Kamerbrief inzake overeenkomst tussen de EU en de VS inzake de verwerking en overdracht van persoonsgegevens van passagiers (PNR-gegevens) door luchtvaartmaatschappijen (http://www.minbuza.nl:80/nl/actueel/brievenparlement,2006/10/Kamerbrief-inzake-overeenkomst-tussen-de-EU-en-de-.html)
18-10-2006 | 10:20
Samenvatting:
Inhoud:
Onderwerp: Overeenkomst tussen de Europese Unie en de Verenigde Staten van
Amerika inzake de verwerking en overdracht van persoonsgegevens van passagiers
(PNR-gegevens) door luchtvaartmaatschappijen aan het ministerie van Binnenlandse
Veiligheid van de Verenigde Staten van AmerikaIn de nacht van 5 op 6 oktober bereikten het voorzitterschap en de Commissie
namens de Europese Unie en de Verenigde Staten een akkoord over een
interim-overeenkomst inzake de verwerking en overdracht van persoonsgegevens van
passagiers (PNR-gegevens) door luchtvaartmaatschappijen aan het ministerie van
Binnenlandse Veiligheid van de Verenigde Staten van Amerika. Graag informeren
wij u hierbij over onze beoordeling van de interim-overeenkomst. Wij zijn
uiteraard graag bereid tot een nadere inhoudelijke gedachtewisseling met u over
de inhoud van de overeenkomst.De tekst van de interim-overeenkomst en de tekst van een brief van de
VS-onderhandelaar aan de Europese onderhandelaars, waarin de Amerikaanse
interpretatie van enkele van de door de VS op 11 mei 2004 aangegane 'Legal
Undertakings' is neergelegd, gingen u reeds toe bij brief van 9 oktober jl. met
kenmerk 5446306/06/DEIA . De tekst van de brief van het voorzitterschap en de
Commissie waarin deze namens de Europese Unie kennis nemen van de Amerikaanse
brief is aangehecht.Ook de tekst van het raadsbesluit betreffende de ondertekening van de
overeenkomst en de tekst van een verklaring die namens de EU zal worden afgelegd
bij de ondertekening met betrekking tot de voorlopige toepassing van de
overeenkomst gingen u reeds toe.De interim-overeenkomst heeft een beperkte looptijd tot 31 juli 2007. De
overeenkomst zal voorlopig worden toegepast vanaf de datum van ondertekening en
treedt in werking nadat de Europese Unie en de Verenigde Staten elkaar hebben
medegedeeld dat de interne procedures voor de inwerkingtreding zijn voltooid.
Het voorzitterschap zal de overeenkomst namens de EU kunnen ondertekenen zodra
de Raad het raadsbesluit betreffende de ondertekening van de overeenkomst heeft
genomen. Naar verwachting neemt de Raad dit besluit op 16 oktober en vindt de
ondertekening plaats op 17 oktober.Een interim-overeenkomst tussen de EU en de VS inzake de verwerking en
overdracht van persoonsgegevens van passagiers (PNR-gegevens) was noodzakelijk
geworden nadat het Europese Hof van Justitie op 30 mei 2006 het Raadsbesluit tot
goedkeuring van het verdrag tussen EU en VS inzake Passenger Name Records (mei
2004) nietig had verklaard. Het Hof verklaarde toen tevens de op grond van de
richtlijn gegevensbescherming noodzakelijke verklaring van de Commissie dat de
VS-douane een betrouwbare instantie is die correct met gegevens om gaat nietig.
Deze nietig verklaring baseerde het Hof op de omstandigheid dat het overdragen
van persoonsgegevens ten behoeve van terrorismebestrijding geen
gemeenschapsbevoegdheid is (de oorspronkelijke overeenkomst was gebaseerd op
artikel 95 EG) is, maar een aangelegenheid die de lidstaten in het kader van hun
samenwerking op politie- en justitieterrein moeten regelen. Het Hof bepaalde dat
het verdrag in verband met naleving van de opzegtermijnen in stand kon blijven
tot 30 september 2006.Het bleek niet eenvoudig overeenstemming te bereiken over een
interim-overeenkomst. De Europese inzet tijdens de onderhandelingen was om een
overeenkomst op de juiste rechtsbasis te sluiten die inhoudelijk zou
overeenkomen met de oorspronkelijke overeenkomst. De EU heeft er in de
onderhandelingen in het bijzonder op gelet dat ook onder de interim-overeenkomst
een adequaat niveau van gegevensbescherming zou worden gerealiseerd. De VS
streefden naar aanleiding van recente wetgeving gericht op de bestrijding van
terrorisme, meer flexibiliteit na met betrekking tot een aantal onderwerpen in
de oorspronkelijke overeenkomst en met name in de door de VS aangegane 'Legal
Undertakings'. Deze Amerikaanse wetgeving verplicht, kort gezegd, alle met
terrorismebestrijding belaste overheidsinstellingen relevante informatie met
elkaar te delen. Dit heeft zijn weerslag gevonden in de bepaling in de
overeenkomst over welke overheidsinstellingen rechtstreekse toegang tot de
overgedragen gegevens zouden moeten hebben.De onderhandelingen over een definitieve overeenkomst tussen de EU,
vertegenwoordigd door het voorzitterschap en de Commissie, en de VS inzake de
verwerking en overdracht van persoonsgegevens van passagiers (PNR-gegevens)
zullen naar verwachting spoedig van start gaan. De EU moet haar inzet in deze
onderhandelingen nog bepalen. Nederland zal benadrukken dat in het definitieve
akkoord een adequate balans moet worden gevonden tussen het belang van de
overdracht van passagiersgegevens ten behoeve van de bestrijding van het
internationale terrorisme en de noodzaak hierbij fundamentele rechten, in het
bijzonder het recht op privacy en gegevensbescherming, in acht te nemen.Inhoud onderhandelingsresultaatAlvorens de inhoud van het onderhandelingsresultaat meer en detail te
bespreken, zetten wij hieronder eerst de naar ons oordeel belangrijkste punten
op een rij.Naast de inhoud van de interim-overeenkomst zijn ook de inhoud van de brief
van de Verenigde Staten aan de Europese Unie waarin de Amerikaanse interpretatie
van enkele van de 'Legal Undertakings' is weergegeven en de inhoud van de brief
van het voorzitterschap en de Commissie aan de VS waarin onder andere het belang
van gegevensbescherming wordt benadrukt, van belang.De interim-overeenkomstDe overeenkomst bestaat uit een elftal preambulaire overwegingen en zeven
artikelen.Uit de eerste en de derde preambulaire overwegingen volgt dat de overdracht
van passagiersgegevens dient ten behoeve van 'het voorkomen en bestrijden van
terrorisme en daarmee samenhangende misdrijven en andere ernstige misdrijven van
grensoverschrijdende aard, waaronder begrepen de georganiseerde criminaliteit.'
Het doel van de overdracht van passagiersgegevens wordt niet uitgebreid onder de
interim-overeenkomst.In de tweede preambulaire overweging is vastgelegd aan welke
overheidsorganisatie de passagiersgegevens moeten worden doorgegeven. Deze
organisatie is het ministerie van Binnenlandse Veiligheid van de Verenigde
Staten van Amerika (Department of Homeland Security 'DHS'). Het ministerie wordt
echter beperkt gedefinieerd ten behoeve van de overeenkomst: 'met het DHS
bedoeld het Bureau of Customs and Border Protection, de US Immigration
and Customs Enforcement en het Office of the Secretary en de instanties die
hieraan rechtstreeks ondersteuning bieden, maar omvat (...) niet andeere compo
nenten van het DHS zoals de Citizenship and Immigration Services, de Transport
Security Administration, de United States Secret Service, de United States Coast
Guard en de Federal Emergency Management Agency'. Onder de oude overeenkomst had
uitsluitend het Bureau of Customs and Border Protection (CBP) rechtstreekse
toegang tot de passagiersgegevens. Toen maakte de US Immigration and Customs
Enforcement echter nog deel uit van het CBP. De uitbreiding van het aantal VS
federale overheidsorganisaties dat rechtstreekse toegang tot de gegevens heeft,
is derhalve zeer beperkt.Deze preambulaire overweging dient in samenhang te worden gelezen met de
zesde preambulaire paragraaf waarin wordt gewezen op 'de toepasselijke
bepalingen van de Aviation Transportation Security Act (wet veiligheid
luchtvervoer) van 2001, de Homeland Security Act (wet binnenlandse veiligheid)
van 2002, de Intelligence Reform and Terrorism Prevention Act (wet hervorming
van de inlichtingendiensten en terrorismebestrijding) van 2004 en Executive
Order 13388 (besluit 13388) betreffende de samenwerking tussen agentschappen van
de regering van de Verenigde Staten bij de bestrijding van terrorisme'.In de brief van de VS-onderhandelaar aan de EU-onderhandelaars waarin de
intepretatie van de 'Legal Undertakings' van 11 mei 2004 is neergelegd, zet de
VS uiteen dat 'DHS en andere instanties 'promptly give access to . . . terrorism
information to the head of each other agency that has counterterrorism
functions''. De VS geven in de brief voorts aan dat de 'Legal Undertakings'
aldus worden 'geïnterpreteerd en toegepast dat zij niet in de weg staan aan de
uitwisseling van PNR-gegevens tussen het DHS en andere overheidsinstanties van
de VS die verantwoordelijk zijn voor het voorkomen en bestrijden van terrorisme
en daarmee samenhangende misdrijven, als bepaald in punt 3 van de
verbintenissen.'Meer in het bijzonder geven de VS het volgende aan:'Het DHS zal derhalve de openbaarmaking faciliteren van PNR-gegevens aan
overheidsinstanties van de VS die voor de uitoefening van hun
terrorismebestrijdingsfunctie PNR-gegevens nodig hebben met het oog op het
voorkomen en bestrijden van terrorisme en daarmee samenhangende misdrijven in
gevallen die zij onderzoeken (waaronder dreigingen, vluchten, personen, en
routes die zorgen baren); van onvoorwaardelijke, directe elektronische toegang
is evenwel geen sprake. Het DHS zal erop toezien dat die instanties
gegevensbeschermingsnormen naleven die vergelijkbaar zijn met die van het DHS,
met name wat betreft beperking van het doel, bewaring van gegevens, doorgifte
van gegevens, bewustmaking en opleiding, veiligheidsnormen en sancties in geval
van misbruik, en informatie-, klachten- en rectificatieprocedures. Voordat wordt
overgegaan tot gefaciliteerde openbaarmaking, moet elke ontvangende instantie
het DHS een schriftelijke bevestiging sturen dat zij de betrokken normen
naleeft. Het DHS zal de EU vóór het verstrijken van de overeenkomst schriftelijk
in kennis stellen van de implementatie van de gefaciliteerde openbaarmaking en
de naleving van de toepasselijke normen.'Er dient kortom te worden onderscheiden tussen enerzijds de onderdelen van
DHS die op grond van de overeenkomst rechtstreeks toegang hebben tot de
passagiersgegevens die worden overgedragen, en anderzijds de Amerikaanse
federale overheidsorganisaties die geen onvoorwaardelijke en directe
elektronische toegang tot de gegevens hebben, maar wel bepaalde PNR-gegevens
krijgen doorgegeven van DHS, namelijk wanneer zij deze nodig hebben met het oog
op het voorkomen en bestrijden van terrorisme en daarmee samenhangende
misdrijven in gevallen die zij onderzoeken. De interpretatie van
'gevallen' wordt in de brief door de VS nader gespecificeerd in vergelijking met
de oude situatie. Thans vallen daar naar Amerikaans oordeel mede onder:
dreigingen, vluchten, personen, en routes die zorgen baren. Naar het oordeel van
de Commissie impliceert deze nadere specificatie tevens een verruiming, daar
'gevallen' aanvankelijk zeer restrictief werd geïnterpreteerd door de
VS-autoriteiten.In de zevende preambulaire overweging wordt verwezen naar de 'Legal
Undertakings' van 11 mei 2004 die zijn gepubliceerd in het US Federal Register
en die worden geïmplementeerd door DHS. Deze verwijzing in de overeenkomst naar
de door de VS in de 'Legal Undertakings' aangegane verplichtingen is naar ons
oordeel mede van belang omdat aldus aan deze verplichtingen een groter gewicht
wordt toegekend.De achtste preambulaire overweging en artikel 2 van de interim-overeenkomst
zien op de wenselijke overgang van een zogeheten 'pull' systeem naar een 'push'
systeem. Enerzijds zal de Europese Unie ervoor moeten zorgen dat
luchtvaartmaatschappijen met boekingssystemen die zich op het grondgebied van de
Europese Unie bevinden, voor overdracht van PNR-gegevens aan het DHS zorgen
zodra dat technisch haalbaar is (kortom, overgaan naar een 'push' systeem). Dat
is thans nog niet voor alle luchtvaartmaatschappijen het geval. De KLM is al wel
in staat gegevens over te dragen. Anderzijds houden de autoriteiten van de
Verenigde Staten, zolang luchtvaartmaatschappijen niet in staat zijn gegevens
over te dragen, rechtstreeks toegang tot die gegevens (het 'pull' systeem). In
de brief die de VS aan de EU-onderhandelaars heeft gestuurd met betrekking tot
de interpretatie van de 'Legal Undertakings' wordt verder opnieuw bevestigd dat
DHS zo spoedig mogelijk zal overstappen op een toeleveringssysteem voor de
overdracht van PNR-gegevens. DHS zal uiterlijk eind 2006 de nodige tests
verrichten voor ten minste één systeem dat momenteel wordt ontwikkeld, indien
het te testen ontwerp aan de technische eisen van het DHS voldoet.Anders dan voorheen is thans in de overeenkomst zelf (en niet uitsluitend in
de 'Legal Undertakings') neergelegd dat spoedig dient te worden overgegaan naar
een 'push' systeem. Verder maakt de inhoud van de brief van de Verenigde Staten
aan de Europese Unie duidelijk dat het eind 2006 aan VS-zijde technisch mogelijk
zou moeten zijn van een 'pull' naar een 'push' systeem te gaan.In de elfde preambulaire overweging wordt bepaald dat de EU de overdracht van
PNR-gegevens tussen Canada en de Verenigde Staten niet zal belemmeren en evenmin
tussen derde landen, waarmee een soortgelijke overeenkomst over de verwerking en
overdracht van PNR-gegevens is gesloten, en de VS. Thans bestaan uitsluitend met
de VS en Canada PNR-overeenkomsten. De EU onderhandelt weliswaar over een
PNR-overeenkomst met Australie, maar naar verwachting zullen deze
onderhandelingen niet zijn afgerond voordat de looptijd van de
interim-overeenkomst met de VS zal zijn verstreken.Het verdient in dit verband opmerking dat de doorgifte van passagiersgegevens
door DHS aan autoriteiten in derde landen mogelijk blijft. Onder de 'Legal
Undertakings' van 11 mei 2004 was hierin in de paragrafen 28 en verder reeds
voorzien. De interim-overeenkomst verandert hier niets aan.In artikel 1 is vastgelegd dat de Europese Unie ervoor blijft zorgen dat
luchtvaartmaatschappijen die internationale passagiersvluchten van of naar de
Verenigde Staten van Amerika uitvoeren PNR-gegevens uit hun boekingssystemen
verwerken zoals gevraagd door het DHS. De zinsnede '(v)ertrouwend op de
voortgezette uitvoering van de Verbintenissen door het DHS, zoals
geïnterpreteerd in het licht van de verdere gebeurtenissen' bevestigt dat DHS de
'Legal Undertakings' zal blijven implementeren. Dit is van belang voor de EU
omdat hierdoor een bevestiging wordt verkregen dat de VS de overgedragen
passagiersgegevens in overeenstemming met gegevensbeschermingsnormen zal
behandelen. De zinsnede verwijst verder naar de brief van de VS-onderhandelaar
aan zijn EU-counterparts waarin de VS zijn interpretatie geeft van enkele van de
'Legal Undertakings'. Wij komen hieronder nog terug op de brief.In artikel 3 is vastgelegd dat de VS de passagiersgegevens verwerkt
overeenkomstig de toepasselijke wetgeving en de grondwettelijke vereisten van de
Verenigde Staten, zonder onwettige discriminatie, en met name zonder aanzien van
nationaliteit of land van verblijf.Artikel 4 ziet op de gezamenlijke evaluatie van de overeenkomst. De EU
hechtte aan opname van deze bepaling bijzonder belang. Wel is het zo dat gezien
de korte looptijd van de interim-overeenkomst tot 31 juli 2007 weinig tijd rest
voor een gezamenlijke evaluatie van deze interim-overeenkomst. Het is naar ons
oordeel mede daarom van bijzonder belang dat de nog te onderhandelen definitieve
overeenkomst een stevige bepaling bevat met betrekking tot een gezamenlijke
evaluatie.Artikel 5 bevat de reciprociteitsclausule. Op dit moment heeft de EU noch
enige lidstaat echter een eigen PNR-systeem.In artikel 6 wordt bepaald dat DHS '(v)oor de toepassing van deze
overeenkomst wordt geacht een passend beschermingsniveau te bieeden voor
vanuit de Europese Unie overgedragen PNR-gegevens betreffende internationale
passagiersvluchten van of naar de Verenigde Staten'. Opneming in de overeenkomst
van dit artikel was uiteraard van groot belang voor de onderhandelaars namens de
Europese Unie. Het belang van gegevensbescherming wordt ook benadrukt in de
brief van de EU aan de VS in reactie op de brief van de VS aan de EU. Naar ons
oordeel dient de formulering 'wordt geacht' aldus te worden gelezen dat DHS de
verplichting heeft een passend beschermingsniveau te bieden voor overgedragen
passagiersgegevens. Tegelijkertijd hangt artikel 6 nauw samen met artikel 1 van
de overeenkomst. Naar het oordeel van de Europese Unie is de bevestiging in
artikel 1 van de overeenkomst, alsook in de Amerikaanse brief, dat de VS de
'Legal Undertakings' zullen blijven implementeren aanleiding voor het oordeel
dat DHS voor de toepassing van de overeenkomst een passend beschermingsniveau
garandeert.Brief van de Verenigde Staten aan de Europese Unie waarin de Amerikaanse
interpretatie van enkele van de 'Legal Undertakings' is weergegevenDe brief van de Verenigde Staten aan de Europese Unie bevat de Amerikaanse
interpretatie van enkele van de 'Legal Undertakings' is weergegeven. Wij gaven
hierboven reeds aan dat artikel 1 van de overeenkomst bevestigt dat de VS de
'Legal Undertakings' zullen blijven implementeren en verwijst naar de
interpretatie van enkele van deze 'Legal Undertakings' die is neergelegd in de
brief. Wij gaan hieronder nader in op de passages van de brief, die nog niet aan
de orde kwamen bij bovenstaande bespreking van de inhoud van de
interim-overeenkomst.Alinea's met betrekking tot toegang tot PNR in een vroeg stadium
In deze alinea's zetten de VS uiteen dat DHS kan verlangen dat het tijdstip
waarop de eerste toelevering van passagiersgegevens dient plaats te vinden meer
dan 72 uur vóór het vertrek van een vlucht ligt, indien er aanwijzingen zijn dat
toegang in een vroeg stadium kan helpen het hoofd te bieden aan een specifieke
dreiging voor één vlucht, voor meerdere vluchten of voor een route, dan wel aan
andere omstandigheden die verband houden met de in punt 3 van de 'Legal
Undertakings' omschreven misdrijven. Wij zijn van oordeel dat er inderdaad
omstandigheden kunnen zijn waaronder een vroegtijdige toelevering van
passagiersgegevens noodzakelijk kan zijn. Wel hechten wij belang aan de zinsnede
in de brief dat '(b)ij de uitoefening van deze discretionaire bevoegdheid (...)
het DHS behoedzaamheid en evenredigheid betrachten' en dat met de
economische gevolgen voor de luchtvaartmaatschappijen rekening zal worden
gehouden.Alinea met betrekking tot de bewaring van gegevensDe oude overeenkomst noch de interim-overeenkomst bepaalt iets over de
termijnen gedurende welke de passagiersgegevens mogen worden bewaard. De
bewaartermijnen staan in de 'Legal Undertakings' van de VS. Ondanks aandringen
van de VS op langere bewaartermijnen, blijven deze ongewijzigd. De
interim-overeenkomst loopt af voordat de huidige minimale bewaartermijn voor
gegevens van 3,5 jaar zal zijn verlopen. De bewaartermijnen zullen onderdeel
uitmaken van de besprekingen tussen de Verenigde Staten en de Europese Unie over
een definitief akkoord.Alinea met betrekking tot gegevenselementenMet de totstandkoming van de interim-overeenkomst verandert er niets aan de
set passagiersgegevens die moeten worden overgedragen. Er zijn geen gegevens
toegevoegd aan de lijst van 34 gegevens die in de 'Legal Undertakings'van 11 mei
2004 staan opgesomd. In de alinea met betrekking tot gegevenselementen benadrukt
de VS het belang van het 'frequent flyer'-veld. Nu aan de set passagiergegevens
niets is veranderd kan via het 'frequent flyer'-veld uitsluitend toegang worden
verkregen tot gegevens die reeds onder de lijst van 34 gegevens vallen.
Enigszins ten overvloede wijst de VS er in deze alinea nog op dat het onder de
'Legal Undertakings' is toegestaan om gegevens toe te voegen aan de 34 gegevens,
indien zulks nodig is voor de verwezenlijking van de doeleinden.Alinea met betrekking tot vitale belangen van de betrokkene en van
anderenIn de 'Legal Undertakings' is onder de punten 9, 10 en 11 vastgelegd dat de
VS-autoriteiten 'sensitive data' niet zullen gebruiken. Hieraan verandert door
de totstandkoming van de interim-overeenkomst niets. In paragraaf 34 van de
'Legal Undertakings' is vastgelegd dat de 'Legal Undertakings' niet in de weg
mogen staan aan het gebruik van PNR-gegevens ter bescherming van de vitale
belangen van de betrokkene of van anderen, en evenmin aan de directe
beschikbaarheid van PNR-gegevens voor de bevoegde autoriteiten met het oog op de
in punt 3 van de 'Legal Undertakings' omschreven doeleinden, in het bijzonder
waar het gaat om significante gezondheidsrisico's. In deze alinea van de brief
specificeren de VS nader wat onder vitale belangen moet worden verstaan: 'Vitale
belangen slaat op omstandigheden waarin het leven van de betrokkene of van
anderen in gevaar zou kunnen zijn, en omvat toegang tot informatie die nodig is
om degenen die mogelijk een gevaarlijke overdraagbare ziekte hebben of die
daaraan zijn blootgesteld, snel te kunnen identificeren en lokaliseren en
onverwijld op de hoogte te brengen.' De VS benadrukken dat dergelijke gegevens
op passende wijze zullen worden beschermd en uitsluitend worden gebruikt voor de
doeleinden waarvoor zij zijn opgevraagd. Wij zijn van oordeel dat deze alinea
geen uitbreiding impliceert van de doelstellingen waarvoor passagiersgegevens
worden overgedragen.Wij wijzen in dit verband verder op het belang van een spoedige overgang van
een 'pull' naar een 'push' systeem, omdat aldus kan worden verzekerd dat
dergelijke gegevens de VS niet bereiken.Brief van de Europese Unie aan de VSHet voorzitterschap en de Commissie bevestigen in een brief de ontvangst van
de interpretatieve brief van de VS en benadrukken het belang dat de EU en de
lidstaten hechten aan bescherming van fundamentele rechten, in het bijzonder
bescherming van persoonsgegevens. In de brief wordt verder vastgesteld dat de
bevestiging van de zijde van DHS dat de VS de 'Legal Undertakings' zullen
blijven implementeren aanleiding vormt voor het oordeel dat DHS voor de
toepassing van de interim-overeenkomst een passend niveau van
gegevensbescherming garandeert.ConclusieDe uitonderhandelde interim-overeenkomst komt inhoudelijk in belangrijke mate
overeen met de oorspronkelijke overeenkomst tussen de EU en de VS. Dat is een
belangrijk en hardbevochten resultaat. Er zijn ook verschillen tussen beide
overeenkomsten, maar wij zijn in zijn algemeenheid van oordeel dat de
onderhandelingen zijn uitgemond in een redelijk uitgebalanceerde
interim-overeenkomst. De overeenkomst vormt naar ons oordeel het best mogelijke
onderhandelingsresultaat dat het voorzitterschap en de Commissie onder de
omstandigheden ten behoeve van de Europese Unie konden bereiken. Hierbij dient
bedacht te worden dat een tijdige totstandkoming van de overeenkomst essentieel
was, zowel uit oogpunt van rechtszekerheid voor luchtvaartmaatschappijen en
passagiers, als uit oogpunt van de commerciële belangen van de
luchtvaartmaatschappijen die in het geding waren.Naar verwachting vindt de ondertekening van de interim-overeenkomst plaats op
17 oktober 2006. De interim-overeenkomst wordt voorlopig toegepast vanaf de
datum van de ondertekening. De Minister van Buitenlandse Zaken zal, met het oog
op de voorlopige toepassing, de Kamer spoedig na de ondertekening van de
interim-overeenkomst hiervan op de hoogte brengen. Voorts zal de tekst van deze
overeenkomst in het Tractatenblad worden gepubliceerd. Aangezien de
interim-overeenkomst een looptijd heeft van korter dan één jaar, behoeft deze
overeenkomst ingevolge artikel 7, onderdeel c, van de Rijkswet goedkeuring en
bekendmaking verdragen geen parlementaire goedkeuring. Mede gezien het belang
van de interim-overeenkomst herhalen wij hier echter gaarne bereid te zijn tot
een nadere inhoudelijke gedachtenwisseling over de overeenkomst.De Minister van Buitenlandse Zaken,Dr. B.R. BotDe Minister van Justitie,Dr. E.M.H. Hirsch Ballin
---
Ministerie van Buitenlandse Zaken