Ministerie van Justitie

Verbetering van hoger beroep

Persbericht | 18-10-2006

In Nederland en enkele omringende landen zijn maatregelen genomen om de toeloop op het hoger beroep rechter enigszins te temperen en ervoor te zorgen dat de procedure kwalitatief goed en tegelijkertijd efficiënt verloopt. Binnenkort worden alle in kaart gebrachte kosten en baten van de hoger beroep procedures besproken met hoger beroep rechters en advocaten, zodat het afwegen van meer en minder goede maatregelen mogelijk wordt.

Dat blijkt uit de vandaag door Minister Hirsch Ballin van Justitie aan de Tweede Kamer aangeboden internationale studie `Verbetering van Hoger beroep?' In Nederland, Duitsland, Engeland/Wales en Frankrijk zijn de laatste jaren binnen diverse rechtsgebieden stroomlijningmaatregelen in de hoger beroep procedure getroffen. Steeds vaker is de eerste rechterlijke uitspraak meteen de enige, worden bagatelzaken van hoger beroep uitgesloten en verandert het karakter van hoger beroep van een algehele herbeoordeling naar een meer beperkte reviewprocedure.

Het ontbreekt veelal aan empirische gegevens om de voor- en nadelen van de maatregelen te meten. Onderzoekers van de Universiteit van Tilburg brachten in opdracht van het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum (WODC) van het ministerie van Justitie in beeld welke effecten bekend zijn en ontwikkelden een overzicht van kosten en baten van hoger beroep. Kosten zijn bijvoorbeeld de kosten voor procespartijen, (griffierechten, advocaatkosten etc) en voor de rechterlijke organisatie. De baten van hoger beroep koppelen de onderzoekers aan de functies van hoger beroep, zoals herstel van fouten, herbeoordeling van zaken en rechtsvorming.

Er zijn verschillende soorten maatregelen: (1) het verminderen van de aard en de hoeveelheid taken van hoger beroep rechters, (2) het veranderen van de prikkels om in hoger beroep te gaan, bijvoorbeeld door het verhogen van de prijs van hoger beroep, (3) het veranderen van de inrichting van hoger beroep, bijvoorbeeld door versnelde procedures, unusrechtspraak (één rechter) en door casemanagement en (4) het invoeren van alternatieven voor hoger beroep, bijvoorbeeld door het bevorderen van schikkingen.

Afweging van deze maatregelen aan de hand van het ontwikkelde analysekader leert dat bij selectie van zaken (1) aanbevolen wordt om makkelijk toepasbare criteria te kiezen en om deze zo vroeg mogelijk in de procedure in te zetten. Beperking in hoger beroep van het aanvoeren van nieuwe feiten, stellingen en bewijs leidt waarschijnlijk (net als in Duitsland) tot onevenredig verhoogde selectiekosten. Ook zal `frontloading van kosten' het gevolg zijn; procespartijen voeren bij de eerste rechter voor de zekerheid zoveel mogelijk feiten en bewijs aan. Bij maatregelen in de tweede categorie is onder andere het verbeteren van prikkels voor advocaten om kosten te beheersen een veelbelovende maatregel. In de derde categorie is ondermeer het oprichten van gespecialiseerde gerechtshoven een veelbelovende maatregel. Alternatieven voor hoger beroep, de vierde categorie, zijn op het eerste gezicht veelbelovend, waarbij maatregelen om fouten in eerste aanleg te voorkomen meer aandacht zouden verdienen.

De onderzoekers benadrukken dat hoger beroep onderdeel is van, en schakel vormt in, een systeem van rechtspleging. De voordelen van hoger beroep zullen waarschijnlijk het hoogste zijn (en de kosten het laagste) als hoger beroep andere functies vervult dan de eerste instantie, en in het bijzonder functies die de eerste instantie ondersteunen en versterken: foutencorrectie, rechtsvorming en het bevorderen van rechtsgelijkheid.