Ministerie van Algemene Zaken


1red17273
13-10-2006, Gesprek met de minister-president, N1, 18.40 uur

MINISTER-PRESIDENT BALKENENDE, NA AFLOOP VAN DE MINISTERRAAD, OVER LINGO, DE HISTORISCHE CANON EN HET MILIEUBELEID


MINGELEN:
Meneer Balkenende, kent u het spelletje Lingo?


BALKENENDE:
Ja, net als zoveel Nederlanders hè.


MINGELEN:
Dat wordt ongeveer over een half uur op deze zender uitgezonden. Maar niet lang meer heb ik begrepen, want er kijken wel veel mensen naar, maar vooral ouderen en dat is kennelijk niet aantrekkelijk genoeg. Dus het spelletje verdwijnt. Wat vindt u daarvan?


BALKENENDE:
Nou, in de eerste plaats als minister-president moet je natuurlijk je daar niet mee bezig houden, want wij gaan niet over de programma's. Maar ik weet wel dat heel veel mensen in Nederland het spelletje zo graag zien. Het gaat over: hoe ga je met taal om? Hoe zit het met woordenkennis? Snel kunnen denken en een hele bijzonder en plezierige presentatrice, Lucille Werner. Ik mag het ook graag zien.


MINGELEN:
Ja, maar de politiek kan daar dus niets aan doen?


BALKENENDE:
Het is zo dat het programmeren - het kiezen van programma's, welk programma komt op welk moment aan de orde, wanneer mag een programma wel en niet - daar gaan wij niet over. Dat is een zaak van de publieke omroep en van de netcoördinator.


MINGELEN:
Uw eigen partij denkt daar kennelijk anders over, want het CDA in de Kamer is woedend - althans, dat lees ik - en roept dinsdag de minister van onderwijs en cultuur naar de Kamer om te zorgen dat het besluit wordt teruggedraaid. Dat heeft dus geen zin, begrijp ik.


BALKENENDE:
Nou, laten we maar eens afwachten wat er volgende week in de Kamer gebeurt en hoe ook de minister van Onderwijs, mevrouw Van der Hoeven, zal reageren. Ik geloof wel dat de uitlating van de CDA-fractie - en dat zal denk ik ook voor andere gelden - er een is van teleurstelling. Ik denk ook dat zo'n geluid aangeeft dat het leeft onder mensen en dat er ook sprake van ongenoegen is en dat kan ik met gewoon als tv-kijker wel voorstellen.


MINGELEN:
Maar goed, het is jammer. Het is een kennisspelletje en het zal dus waarschijnlijk toch verdwijnen.


BALKENENDE:
Nogmaals, kijk hoe de kijkers ook reageren. Als je elke dag zo'n 800.000- 900.000 kijkers trekt, dat is heel veel.


MINGELEN:
De verkeerde kijkers kennelijk.


BALKENENDE:
Daarover zal ongetwijfeld discussie losbarsten.


MINGELEN:
Goed, we hadden het al even over kennis. Nu heeft de ministerraad zich vandaag over iets heel anders gebogen. Niet over Lingo, dat is niet aan de orde geweest, maar over de canon. Dat is dus wat mensen in Nederland zo'n beetje zouden moeten weten over de Nederlandse geschiedenis. Waarom is dat belangrijk?


BALKENENDE:
Het is heel belangrijk om te weten van: hoe is Nederland zo geworden? Hoe of wat is onze bestaansgeschiedenis? Hoe is Nederland geweest in de afgelopen eeuwen? Wat is - en dat is een belangrijke vraag - beeldbepalend geweest? Wat zijn de belangrijke momenten geweest in de Nederlandse geschiedenis?


MINGELEN:
Waarom moeten wij dat weten?


BALKENENDE:
Nou, omdat het natuurlijk heel goed is om je eigen geschiedenis te kennen. En wat ik nu merk de laatste tijd, dat is dat er veel meer wordt gesproken over de betekenis van vaderlandse Nederlandse geschiedenis. Want als je niet meer weet wat de Tachtigjarige Oorlog is, als je niet meer weet wat de invloed is van de Franse Revolutie, als je politieke momenten, het jaar 1848, niet kent, de vrouwenemancipatie, dan mis je zo geweldig veel. Dus ik vind het heel goed dat er een pleidooi wordt gevoerd om meer te weten van onze geschiedenis.


MINGELEN:
Natuurlijk, je mist veel. Het is fijn als je het allemaal weet, maar ik denk dat er een heleboel mensen zijn die het allemaal niet weten en toch heel plezierig in Nederland leven. Wat is het belang dat de ministerraad zich hierover buigt? Wat verwacht u daarvan?


BALKENENDE:
Op de eerste plaats: we zitten hier in een prachtige historische omgeving. Ik denk dat je de Ridderzaal niet kunt begrijpen zonder te weten wat er eigenlijk allemaal gebeurd is in die afgelopen eeuwen. Wat hebben we als ministerraad nu gedaan? Er is een commissie die heeft dat in beeld gebracht, die canon, wat die vijftig belangrijke momenten zijn geweest. Daarover zal komende maandag gesproken worden als de plannen naar buiten komen en we hebben als kabinet gezegd: het is heel goed om aan te geven dat het de verantwoordelijkheid van deze commissie is om die momenten zichtbaar te maken, om aan te geven wat die momenten zijn geweest en dan wordt vervolgens het debat erover gevoerd. Want je kunt je voorstellen dat als je 50 momenten of gebeurtenissen of ontwikkelingen noemt, dat dat best kan leiden tot discussie.


MINGELEN:
Bijvoorbeeld: hoort Balkenende in de 50 belangrijke punten?


BALKENENDE:
Dat zou in de toekomst het geval kunnen zijn.


MINGELEN:
Hoort Fortuyn in de 50 belangrijke punten?


BALKENENDE:
Nou ja kijk, dit geeft nu precies aan wat ik zeg: daarover moet de discussie over ontbranden.


MINGELEN:
Ik neem aan dat u dat wel vindt.


BALKENENDE:
Ik vind dus niet dat ik me als minister-president moet gaan bewegen in de vraag: wat zijn nu de momenten geweest? We hebben bewust gezegd: dit is niet een zaak van het kabinet om dat nu te bepalen. Daar heb je die commissie voor nodig. En wat ongetwijfeld zal gaan gebeuren dat is dat mensen zeggen van: we hebben nu deze ideeën gekregen, maar laten we dat toch nog maar eens kritisch wegen. Dus zo'n vraag over Pim Fortuyn er wel of niet in, dat zal ongetwijfeld aan de orde komen.


MINGELEN:
Geschiedenis is belangrijk. Ga ik toch even vragen: 1584?


BALKENENDE:
Ach, dat is de testvraag!


MINGELEN:
Ja ja, dat had u natuurlijk kunnen weten.


BALKENENDE:
Nou, zegt u het maar.


MINGELEN:
1584, Willem van Oranje?


BALKENENDE:
Ja.


MINGELEN:
6 mei 2002. Nou, daar hadden we het net over, dat is natuurlijk Fortuyn. Nog eentje dan: 1919?


BALKENENDE:
Vrouwenkiesrecht.


MINGELEN:
Dan heeft u toch nog, laten we zeggen, twee vragen goed en één fout?


BALKENENDE:
Nou nee, want 1584, er zijn natuurlijk meerdere dingen gebeurd in die jaren. Ik weet nog vroeger, als je dan op school die lichtbruine kaart had, dan had je in die tijd heel wat van die momenten en precieze gebeurtenissen.


MINGELEN:
Je hoeft ze ook niet uit je hoofd te kennen natuurlijk. Als je maar weet waar je ze.


BALKENENDE:
Ik geloof wel dat het zo is dat wanneer je regelmatig wordt herinnerd aan wat gebeurde op welk moment, dan blijft dat je echt wel bij. Zo'n jaar als bijvoorbeeld 1848, dat weet ook iedereen. De grondwet.


MINGELEN:
Thorbecke ja. Goed. Nou, toch half geslaagd. Ik ga naar een ander onderwerp. Vanochtend kwam u in de Trêveszaal waar de ministerraad vergadert en daar lag dit boek bij iedere plek van iedere minister. Een ongemakkelijke waarheid. Dat is dus het boek wat de voormalige Amerikaanse vice-president Al Gore heeft geschreven. Het gaat, als ik het maar een beetje dramatisch zeg, over de dreigende ondergang van de wereld door de klimaatopwarming. U heeft dat al een weekje geleden gekregen. Is daar een extra ministerraad voor uitgeschreven?


BALKENENDE:
Laat ik eerst beginnen met het boek zelf. Ik was bij de première van de film van Al Gore. Ik heb zelf lange tijd met Gore gesproken. Eerst op de Vrije Universiteit en toen zijn we samen in de auto naar Tuchinski gereden. Ik heb het boek gekregen met een opdracht van Gore. Ik was onder de indruk, moet ik zeggen, van de film, van zijn boodschap. En u heeft gelijk. We kunnen dit hele vraagstuk niet ontlopen. Het is ontzettend belangrijk om daar bij stil te staan.


MINGELEN:
Er zijn mensen die zeggen: die man die overdrijft ontzettend. Dat kan je toch niet serieus nemen.


BALKENENDE:
Nou, hij geeft een aantal voorbeelden. Bijvoorbeeld, vroeger werden bepaalde steden op een bepaalde hoogte gebouwd, waardoor met wist: je zult nooit last hebben van insecten omdat het zo hoog is. Door de verwarming van de aarde zie je nu dat die insecten op hogere niveaus komen, dus die steden hebben daar last van. Wat hij ook duidelijk maakt in het boek, hij zegt: als je nu bepaalde gletsjers zag 80 jaar geleden en nu, dan zijn ze soms helemaal weg. De dikte van het ijs van de Noordpool, dat wordt minder. Als je dat allemaal bij elkaar optelt, dan zeg ik: het is een boodschap die je echt serieus moet nemen.


MINGELEN:
Maar waar blijkt dat nou uit? Want je hoort niets van dit rapport. U heeft een grote redevoering gehouden als CDA-lijsttrekker. Milieu, het woord is niet genoemd. Andere partijen ook zo. Er is geen enkele urgentie voor dit probleem. Is het te groot voor de politiek?


BALKENENDE:
De afgelopen jaren heb je ook wel kunnen zien: als de economie tegenzit, dan hebben we het heel snel over werk. Maar ik vind dat dit onderwerp niet aan onze mag ontsnappen. Ik ben er echt van overtuigd dat we werk moeten maken van duurzaamheid. En dat gebeurt gelukkig veel. Ik zal een paar voorbeelden noemen. Nederland haalt die Kyoto-doelstellingen en dat is belangrijk, want bijvoorbeeld de Verenigde Staten die hebben dat verdrag niet ondertekend. Gelukkig zijn er wel afzonderlijke staten in Amerika die het ondertekenen, maar de Verenigde Staten als zodanig niet. Wat we ook in Nederland hebben gedaan, dat is dat de laatste jaren de duurzame energie is gestegen van 3 naar 6 procent en dat gaat door de komende jaren. We hebben als kabinet nu ook ruimte vrij gemaakt van 8 miljard voor dit soort duurzaamheidsaspecten.


MINGELEN:
Ik ben niet van alle details op de hoogte, maar ik lees vanochtend in de krant dat het kabinet nou juist heeft besloten om de subsidie op milieu- investeringen te stoppen en vorige maand was er grote ophef omdat minister Wijn van Economische Zaken de subsidie op groene stroom heeft gestopt. Waar blijkt dan die ontzettende zorg uit?


BALKENENDE:
Zal ik u dat eens uitleggen? De duurzame stroom - en dan praat je over de subsidie voor windmolens - het doel van de regeling was dat in 2010 9% van onze energiebehoefte kan worden gegenereerd door duurzame energie. Dat doel halen we. Dus als het doel wordt gehaald, dan moet je zeggen: heb je dan dat experiment, dat duur is, nog nodig? Het andere voorbeeld, waar u op doelt, dat hangt samen met een subsidieregeling en dat hangt ook weer samen met duurzaamheid. Wat doet zich nu voor? We hebben gezegd: dit jaar is 124 miljoen beschikbaar. Wat blijkt nu? Dat er veel meer wordt uitgegeven.


MINGELEN:
Dat is toch hartstikke goed?


BALKENENDE:
Ja en nu hebben we gezegd: we gaan nu dit jaar even stoppen, want dit wordt teveel, en vanaf 1 januari is het gewoon het bedrag weer beschikbaar. Dus je kunt niet zeggen dat wij daar mee stoppen. Helemaal niet.


MINGELEN:
Tenslotte, er komen verkiezingen. Daarna een periode van kabinetsformatie. De kans is aanwezig dat u daar zeer bij betrokken zal zijn. Nu bepleiten de mensen die hier achter dit boek van Al Gore staan dat het milieu, de klimaatopwarming, een centraal onderwerp in het nieuwe regeerakkoord wordt. Durft u te zeggen dat dat zo zal zijn?


BALKENENDE:
Los van wie de verkiezing wint en hoe een kabinet eruit ziet, ik denk dat het thema duurzaamheid absoluut hoog op de agenda zal komen te staan.


MINGELEN:
Veel hoger dan de afgelopen tijd.


BALKENENDE:
Ik heb een aantal voorbeelden nu genoemd. We hebben veel gedaan, maar daar moet je mee doorgaan. En het is niet alleen een zaak van de overheid, maar ook nog van het bedrijfsleven. En als ik zie hoe op het ogenblik er nieuwe ideeën ontstaan, dat is werkelijk fascinerend. We kunnen zo veel meer. In de sfeer van water doen we geweldig veel. In de sfeer van duurzaamheid kunnen we ontzettend veel doen. En dan merk je ook dat wanneer het bedrijfsleven daar op in gaat spelen, wanneer de overheid de goede maatregelen neemt, dat je dan ook resultaten kunt boeken. Komende maandag ga ik trouwens daar een verhaal weer over houden.


MINGELEN:
Dus hoger in het regeerakkoord?


BALKENENDE:
Het zal een belangrijk thema worden, absoluut. (letterlijke tekst, ongecorrigeerd, IW)