11-10-2006
Landen EU komen beloftes voor Europese asielruimte niet na
19 van 25 lidstaten voeren richtlijn niet op tijd in
Gisteren was de uiterste datum voor het omzetten van de zogenoemde
Europese 'erkenningsrichtlijn' naar nationaal recht. Hoofddoel van
deze richtlijn is te verzekeren dat er in alle lidstaten een minimaal
niveau aan bescherming wordt geboden aan personen die werkelijk
bescherming behoeven omdat zij redelijkerwijze niet erop kunnen
vertrouwen dat hun land van herkomst of het land van de gewone
verblijfplaats deze bescherming verstrekt. Slechts 6 van de 25
lidstaten (Estland, Litouwen, Slovenië, Oostenrijk, Luxemburg en
Frankrijk) hebben de deadline gehaald.
Deze richtlijn behoort tot de zogenoemde eerste fase van de
totstandkoming van het gemeenschappelijk Europese asielstelsel. De
tweede fase (het realiseren van een gemeenschappelijke asielprocedure
en een uniforme asielstatus) is eind 2005 van start gegaan. Een
grotere convergentie tussen de lidstaten is noodzakelijk om ervoor te
zorgen dat voor alle verzoeken om "bescherming in de EU" dezelfde
procedurele waarborgen gelden. Uiterlijk in het jaar 2010 moet er
sprake zijn van één Europese asielruimte.
Een en ander vloeit voort uit de behoefte aan solidariteit onder de
lidstaten wanneer zij een uitdaging aangaan, waaraan, in een EU zonder
binnengrenzen, door afzonderlijk, alleen optredende landen niet op
doeltreffende wijze het hoofd kan worden geboden.
Jeanine Hennis-Plasschaert: "Het niet nakomen van de deadline door
maar liefst 19 lidstaten irriteert. De mond vol hebben over de
totstandkoming van die ene Europese asielruimte is natuurlijk
prachtig, maar als de uitvoering vervolgens achterblijft, zetten die
mooie woorden weinig zoden aan de dijk. Besluiten in de Raad komen
helaas tot stand op basis van de laagste gemene deler. Hoe moeilijk is
het dan om in ieder geval op tijd een richtlijn om te zetten."
VVD