Visserijbiologen adviseren voor 2007 een fors mindere vangst van tong en schol
Dit is een gezamenlijk persbericht van Wageningen IMARES, het
Institute for Marine Resources Ecosystem Studies, en het ministerie
van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV)
16-10-2006 Ondanks dat de visserijdruk op de Noordzee langzaam
afneemt, is een aantal visbestanden nog onder de internationaal
geaccepteerde biologische voorzorgsgrenzen. De jonge aanwas van tong
en schol is laag en maakt een beperking van de vangst van deze soorten
nodig. Dit blijkt uit de adviezen van de Internationale Raad voor het
Onderzoek van de Zee (International Council for the Exploration of the
Sea, ICES).
Visserijbiologen van Wageningen IMARES hebben de adviezen vandaag
gepresenteerd aan het ministerie van Landbouw, Natuur en
Voedselkwaliteit (LNV), de visserijsector en maatschappelijke
organisaties. De adviezen hebben onder andere betrekking op de
bodemvisserij van tong, schol en kabeljauw in de Noordzee, en op de
visserij van blauwe wijting, makreel en horsmakreel buiten de
Noordzee.
Hieronder volgen de beoordelingen door ICES van de voor Nederland
belangrijkste visstanden.
Noordzee tong
De visserijdruk op het tongbestand in de Noordzee is de laatste twee
jaar afgenomen, maar de stand van volwassen vis ligt met 25 000 ton
nog onder de voorzorgsgrens van 35 000 ton. De laatste jaren is de
natuurlijke aanwas van jonge vis laag. Om het bestand op termijn boven
de voorzorgsgrens te brengen, zou de vangst in 2007 beperkt moeten
worden tot 10 800 ton. Als de toegestane vangst op hetzelfde niveau
als in 2006 zou worden gehouden (17 700 ton) dan zal het tongbestand
eind 2007 beneden het voorzorgsniveau uitkomen.
Noordzee schol
De stand van volwassen schol is stabiel gebleven en wordt geschat op
ongeveer 190 000 ton. De stand blijft daarmee onder het
voorzorgsniveau van 230 000 ton. Een vermindering van de voor 2006
toegestane vangst van 57 400 ton naar 32 000 ton in 2007 is nodig om
het bestand te laten toenemen tot boven het voorzorgsniveau.
Noordzee kabeljauw
De kabeljauw bevindt zich al een aantal jaren in de problemen. Alles
wijst erop dat het paaibestand nog steeds onder de grenswaarde
(waaronder de aanwas in gevaar is) van 70 000 ton ligt. Ook de aanwas
van jonge kabeljauw blijft laag. Dit ondanks de inzetbeperkingen en
lage vangsthoeveelheden die de laatste jaren zijn afgesproken. De
geringe aanwas van jonge kabeljauw en de bestaande visserij op deze
soort vertragen een eventueel herstel. De EU heeft een herstelplan
voor kabeljauw ingesteld, waardoor een beperkte vangst van kabeljauw
mogelijk blijft. De toegestane vangst in 2007 is volgens dit
herstelplan 32 000 ton. ICES concludeert, net als vorig jaar, dat het
volledig stopzetten van de vangst de beste mogelijkheden biedt voor
enig herstel van het bestand.
Noorse kreeftjes in de Noordzee
Noorse kreeftjes zijn in toenemende mate een doelsoort voor de
Nederlandse visserij. Het inschatten van de bestandsontwikkeling is
moeilijk voor deze soorten. Toch is de algemene indruk dat de Noorse
kreeftjes het relatief goed doen op de Noordzee. De verschillende
bestanden lijken stabiel te zijn of licht toegenomen. Het is echter
niet mogelijk vangstvoorspellingen te doen voor deze bestanden. Daarom
adviseert ICES om de visserijinspanning op Noorse kreefjes niet toe te
laten nemen.
Roggen en haaien in de Noordzee
De beschikbare gegevens voor deze soorten zijn veel beperkter dan voor
de traditionele vissoorten omdat het vooral om bijvangsten gaat. De
vangsten van de onderzoeksschepen laten wel zien dat de vleet en de
stekelrog in aantallen en in verspreidingsgebied in de loop der jaren
sterk achteruit zijn gegaan en dat kleine haaiensoorten zoals
hondshaai en gladde haai zijn toegenomen. Voor de overige roggesoorten
is het signaal minder duidelijk. Roggen worden voor een belangrijk
deel bijgevangen in de bodemvisserij op de Noordzee. ICES adviseert om
de bijvangsten van roggen zo sterk mogelijk te beperken en geen
gerichte visserij toe te staan.
Blauwe wijting
Door de omvangrijke jonge aanwas is de stand aan blauwe wijting in de
westelijke wateren sterk gegroeid. Dit ondanks de recordvangsten van
de rond de twee miljoen ton afgelopen jaren. In de afgelopen drie jaar
is de stand weer afgenomen. ICES oordeelt dat de visserijdruk op dit
bestand ver boven de voorzorgsgrens ligt en moet worden teruggebracht
naar dit niveau. De verwachting is dat met een vangst van 980 000 ton
in 2007 de visserijdruk weer op een duurzaam niveau zou komen. De
toegestane vangst is ongeveer 2.1 miljoen ton in 2006. De bij de
visserij op deze vissoort betrokken landen hebben onderling
afgesproken de vangsten in de komende jaren te verminderen.
Makreel
De makreelstand in de wateren ten westen van Engeland is de laatste 20
jaren vrij stabiel. De omvang van de volwassen stand ligt rond de
voorzorgsgrens van 2,3 miljoen ton. Ook voor makreel is een
internationaal beheersplan van toepassing. Volgens dat beheersplan en
de berekende omvang van het bestand, zou in 2007 een vangst mogelijk
zijn van tussen de 390 000 en 509 000 ton. De toegestane vangst in
2006 is 444 000 ton.
Horsmakreel
De stand van horsmakreel in de wateren ten westen van Engeland kan
niet goed worden ingeschat, maar duidelijk is wel dat de stand in
recente jaren stabiel is. Ook zijn er aanwijzingen voor een toename
van de aanwas, die jaren lang zwak is gebeleven. ICES adviseert voor
dit bestand een vangst van maximaal 150 000 ton. In 2006 mag 137 000
ton worden gevangen.
Atlanto-scandische haring
Atlanto-scandische haring wordt vooral in de Noorse zee gevangen. Na
een ineenstorting in de jaren zeventig en tachtig heeft deze
haringsoort zich sterk hersteld dankzij een aantal sterke broedjaren
en een verminderde visserijdruk. Momenteel wordt de paaistand op
ongeveer 10 miljoen ton geschat. Voor het beheer van deze vissoort is
een internationaal beheersplan van toepassing. De toegestane vangst in
2007 volgens dat beheersplan is 1.3 miljoen ton en komt overeen met
het ICES-advies. Dat is hoger dan de toegestane vangsthoeveelheid voor
2006 (967 000 ton).
Vervolg
De ICES-adviezen worden binnen de lidstaten van de EU met de
visserijsector en met maatschappelijke organisaties besproken. Begin
november consulteert de Europese Commissie het bedrijfsleven en de
maatschappelijke organisaties en maakt zij een voorstel voor het
visserijbeheer in 2007. In december 2006 beslist de Europese raad van
visserijministers over de vangstquota voor volgend jaar.
Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit