Rijksuniversiteit Groningen

Persbericht

Rijksuniversiteit Groningen

Nummer: 106

Datum: 5 oktober 2006

Zelftherapie effectief bij chronische angst en depressie

Cognitieve zelftherapie als onderdeel van een behandelprogramma kan het aantal bezoeken aan professionals in de geestelijke gezondheidszorg verminderen. Zelftherapie verdient een plaats in de behandeling van langdurende en terugkerende depressie en angst, mits patiënten gemotiveerd zijn en zelf controle hebben over agressief of suïcidaal gedrag. Dit blijkt uit onderzoek van Peter den Boer van het Universitair Medisch Centrum Groningen. Hij promoveert op 18 oktober 2006 aan de Rijksuniversiteit Groningen.

Cognitieve zelftherapie is een nieuw behandelprogramma van zelfhulp, dat wordt toegepast in de geestelijke gezondheidszorg. Het programma is bestemd voor patiënten die al eerder behandelingen hebben ondergaan voor emotionele stoornissen of problematiek rond hun persoonlijkheid. Doel is dat patiënten zelf de controle over hun behandeling vergroten. Het is een gestructureerde vorm van therapie als onderdeel van een reguliere behandeling. Het programma bevat enkele cursussen en meerdere zelftherapie bijeenkomsten.

Minder klachten

Uit de resultaten van het onderzoek van Peter den Boer blijkt dat het cognitieve zelftherapie programma een waardevolle aanvulling biedt op het aanbod van bestaande behandelingen. De deelnemers waren zeer tevreden over het verloop van de zelf­therapie. Zij konden wat ze leerden via cognitieve zelftherapie meteen in hun dagelijks leven toepassen. Dit uitte zich in een duidelijke vermindering van hun klachten.

Doelmatigheid

Den Boer onderzocht de doelmatigheid van cognitieve zelftherapie bij behandeling van emotionele stoornissen als chronische depressie en angst. Hij vergeleek de resultaten van patiënten die cognitieve zelftherapie volgden met patiënten die een andere vorm van behandeling ondergingen. Hij volgde 151 patiënten en bekeek op drie verschillende momenten hun klachten, sociaal functioneren, kwaliteit van leven en de zorgconsumptie. Het bleek dat de groep die cognitieve zelftherapie deden, minder vaak contact hadden met therapeuten en minder vaak opgenomen moesten worden. Het gebruik van medicatie was bij beide groepen even groot. Het aantal klachten, het sociaal functio­neren en de kwaliteit van leven verbeterden evenveel bij beide groepen.

Curriculum vitae

Drs. P.C.A.M. den Boer (Bergen op Zoom, 1951) studeerde geneeskunde aan de Vrije Universiteit in Amsterdam. Hij verrichtte zijn onderzoek bij de afdeling Psychiatrie van het Universitair Medisch Centrum Groningen. Het onderzoek is mede mogelijk gemaakt door het College voor Zorgverzekeringen. Den Boer promoveert tot doctor in de Medische Wetenschappen bij prof.dr. R.J. van den Bosch en prof.dr. D. Wiersma. Hij werkt momenteel als psychiater bij het Universitair Centrum Psychiatrie en is hoofd behandel­zaken van de regio Groningen bij de Verslavingszorg Noord Nederland. De titel van zijn proefschrift is: "Cognitive self-therapy. A contribution to long-term treatment of depression and anxiety".

Noot voor de pers

Nadere informatie: via Joost Wessels, Bureau Voorlichting UMCG, tel. (050) 361 4464 of (050) 361 2200, e-mail j.r.l.wessels@bvl.umcg.nl

Redactie: afdeling Communicatie RUG

Postbus 72, 9700 AB Groningen

Tel. 050-363 4444

E-mail: communicatie@rug.nl