Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Vergoeding aanvullende ziektekosten pleegkinderen

Kamerstuk, 16-10-2006

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG

DJB/JZ-2722100

16 oktober 2006

Op 12 september 2006 heb ik mede namens de Minister van Justitie toegezegd u uiterlijk 15 oktober te informeren over de stand van zaken ten aanzien van de oplossing voor de problemen met de vergoeding van de aanvullende ziektekosten voor pleegkinderen die via het gedwongen kader uit huis zijn geplaatst.

Mede namens de Minister van Justitie doe ik deze toezegging graag gestand.

De toezegging op 12 september 2006 betekent dat voor kinderen die via het gedwongen kader (ondertoezichtstellingen en voogdij kinderen) uit huis zijn geplaatst een vergelijkbaar vergoedingenpakket voor de ziektekosten moet komen als vóór 1 januari 2006. De partijen verwachten dat de belangrijkste knelpunten ten aanzien van de aanvullende ziektekosten hierdoor worden opgelost. De stand van zaken is verder als volgt.

Er heeft van de zijde van VWS en Justitie een aantal overleggen plaatsgevonden met het IPO, de MOgroep en de Nederlandse Vereniging voor Pleeggezinnen (NVP). De MOgroep heeft bij een aantal zorgverzekeraars een offerte opgevraagd voor een aanvullend ziektekostenpakket. Alleen zorgverzekeraar VGZ bleek op korte termijn in staat, gezien de eerdere contracten van VGZ terzake, met een offerte te kunnen komen. Op dit moment wordt de offerte van VGZ met betrokken partijen besproken (o.a. VGZ, MOgroep en NVP). De besprekingen bevinden zich in een afrondende fase. Bespreekpunten zijn met name de vorm van het contract en de kosten hiervan. De uitkomst is wat ons betreft dat er met ingang van 1 januari 2007 een regeling bestaat met dekking van een met vóór
1 januari 2006 vergelijkbaar pakket. VGZ heeft aangegeven uit zorgvuldigheidsoverwegingen geen mogelijkheid te zien de ingangsdatum te vervroegen.

Daarnaast wordt op dit moment in overleg met de MOgroep en de NVP gewerkt aan een oplossing voor de vergoeding van kosten die pleegouders noodgedwongen gedurende het jaar 2006 hebben moeten maken. Mijn streven is er op gericht uiterlijk in november pleegouders te kunnen informeren over de terugwerkende kracht en de nieuwe situatie per 1 januari 2007.

In het spoeddebat is daarnaast aandacht gevraagd voor de positie van illegale kinderen en kinderen van 18 jaar en ouder.

Ingevolge de geldende wet- en regelgeving behoren kinderen zonder rechtmatig verblijf in Nederland niet tot de kring van verzekerden van de Zorgverzekeringswet. Wel kunnen deze kinderen aanspraak maken op jeugdzorg (ingevolge artikel 7 van het Uitvoeringsbesluit Wet op de jeugdzorg). Daarnaast hebben zij recht op medisch noodzakelijke zorg. Tot
1 januari 2006 vielen illegale kinderen die onder toezicht zijn gesteld of onder voogdij staan onder de oude vergoedingsregeling. Wij streven er naar deze kinderen met ingang van
1 januari 2007 weer in aanmerking te laten komen voor vergoeding van ziektekosten. Deze specifieke doelgroep wordt meegenomen in de huidige besprekingen met VGZ alsmede in de besprekingen met de MOgroep en de NVP over de vergoeding van ziektekosten die pleegouders noodgedwongen in 2006 hebben moeten maken.

Uw Kamer heeft aandacht gevraagd voor mogelijke problemen ten aanzien van pleegkinderen van 18 jaar en ouder. De situatie is voor hen niet anders dan vóór de invoering van de Zorgverzekeringswet. Als de leeftijd van 18 jaar bereikt wordt moeten zij voor hun zorgverzekering premie gaan betalen. Dit geldt overigens voor alle jongeren in Nederland. Uit de inventarisaties van de MOgroep en de NVP blijkt niet dat dit een groot generiek probleem oplevert. Ik zal u, voor het einde van het jaar, samen met de overige knelpunten met de pleegvergoeding, hierover nader berichten.

Ik heb er alle vertrouwen in dat op korte termijn, gezien de reeds ingezette acties, de belangrijkste knelpunten ten aanzien van de vergoeding van aanvullende ziektekosten opgelost zijn.

De Staatssecretaris van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport,

drs. Clémence Ross-van Dorp