18-10-2006
De verantwoordelijkheden voor gemeenten, provincies en rijk bij
ruimtelijke ontwikkeling zijn voortaan duidelijker geregeld. De
daarvoor benodigde ruimtelijke spelregels zijn vereenvoudigd, korter
en verbeterd nu de Eerste Kamer 17 oktober 2006 heeft ingestemd met de
nieuwe Wet ruimtelijke ordening (Wro). Het zwaartepunt ligt bij de
gemeente, de kaders van provincie of het rijk worden vooraf gesteld,
zo stelde minister Winsemius (VROM) tijdens het debat in de Eerste
Kamer. Voor burgers blijft inspraak bij ruimtelijke plannen bestaan.
Daarnaast krijgen zij meer ruimte voor initiatieven. Met de Wro kunnen
andere overheden en marktpartijen beter inspelen op actuele
ontwikkelingen en betere afspraken met elkaar maken.
De Wro is onlosmakelijk verbonden aan de uitvoering van de Nota
Ruimte, de visie van het kabinet op de inrichting van Nederland. De
Nota Ruimte geeft andere overheden meer ruimte voor ruimtelijke
ontwikkeling en meer verantwoordelijkheden. Om daar daadwerkelijk
invulling aan te geven, hebben de overheden instrumenten nodig
waaronder de Wro.
In de nieuwe wet is een duidelijk onderscheid aangebracht tussen het
ruimtelijk beleid en de (juridische) uitvoering daarvan. Centraal
staat het bestemmingsplan. Nieuw is de structuurvisie waarin de
overheden hun ruimtelijke beleid weergeven. Deze structuurvisies
vervangen de huidig planologische kernbeslissing (op rijksniveau),
streekplannen (op provinciaal niveau) en structuurplannen (op
regionaal en gemeentelijke niveau). Voordeel is een kortere procedure
waarbij partijen snel kunnen inspelen op nieuwe kansen en
mogelijkheden.
Verder betekent de Wro onder meer:
* een verkorte bestemmingsplanprocedure van ruim een jaar naar
ongeveer 26 weken
* verplichte digitalisering van bestemmingsplannen
* niet langer goedkeuring van bestemmingsplannen door provincies
* provincies en het Rijk kunnen in de bestemmingsplanprocedure wel
een aanwijzing geven
* een snelle procedure om te bouwen (het projectbesluit)
* een percentage van 2% eigen risico voor een planschadevergoeding
* de mogelijkheid om vergunningprocedures te coördineren en te
bundelen in één beroeps- en bezwaarprocedure door de vergunning
verlenende partij (coördinatieregeling)
* verplichte actualisering of verlenging van bestemmingsplannen eens
in de 10 jaar
Het wetsvoorstel voor een herziening van de Wet op de Ruimtelijke
Ordening (WRO) kent een lange voorgeschiedenis. In 1999 heeft de
toenmalige minister van VROM toegezegd de wet in zijn geheel te
herzien. De wet was een lappendeken en daardoor te complex.
Het wetsvoorstel voor de nieuwe Wro is in 2005 gevolgd door een
wetsvoorstel voor de Grondexploitatie. Hierin worden de
uitvoerbaarheid van het bestemmingsplan (onder meer kostenverhaal en
locatie-eisen) verbeterd. De Grondexploitatie zal uiteindelijk
onderdeel worden van de nieuwe Wro. Naar verwachting treedt de wet 1
januari 2008 in werking.
Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer