:
Ernst & Young