Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA Den Haag

ons kenmerk : Viss. 2006/4704
datum : 16-10-2006
onderwerp : Vergunningverlening Gafmar Seafoods bijlagen :

Geachte Voorzitter,

In het AO Landbouw en Visserijraad d.d. 18 mei jl. heb ik u toegezegd dat ik met de minister van V&W zou overleggen over de vergunningverlening aan Gafmar Seafoods inzake innovatieve mosselvisserij. Ik heb aangegeven te bezien of de vergunningverlening vereenvoudigd kan worden.

Ik heb in de afgelopen periode overleg gevoerd met mijn collega van Verkeer & Waterstaat. De resultaten van dit overleg treft u hierbij aan.

De vergunningverlening met betrekking tot de innovatieve mosselvisserij heeft betrekking op het invangen van mosselzaad, vanuit de waterkolom, met behulp van een zogenaamde
mosselzaadinvanginstallaties (MZI's). Dit is een productiemethode die een bijdrage kan leveren aan een meer duurzame mosselvisserij.

Voor het plaatsen van MZI's zijn de volgende vergunningen nodig:


1. vanuit het ministerie van LNV: een ontheffing in het kader van de Visserijwet en een vergunning in het kader van de Natuurbeschermingswet (voor zover de installatie in de kustwateren wordt geplaatst);

2. vanuit het ministerie van V&W: een vergunning in het kader van de Wet beheer Rijkswaterstaatwerken (WBR) en afhankelijk van de feitelijke locatie de Wet Milieubeheer (WMB).

Met betrekking tot de ontheffing in het kader van de Visserijwet kan ik u meedelen dat ik het voornemen heb om de visserij met statische vistuigen voor het invangen van mosselzaad vrij te stellen. Ik heb u hiervan met mijn brief van 28 april jl. op de hoogte gesteld. Dit betekent dat in de toekomst vanuit LNV alleen een vergunning op grond van de Natuurbeschermingswet nodig is.
De procedures met betrekking tot de vergunningverlening inzake de WBR en WMB zijn al onderling afgestemd. Vergunningverlening vindt plaats binnen één afdeling van de dienst Noordzee. Dat heeft de dienstverlening richting burgers en bedrijven aanzienlijk vergemakkelijkt. Er zijn momenteel binnen het ministerie van V&W geen verdere initiatieven om tot het samenvoegen van procedures over te gaan.
Waar mogelijk zal afstemming van de vergunningverlening tussen het ministerie van V&W en mijn ministerie plaatsvinden.

Een goede informatievoorziening naar de aanvrager toe is essentieel voor een goede en soepele werking van het proces van vergunningaanvraag en -verlening.
Belangrijk onderwerp daarin is de ontwikkeling van de mogelijkheid tot het digitaal aanvragen én verkrijgen van een vergunning. Binnen de ministeries van LNV en V&W lopen diverse trajecten met betrekking tot de elektronische dienstverlening. In dit kader wordt ook bezien wat de mogelijkheden zijn om te komen tot elektronische aanvraag- en verleningsprocedures. Het ministerie van V&W voert de digitalisering van de vergunningverlening op grond van de WBR naar verwachting in het vierde kwartaal van 2006 in.

In het specifieke geval met betrekking tot de vergunningverlening van het bedrijf Gafmar Seafoods merk ik nog het volgende op. De MZI-installatie is voorzien op open zee. Conform de huidige regelgeving heeft het bedrijf een ontheffing in het kader van de Visserijwet en een vergunning in het kader van de WBR nodig.

De vergunningaanvrager is evenwel principieel van mening dat hij geen WBR-vergunning nodig heeft, omdat hij al een visserijvergunning heeft. De MZI is echter een waterstaatswerk dat voldoet aan de criteria op grond van de WBR, zodat een dergelijke installatie naar het oordeel van het ministerie van V&W, de beheerder van het gebied, vergunningplichtig is. Op grond van de WBR dient zorgt te worden gedragen voor een veilig en doelmatig gebruik van het waterstaatswerk. Een installatie als hier aan de orde vraagt om een dergelijke beoordeling.

De minister van Landbouw, Natuur
en Voedselkwaliteit,

dr. C.P. Veerman