Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Antwoorden op kamervragen van Van der Ham over SCP-onderzoek naar sociale acceptatie van homoseksuelen

Kamerstuk, 16-10-2006

De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG

DMO-K-U-2716053

16 oktober 2006

Antwoorden van staatssecretaris Ross op Kamervragen van het Kamerlid Van de Ham over het SCP-onderzoek naar sociale acceptatie van homoseksuelen (2050619070)

Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van het onderzoek van het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) naar de sociale acceptatie van homoseksuelen?

Antwoord 1
Ja. Het onderzoek is in mijn opdracht uitgevoerd.

Vraag 2
Hoe beoordeelt u de uitkomst van het onderzoek dat vijf jaar na de openstelling van het burgerlijk huwelijk voor paren van gelijk geslacht nog steeds 22% van de Nederlanders, en respectievelijk 55% en 48 % van de Turken en Marokkanen, daar negatief tegenoverstaat?

Vraag 3
Deelt u de mening dat het zorgwekkend is dat het SCP naar aanleiding van dit onderzoek concludeert dat de sociale acceptatie van homoseksuelen achteruit dreigt te gaan?

Vraag 4
Bent u voornemens de aanbeveling van het SCP over te nemen en als kabinet in te grijpen door specifiek beleid te ontwikkelen ten aanzien van verschillende groepen die moeite hebben met homoseksualiteit, zoals jongeren, ouderen, mannen, lager opgeleiden, religieuze en allochtone Nederlanders?

Antwoord 2, 3 en 4
Eerder heb ik de Tweede Kamer toegezegd om in oktober 2006 met een reactie op het SCP-rapport te komen. In deze reactie wordt ook op bovenstaande vragen ingegaan.