Ingezonden persbericht
Persbericht
t.a.v. de onderwijs- en parlementaire redactie
Actieve student dupe van structurele bezuiniging
De keuze 'schulden of werken' voorkomt ontwikkeling student
Utrecht, 5 oktober 2006 - De Landelijke Kamer van Verenigingen (LKvV), het overkoepeld orgaan van studentenverenigingen in Nederland, is teleurgesteld over de conclusies van het vandaag door de Algemene Onderwijsbond gepubliceerde onderzoek van de Universiteit Maastricht 'Ontwikkeling van de Onderwijsuitgaven'. Hieruit blijkt dat er een dalende trend zit in de relatieve overheidsuitgaven aan Hoger Onderwijs. Kijkend naar de uitgaven per student in het Hoger Onderwijs lijkt de overheid sinds de jaren '70 geen enkele intentie gehad te hebben een kenniseconomie op te zetten. 'Al jaren roept de politiek dat er geïnvesteerd moet worden in de kenniseconomie maar als het er op aan komt, is het de student en niet de overheid die ervoor moet betalen' aldus Francien Eppens, voorzitter van de LKvV.
Het onderzoek dat de Universiteit Maastricht deed naar de overheidsuitgaven toont aan dat die uitgaven per student in het Wetenschappelijk Onderwijs (WO), sinds haar piek van bijna ¤30.000.- in de jaren '70, gedaald is naar nog geen ¤16.000.- in 2005. Bij het HBO liggen deze uitgaven per student zelfs op minder dan ¤6.000.- Deze getallen staan in schril contrast met de doelstelling om een kenniseconomie in Nederland te ontwikkelen.
Aangezien het leven voor studenten er niet evenredig veel goedkoper op is geworden, is het de student die opdraait voor deze relatieve bezuinigingen. Van ¤248.48, het bedrag dat je als student in de vorm van studiefinanciering maandelijks van de overheid krijgt, komt geen student rond. Alleen de huur van een kamer is doorgaans al vele malen meer. Dit betekent dat de student door de overheid voor de keuze wordt gesteld: schulden of werken?
Aangezien een bijbaantje naast de studie veel tijd kost en schulden als een zwaard van Damocles boven het hoofd van studenten hangen, kiezen steeds minder studenten ervoor zich naast hun studie actief, maatschappelijk te ontwikkelen. Voor de lidverenigingen van de LKvV is dit een ernstige zaak. Eppens: 'Niet alleen worden minder studenten lid van een studentenvereniging, ze halen er ook minder uit omdat tijd en geld voor commissie- of bestuurswerk vaak niet voorhanden is.' Steeds minder studenten zullen daarom hetgeen ze geleerd hebben tijdens hun studie, ook kunnen koppelen aan bestuurlijke, organisatorische, sociale en communicatieve vaardigheden, zodra ze de arbeidsmarkt op gaan. Eppens: 'Ontwikkeling naast de studie zal hierdoor niet dankzij, maar hooguit ondanks, de overheid plaatsvinden. Op deze manier wordt een kenniseconomie nooit bewerkstelligd.'
Noot voor de redactie,