Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

De Voorzitter van de Tweede Kamer Postbus 90801 der Staten-Generaal 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4 Binnenhof 1 A Telefoon (070) 333 44 44 2513 AA S GRAVENHAGE Fax (070) 333 40 33 www.szw.nl 2513AA22XA

Contactpersoon Ons kenmerk AM/AMI/06/76971 Doorkiesnummer Datum 16 oktober 2006

Onderwerp IWI-rapport "Vreemdelingen aan het werk"

Hierbij ontvangt u het rapport "Vreemdelingen aan het werk", dat de Inspectie Werk en Inkomen (IWI) mij heeft aangeboden. In dit rapport geeft de Inspectie een oordeel over de vraag of er sprake is van een rechtmatige afgifte van tewerkstellingsvergunningen (twv's) door het Centrum voor Werk en Inkomen (CWI). Daartoe heeft de Inspectie gekeken naar de manier waarop CWI aanvragen voor een twv behandelt, wat de bijdrage van samenwerking met andere partijen is aan de rechtmatige afgifte van twv's en hoe CWI optreedt als zij signalen ontvangt over oneigenlijk gebruik van twv's. De Inspectie heeft daarbij extra aandacht gegeven aan de toetsing door CWI van huisvesting en arbeidsvoorwaarden.

De Inspectie constateert dat CWI de regeling goed uitvoert. CWI controleert goed op de volledigheid van de voor de behandeling van de aanvraag benodigde documenten, controleert naar behoren de juistheid van de gegevens, bijvoorbeeld door de gegevens te vergelijken met andere beschikbare gegevens, en slaagt er tevens in om de twv's tijdig aan de werkgever te verlenen. De Inspectie concludeert hierover dat CWI voldoet aan haar wettelijke taak.

Tegelijk signaleert de Inspectie dat CWI nog te weinig alert is als het gaat om het voorkomen van fraude. CWI besteedt nog te weinig tijd aan een diepgaandere toets op de inhoudelijke juistheid van de aanvragen. Dit speelt bijvoorbeeld bij de beoordeling van aanvragen voor stagiaires en bij aanvragen met slechte kopieën van identiteitsbewijzen. CWI hanteert geen risicomodel om extra alert te zijn op fraudegevoelige aanvragen en verder gaat CWI er teveel van uit dat werkgevers de gegevens waarheidsgetrouw aanleveren. In de samenwerking tussen CWI, de Arbeidsinspectie (AI) en de Sociale Inlichtingen- en Opsporingsdienst (SIOD) blijven daardoor naar de mening van de Inspectie mogelijkheden voor fraudebestrijding onbenut.

Over de verplichte preventieve toets van CWI geeft de Inspectie aan dat het wel moeilijk is vast te stellen of er geen onregelmatigheden aan de orde zijn. CWI kan alleen toetsen of het aannemelijk is dat de opgegeven informatie van de werkgever juist is. Uit het onderzoek van de Inspectie blijkt dat CWI op basis van de verplichte weigerings- en intrekkingsgronden, twv's naar behoren weigert of intrekt.
Naar de mening van de Inspectie zou CWI op het gebied van huisvesting meer kunnen doen door een betere controle van de door de werkgever aangedragen informatie. De Inspectie

Ons kenmerk AM/AMI/06/76971

bespreekt hierbij de mogelijkheid van gegevensuitwisseling met gemeenten en signaleert dat privacyregels de samenwerking tussen CWI en gemeenten belemmeren.

Reactie
De Wet arbeid vreemdelingen (Wav) reguleert de toegang tot de Nederlandse arbeidsmarkt voor vreemdelingen. Belangrijk uitgangspunt hierbij is dat voordat een werkgever arbeids- krachten van buiten de Europese Unie mag aantrekken, eerst wordt nagegaan of er voor de werkzaamheden prioriteitgenietend aanbod beschikbaar is. Verder is het van groot belang dat de twv tijdig wordt afgegeven. Het verheugt mij dan ook zeer dat uit het onderhavige IWI- onderzoek blijkt dat CWI de wet goed uitvoert, zowel als het gaat om controle op volledigheid en juistheid van de gegevens als om de tijdige verstrekking van een twv. In het eerste kwartaal van 2006 werd 93,1% van de verleende vergunningen binnen de wettelijke termijn van
5 weken door CWI afgehandeld. Bovendien blijkt CWI naar behoren de twv's te weigeren en zonodig in te trekken.

Door de hoge toename van het aantal twv-aanvragen in de land- en tuinbouw en het warme weer is overigens dit najaar de tijdigheid van de twv-verstrekking ten behoeve van de fruitteelt in gevaar gekomen. Met CWI is afgesproken dat voor de vrijgestelde sectoren CWI streeft naar afhandeling van de twv-aanvraag binnen twee weken. De Arbeidsinspectie zal daarom tot 16 oktober in de fruitteelt geen boete opleggen als wel een twv is aangevraagd. Ik heb u hierover geïnformeerd in mijn brief van 18 september jl. CWI heeft mij ondertussen geïnformeerd dat dankzij overwerk en de inzet van extra personeel de achterstanden nu (nagenoeg) zijn ingelopen.

De kritiek van de Inspectie op de fraude-alertheid van CWI en op de toepassing van de facultatieve weigeringsgrond huisvesting is eveneens zeer waardevol en bevestigt de richting die CWI op deze terreinen al is ingeslagen.

In zijn bestuurlijke reactie, dat in het rapport van de Inspectie is opgenomen, geeft CWI aan in dit rapport goede aanknopingspunten te zien voor (medewerking aan) fraudebestrijding. CWI staat volledig open voor het diepgaander toetsen van aanvragen, het traceren van oneigenlijkheden en het sneller intrekken van twv's bij geconstateerde onjuistheden en zal daarvoor de nodige maatregelen treffen. Verder is het samenwerkingsprotocol tussen AI en SIOD met CWI bijna afgerond. Een belangrijk onderdeel daarvan is de wederzijdse informatie-uitwisseling. AI en SIOD gebruiken ten behoeve van hun onderzoeken informatie van CWI. Anderzijds kan CWI informatie uit de onderzoeken van de AI en SIOD gebruiken om bijvoorbeeld ten onrechte afgegeven tewerkstellingsvergunningen in te trekken. In het overleg tussen de diensten is tevens gesproken over het ontwikkelen van risicoprofielen die door CWI kunnen worden gehanteerd bij de behandeling van twv-aanvragen. Een risicoprofiel kan betekenen dat CWI meer informatie opvraagt bij de werkgever en/of instanties voordat tot verlening van de vergunning wordt overgegaan. Ook kan het betekenen dat op basis van een
---

Ons kenmerk AM/AMI/06/76971

risicoprofiel na afgifte van een vergunning ook signalen worden doorgegeven aan de Arbeidsinspectie.
Over de controle op huisvesting loopt tussen SZW en CWI al langer overleg, mede naar aanleiding van de actiepunten op dit terrein in de brief van 31 maart j.l. over het werknemers- verkeer met de nieuwe EU-lidstaten en de motie Bussemaker en Van Hijum1. In dit overleg heeft CWI aangegeven bij twv-aanvragen de huisvesting extra kritisch te zullen beoordelen. Dit is inmiddels door CWI vertaald in de interne werkinstructies die de medewerkers hanteren bij de beoordeling van twv-aanvragen. Ook de te ontwikkelen risicoprofielen kunnen hierbij behulpzaam zijn. Verder zijn met CWI afspraken gemaakt over de huisvestingsverklaring van werkgevers. Werkgevers die een tewerkstellingsvergunning aanvragen via het Project Seizoenarbeid, ondertekenen een verklaring, waarin ze aangeven waar en wat de aard van de huisvesting is, hoeveel vreemdelingen daar gehuisvest zijn en dat de huisvesting op verantwoorde, veilige en hygiënische wijze is geregeld conform de regelgeving. CWI zal nu ook bij aanvragen buiten de land- en tuinbouw werkgevers deze verklaring laten ondertekenen.

De Inspectie wijst in haar rapport op de mogelijkheid om bij een twv-aanvraag de werkgever te vragen om een verklaring van de gemeente over de huisvesting. Terecht geeft de Inspectie bij het voorbeeld over de gemeente Horst aan dat gemeenten niet in staat zijn om de huisvesting te controleren binnen de termijnen, waarbinnen de vergunningen moeten worden verstrekt. Een beter begaanbare weg is de verstrekking van adresgegevens van vreemdelingen door CWI aan gemeenten, zodat gemeenten deze gegevens kunnen gebruiken bij de bestrijding van onrechtmatige bewoning en illegale verhuur. Momenteel is een wijziging van het Besluit SUWI in voorbereiding waarmee dit wettelijk mogelijk wordt gemaakt. Deze wijziging treedt naar verwachting in de loop van oktober in werking. Voor de gegevensverstrekking door CWI is ook een goede ICT-ondersteuning van belang. In zijn bestuurlijke reactie geeft CWI aan te zullen proberen onder meer op dit punt intern een slag te maken.

Op grond van de Huisvestingswet en de Woningwet hebben gemeenten een handhavende taak bij de huisvesting van tijdelijke buitenlandse werknemers. Zodra het overgangsregime voor werknemers uit de acht MOE-lidstaten zal worden beëindigd, zijn ten aanzien van deze werknemers uitsluitend de gemeenten nog betrokken bij de vraag of de huisvesting verantwoord is. Zoals aangeduid in de bestuurlijke reactie van CWI, worden gemeenten hierbij door het ministerie van VROM ondersteund. SZW is hier overigens eveneens bij betrokken. De twv-plicht en dus de toets op passende huisvesting blijven wel bestaan voor arbeids-


1 Kamerstukken II, 2005 /06, 29 407, nr. 40. In deze motie wordt de regering verzocht met werkgevers, CWI en gemeenten adequate afspraken te maken over huisvesting bij het toelaten van (tijdelijke) werknemers uit de MOE-landen. Daarnaast is verzocht het mogelijk te maken gegevens tussen CWI en gemeenten uit te wisselen, teneinde gemeenten in staat te stellen de bestrijding van illegale verhuur aan te pakken, en de Kamer te informeren hoe men ook na de afschaffing van de tewerkstellingsvergunningen de huisvestingsproblematiek gaat regelen.

---

Ons kenmerk AM/AMI/06/76971

migranten van buiten de EU en voor nieuwe EU-lidstaten waarvoor nog geen vrij werknemersverkeer geldt.

De Staatssecretaris van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid,

(H.A.L. van Hoof)

Bijlage(n):

- het rapport "Vreemdelingen aan het werk"


---