Gemeente Weert

16 oktober 2006

GEMEENTE MAG HOUDEN VAN DIEREN VERBIEDEN

De rechter heeft 13 oktober jl. een verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen, die betrekking had op het besluit van B&W om het houden van zoogdieren en vogels niet meer toe te staan. Aanleiding is de overlast die wordt veroorzaakt doordat een burger een groot aantal dieren in de tuin van zijn rijtjeshuis houdt.

Door het besluit van de rechter, heeft de gemeente Weert de mogelijkheid om bestuursdwang toe te passen. De man die de dieren houdt, heeft echter na de zitting verklaard de dieren op zeer korte termijn zelf te verwijderen. Hiervoor heeft hij de tijd gekregen tot 18 oktober. Als uit controles blijkt dat de man zijn belofte nakomt, is dwang niet nodig. Indien hij de dieren binnen de afgesproken termijn niet verwijderd, wordt alsnog met bestuursdwang opgetreden. Hiertoe had het college al besloten, maar in verband met de gevraagde voorlopige voorziening was deze opgeschort.

Het verbod is opgelegd op grond van een artikel in de Algemene Plaatselijke Verordening. Bij de gemeente waren diverse klachten, met name over stankoverlast, binnengekomen. Toezichthouders van de gemeente hebben dit ook geconstateerd. Nadat waarschuwingen niet tot voldoende verbeteringen in de toestand hebben geleid, heeft het college van B&W besloten de man een verbod tot het houden van dieren op te leggen.

2006.196 LS


---- --