Ministerie van Buitenlandse Zaken

Kamerbrief inzake overeenkomst tussen de EU en de VS inzake de verwerking en overdracht van persoonsgegevens van passagiers (PNR-gegevens) door luchtvaartmaatschappijen (http://www.minbuza.nl:80/nl/actueel/brievenparlement,2006/10/Kamerbrief-inzake-overeenkomst-tussen-de-EU-en-de-.html) 18-10-2006 | 10:20

Samenvatting:

Inhoud:

Onderwerp: Overeenkomst tussen de Europese Unie en de Verenigde Staten van Amerika inzake de verwerking en overdracht van persoonsgegevens van passagiers (PNR-gegevens) door luchtvaartmaatschappijen aan het ministerie van Binnenlandse Veiligheid van de Verenigde Staten van AmerikaIn de nacht van 5 op 6 oktober bereikten het voorzitterschap en de Commissie namens de Europese Unie en de Verenigde Staten een akkoord over een interim-overeenkomst inzake de verwerking en overdracht van persoonsgegevens van passagiers (PNR-gegevens) door luchtvaartmaatschappijen aan het ministerie van Binnenlandse Veiligheid van de Verenigde Staten van Amerika. Graag informeren wij u hierbij over onze beoordeling van de interim-overeenkomst. Wij zijn uiteraard graag bereid tot een nadere inhoudelijke gedachtewisseling met u over de inhoud van de overeenkomst.De tekst van de interim-overeenkomst en de tekst van een brief van de VS-onderhandelaar aan de Europese onderhandelaars, waarin de Amerikaanse interpretatie van enkele van de door de VS op 11 mei 2004 aangegane 'Legal Undertakings' is neergelegd, gingen u reeds toe bij brief van 9 oktober jl. met kenmerk 5446306/06/DEIA . De tekst van de brief van het voorzitterschap en de Commissie waarin deze namens de Europese Unie kennis nemen van de Amerikaanse brief is aangehecht.Ook de tekst van het raadsbesluit betreffende de ondertekening van de overeenkomst en de tekst van een verklaring die namens de EU zal worden afgelegd bij de ondertekening met betrekking tot de voorlopige toepassing van de overeenkomst gingen u reeds toe.De interim-overeenkomst heeft een beperkte looptijd tot 31 juli 2007. De overeenkomst zal voorlopig worden toegepast vanaf de datum van ondertekening en treedt in werking nadat de Europese Unie en de Verenigde Staten elkaar hebben medegedeeld dat de interne procedures voor de inwerkingtreding zijn voltooid. Het voorzitterschap zal de overeenkomst namens de EU kunnen ondertekenen zodra de Raad het raadsbesluit betreffende de ondertekening van de overeenkomst heeft genomen. Naar verwachting neemt de Raad dit besluit op 16 oktober en vindt de ondertekening plaats op 17 oktober.Een interim-overeenkomst tussen de EU en de VS inzake de verwerking en overdracht van persoonsgegevens van passagiers (PNR-gegevens) was noodzakelijk geworden nadat het Europese Hof van Justitie op 30 mei 2006 het Raadsbesluit tot goedkeuring van het verdrag tussen EU en VS inzake Passenger Name Records (mei 2004) nietig had verklaard. Het Hof verklaarde toen tevens de op grond van de richtlijn gegevensbescherming noodzakelijke verklaring van de Commissie dat de VS-douane een betrouwbare instantie is die correct met gegevens om gaat nietig. Deze nietig verklaring baseerde het Hof op de omstandigheid dat het overdragen van persoonsgegevens ten behoeve van terrorismebestrijding geen gemeenschapsbevoegdheid is (de oorspronkelijke overeenkomst was gebaseerd op artikel 95 EG) is, maar een aangelegenheid die de lidstaten in het kader van hun samenwerking op politie- en justitieterrein moeten regelen. Het Hof bepaalde dat het verdrag in verband met naleving van de opzegtermijnen in stand kon blijven tot 30 september 2006.Het bleek niet eenvoudig overeenstemming te bereiken over een interim-overeenkomst. De Europese inzet tijdens de onderhandelingen was om een overeenkomst op de juiste rechtsbasis te sluiten die inhoudelijk zou overeenkomen met de oorspronkelijke overeenkomst. De EU heeft er in de onderhandelingen in het bijzonder op gelet dat ook onder de interim-overeenkomst een adequaat niveau van gegevensbescherming zou worden gerealiseerd. De VS streefden naar aanleiding van recente wetgeving gericht op de bestrijding van terrorisme, meer flexibiliteit na met betrekking tot een aantal onderwerpen in de oorspronkelijke overeenkomst en met name in de door de VS aangegane 'Legal Undertakings'. Deze Amerikaanse wetgeving verplicht, kort gezegd, alle met terrorismebestrijding belaste overheidsinstellingen relevante informatie met elkaar te delen. Dit heeft zijn weerslag gevonden in de bepaling in de overeenkomst over welke overheidsinstellingen rechtstreekse toegang tot de overgedragen gegevens zouden moeten hebben.De onderhandelingen over een definitieve overeenkomst tussen de EU, vertegenwoordigd door het voorzitterschap en de Commissie, en de VS inzake de verwerking en overdracht van persoonsgegevens van passagiers (PNR-gegevens) zullen naar verwachting spoedig van start gaan. De EU moet haar inzet in deze onderhandelingen nog bepalen. Nederland zal benadrukken dat in het definitieve akkoord een adequate balans moet worden gevonden tussen het belang van de overdracht van passagiersgegevens ten behoeve van de bestrijding van het internationale terrorisme en de noodzaak hierbij fundamentele rechten, in het bijzonder het recht op privacy en gegevensbescherming, in acht te nemen.Inhoud onderhandelingsresultaatAlvorens de inhoud van het onderhandelingsresultaat meer en detail te bespreken, zetten wij hieronder eerst de naar ons oordeel belangrijkste punten op een rij.Naast de inhoud van de interim-overeenkomst zijn ook de inhoud van de brief van de Verenigde Staten aan de Europese Unie waarin de Amerikaanse interpretatie van enkele van de 'Legal Undertakings' is weergegeven en de inhoud van de brief van het voorzitterschap en de Commissie aan de VS waarin onder andere het belang van gegevensbescherming wordt benadrukt, van belang.De interim-overeenkomstDe overeenkomst bestaat uit een elftal preambulaire overwegingen en zeven artikelen.Uit de eerste en de derde preambulaire overwegingen volgt dat de overdracht van passagiersgegevens dient ten behoeve van 'het voorkomen en bestrijden van terrorisme en daarmee samenhangende misdrijven en andere ernstige misdrijven van grensoverschrijdende aard, waaronder begrepen de georganiseerde criminaliteit.' Het doel van de overdracht van passagiersgegevens wordt niet uitgebreid onder de interim-overeenkomst.In de tweede preambulaire overweging is vastgelegd aan welke overheidsorganisatie de passagiersgegevens moeten worden doorgegeven. Deze organisatie is het ministerie van Binnenlandse Veiligheid van de Verenigde Staten van Amerika (Department of Homeland Security 'DHS'). Het ministerie wordt echter beperkt gedefinieerd ten behoeve van de overeenkomst: 'met het DHS bedoeld het Bureau of Customs and Border Protection, de US Immigration and Customs Enforcement en het Office of the Secretary en de instanties die hieraan rechtstreeks ondersteuning bieden, maar omvat (...) niet andeere compo nenten van het DHS zoals de Citizenship and Immigration Services, de Transport Security Administration, de United States Secret Service, de United States Coast Guard en de Federal Emergency Management Agency'. Onder de oude overeenkomst had uitsluitend het Bureau of Customs and Border Protection (CBP) rechtstreekse toegang tot de passagiersgegevens. Toen maakte de US Immigration and Customs Enforcement echter nog deel uit van het CBP. De uitbreiding van het aantal VS federale overheidsorganisaties dat rechtstreekse toegang tot de gegevens heeft, is derhalve zeer beperkt.Deze preambulaire overweging dient in samenhang te worden gelezen met de zesde preambulaire paragraaf waarin wordt gewezen op 'de toepasselijke bepalingen van de Aviation Transportation Security Act (wet veiligheid luchtvervoer) van 2001, de Homeland Security Act (wet binnenlandse veiligheid) van 2002, de Intelligence Reform and Terrorism Prevention Act (wet hervorming van de inlichtingendiensten en terrorismebestrijding) van 2004 en Executive Order 13388 (besluit 13388) betreffende de samenwerking tussen agentschappen van de regering van de Verenigde Staten bij de bestrijding van terrorisme'.In de brief van de VS-onderhandelaar aan de EU-onderhandelaars waarin de intepretatie van de 'Legal Undertakings' van 11 mei 2004 is neergelegd, zet de VS uiteen dat 'DHS en andere instanties 'promptly give access to . . . terrorism information to the head of each other agency that has counterterrorism functions''. De VS geven in de brief voorts aan dat de 'Legal Undertakings' aldus worden 'geïnterpreteerd en toegepast dat zij niet in de weg staan aan de uitwisseling van PNR-gegevens tussen het DHS en andere overheidsinstanties van de VS die verantwoordelijk zijn voor het voorkomen en bestrijden van terrorisme en daarmee samenhangende misdrijven, als bepaald in punt 3 van de verbintenissen.'Meer in het bijzonder geven de VS het volgende aan:'Het DHS zal derhalve de openbaarmaking faciliteren van PNR-gegevens aan overheidsinstanties van de VS die voor de uitoefening van hun terrorismebestrijdingsfunctie PNR-gegevens nodig hebben met het oog op het voorkomen en bestrijden van terrorisme en daarmee samenhangende misdrijven in gevallen die zij onderzoeken (waaronder dreigingen, vluchten, personen, en routes die zorgen baren); van onvoorwaardelijke, directe elektronische toegang is evenwel geen sprake. Het DHS zal erop toezien dat die instanties gegevensbeschermingsnormen naleven die vergelijkbaar zijn met die van het DHS, met name wat betreft beperking van het doel, bewaring van gegevens, doorgifte van gegevens, bewustmaking en opleiding, veiligheidsnormen en sancties in geval van misbruik, en informatie-, klachten- en rectificatieprocedures. Voordat wordt overgegaan tot gefaciliteerde openbaarmaking, moet elke ontvangende instantie het DHS een schriftelijke bevestiging sturen dat zij de betrokken normen naleeft. Het DHS zal de EU vóór het verstrijken van de overeenkomst schriftelijk in kennis stellen van de implementatie van de gefaciliteerde openbaarmaking en de naleving van de toepasselijke normen.'Er dient kortom te worden onderscheiden tussen enerzijds de onderdelen van DHS die op grond van de overeenkomst rechtstreeks toegang hebben tot de passagiersgegevens die worden overgedragen, en anderzijds de Amerikaanse federale overheidsorganisaties die geen onvoorwaardelijke en directe elektronische toegang tot de gegevens hebben, maar wel bepaalde PNR-gegevens krijgen doorgegeven van DHS, namelijk wanneer zij deze nodig hebben met het oog op het voorkomen en bestrijden van terrorisme en daarmee samenhangende misdrijven in gevallen die zij onderzoeken. De interpretatie van 'gevallen' wordt in de brief door de VS nader gespecificeerd in vergelijking met de oude situatie. Thans vallen daar naar Amerikaans oordeel mede onder: dreigingen, vluchten, personen, en routes die zorgen baren. Naar het oordeel van de Commissie impliceert deze nadere specificatie tevens een verruiming, daar 'gevallen' aanvankelijk zeer restrictief werd geïnterpreteerd door de VS-autoriteiten.In de zevende preambulaire overweging wordt verwezen naar de 'Legal Undertakings' van 11 mei 2004 die zijn gepubliceerd in het US Federal Register en die worden geïmplementeerd door DHS. Deze verwijzing in de overeenkomst naar de door de VS in de 'Legal Undertakings' aangegane verplichtingen is naar ons oordeel mede van belang omdat aldus aan deze verplichtingen een groter gewicht wordt toegekend.De achtste preambulaire overweging en artikel 2 van de interim-overeenkomst zien op de wenselijke overgang van een zogeheten 'pull' systeem naar een 'push' systeem. Enerzijds zal de Europese Unie ervoor moeten zorgen dat luchtvaartmaatschappijen met boekingssystemen die zich op het grondgebied van de Europese Unie bevinden, voor overdracht van PNR-gegevens aan het DHS zorgen zodra dat technisch haalbaar is (kortom, overgaan naar een 'push' systeem). Dat is thans nog niet voor alle luchtvaartmaatschappijen het geval. De KLM is al wel in staat gegevens over te dragen. Anderzijds houden de autoriteiten van de Verenigde Staten, zolang luchtvaartmaatschappijen niet in staat zijn gegevens over te dragen, rechtstreeks toegang tot die gegevens (het 'pull' systeem). In de brief die de VS aan de EU-onderhandelaars heeft gestuurd met betrekking tot de interpretatie van de 'Legal Undertakings' wordt verder opnieuw bevestigd dat DHS zo spoedig mogelijk zal overstappen op een toeleveringssysteem voor de overdracht van PNR-gegevens. DHS zal uiterlijk eind 2006 de nodige tests verrichten voor ten minste één systeem dat momenteel wordt ontwikkeld, indien het te testen ontwerp aan de technische eisen van het DHS voldoet.Anders dan voorheen is thans in de overeenkomst zelf (en niet uitsluitend in de 'Legal Undertakings') neergelegd dat spoedig dient te worden overgegaan naar een 'push' systeem. Verder maakt de inhoud van de brief van de Verenigde Staten aan de Europese Unie duidelijk dat het eind 2006 aan VS-zijde technisch mogelijk zou moeten zijn van een 'pull' naar een 'push' systeem te gaan.In de elfde preambulaire overweging wordt bepaald dat de EU de overdracht van PNR-gegevens tussen Canada en de Verenigde Staten niet zal belemmeren en evenmin tussen derde landen, waarmee een soortgelijke overeenkomst over de verwerking en overdracht van PNR-gegevens is gesloten, en de VS. Thans bestaan uitsluitend met de VS en Canada PNR-overeenkomsten. De EU onderhandelt weliswaar over een PNR-overeenkomst met Australie, maar naar verwachting zullen deze onderhandelingen niet zijn afgerond voordat de looptijd van de interim-overeenkomst met de VS zal zijn verstreken.Het verdient in dit verband opmerking dat de doorgifte van passagiersgegevens door DHS aan autoriteiten in derde landen mogelijk blijft. Onder de 'Legal Undertakings' van 11 mei 2004 was hierin in de paragrafen 28 en verder reeds voorzien. De interim-overeenkomst verandert hier niets aan.In artikel 1 is vastgelegd dat de Europese Unie ervoor blijft zorgen dat luchtvaartmaatschappijen die internationale passagiersvluchten van of naar de Verenigde Staten van Amerika uitvoeren PNR-gegevens uit hun boekingssystemen verwerken zoals gevraagd door het DHS. De zinsnede '(v)ertrouwend op de voortgezette uitvoering van de Verbintenissen door het DHS, zoals geïnterpreteerd in het licht van de verdere gebeurtenissen' bevestigt dat DHS de 'Legal Undertakings' zal blijven implementeren. Dit is van belang voor de EU omdat hierdoor een bevestiging wordt verkregen dat de VS de overgedragen passagiersgegevens in overeenstemming met gegevensbeschermingsnormen zal behandelen. De zinsnede verwijst verder naar de brief van de VS-onderhandelaar aan zijn EU-counterparts waarin de VS zijn interpretatie geeft van enkele van de 'Legal Undertakings'. Wij komen hieronder nog terug op de brief.In artikel 3 is vastgelegd dat de VS de passagiersgegevens verwerkt overeenkomstig de toepasselijke wetgeving en de grondwettelijke vereisten van de Verenigde Staten, zonder onwettige discriminatie, en met name zonder aanzien van nationaliteit of land van verblijf.Artikel 4 ziet op de gezamenlijke evaluatie van de overeenkomst. De EU hechtte aan opname van deze bepaling bijzonder belang. Wel is het zo dat gezien de korte looptijd van de interim-overeenkomst tot 31 juli 2007 weinig tijd rest voor een gezamenlijke evaluatie van deze interim-overeenkomst. Het is naar ons oordeel mede daarom van bijzonder belang dat de nog te onderhandelen definitieve overeenkomst een stevige bepaling bevat met betrekking tot een gezamenlijke evaluatie.Artikel 5 bevat de reciprociteitsclausule. Op dit moment heeft de EU noch enige lidstaat echter een eigen PNR-systeem.In artikel 6 wordt bepaald dat DHS '(v)oor de toepassing van deze overeenkomst wordt geacht een passend beschermingsniveau te bieeden voor vanuit de Europese Unie overgedragen PNR-gegevens betreffende internationale passagiersvluchten van of naar de Verenigde Staten'. Opneming in de overeenkomst van dit artikel was uiteraard van groot belang voor de onderhandelaars namens de Europese Unie. Het belang van gegevensbescherming wordt ook benadrukt in de brief van de EU aan de VS in reactie op de brief van de VS aan de EU. Naar ons oordeel dient de formulering 'wordt geacht' aldus te worden gelezen dat DHS de verplichting heeft een passend beschermingsniveau te bieden voor overgedragen passagiersgegevens. Tegelijkertijd hangt artikel 6 nauw samen met artikel 1 van de overeenkomst. Naar het oordeel van de Europese Unie is de bevestiging in artikel 1 van de overeenkomst, alsook in de Amerikaanse brief, dat de VS de 'Legal Undertakings' zullen blijven implementeren aanleiding voor het oordeel dat DHS voor de toepassing van de overeenkomst een passend beschermingsniveau garandeert.Brief van de Verenigde Staten aan de Europese Unie waarin de Amerikaanse interpretatie van enkele van de 'Legal Undertakings' is weergegevenDe brief van de Verenigde Staten aan de Europese Unie bevat de Amerikaanse interpretatie van enkele van de 'Legal Undertakings' is weergegeven. Wij gaven hierboven reeds aan dat artikel 1 van de overeenkomst bevestigt dat de VS de 'Legal Undertakings' zullen blijven implementeren en verwijst naar de interpretatie van enkele van deze 'Legal Undertakings' die is neergelegd in de brief. Wij gaan hieronder nader in op de passages van de brief, die nog niet aan de orde kwamen bij bovenstaande bespreking van de inhoud van de interim-overeenkomst.Alinea's met betrekking tot toegang tot PNR in een vroeg stadium In deze alinea's zetten de VS uiteen dat DHS kan verlangen dat het tijdstip waarop de eerste toelevering van passagiersgegevens dient plaats te vinden meer dan 72 uur vóór het vertrek van een vlucht ligt, indien er aanwijzingen zijn dat toegang in een vroeg stadium kan helpen het hoofd te bieden aan een specifieke dreiging voor één vlucht, voor meerdere vluchten of voor een route, dan wel aan andere omstandigheden die verband houden met de in punt 3 van de 'Legal Undertakings' omschreven misdrijven. Wij zijn van oordeel dat er inderdaad omstandigheden kunnen zijn waaronder een vroegtijdige toelevering van passagiersgegevens noodzakelijk kan zijn. Wel hechten wij belang aan de zinsnede in de brief dat '(b)ij de uitoefening van deze discretionaire bevoegdheid (...)

het DHS behoedzaamheid en evenredigheid betrachten' en dat met de economische gevolgen voor de luchtvaartmaatschappijen rekening zal worden gehouden.Alinea met betrekking tot de bewaring van gegevensDe oude overeenkomst noch de interim-overeenkomst bepaalt iets over de termijnen gedurende welke de passagiersgegevens mogen worden bewaard. De bewaartermijnen staan in de 'Legal Undertakings' van de VS. Ondanks aandringen van de VS op langere bewaartermijnen, blijven deze ongewijzigd. De interim-overeenkomst loopt af voordat de huidige minimale bewaartermijn voor gegevens van 3,5 jaar zal zijn verlopen. De bewaartermijnen zullen onderdeel uitmaken van de besprekingen tussen de Verenigde Staten en de Europese Unie over een definitief akkoord.Alinea met betrekking tot gegevenselementenMet de totstandkoming van de interim-overeenkomst verandert er niets aan de set passagiersgegevens die moeten worden overgedragen. Er zijn geen gegevens toegevoegd aan de lijst van 34 gegevens die in de 'Legal Undertakings'van 11 mei 2004 staan opgesomd. In de alinea met betrekking tot gegevenselementen benadrukt de VS het belang van het 'frequent flyer'-veld. Nu aan de set passagiergegevens niets is veranderd kan via het 'frequent flyer'-veld uitsluitend toegang worden verkregen tot gegevens die reeds onder de lijst van 34 gegevens vallen. Enigszins ten overvloede wijst de VS er in deze alinea nog op dat het onder de 'Legal Undertakings' is toegestaan om gegevens toe te voegen aan de 34 gegevens, indien zulks nodig is voor de verwezenlijking van de doeleinden.Alinea met betrekking tot vitale belangen van de betrokkene en van anderenIn de 'Legal Undertakings' is onder de punten 9, 10 en 11 vastgelegd dat de VS-autoriteiten 'sensitive data' niet zullen gebruiken. Hieraan verandert door de totstandkoming van de interim-overeenkomst niets. In paragraaf 34 van de 'Legal Undertakings' is vastgelegd dat de 'Legal Undertakings' niet in de weg mogen staan aan het gebruik van PNR-gegevens ter bescherming van de vitale belangen van de betrokkene of van anderen, en evenmin aan de directe beschikbaarheid van PNR-gegevens voor de bevoegde autoriteiten met het oog op de in punt 3 van de 'Legal Undertakings' omschreven doeleinden, in het bijzonder waar het gaat om significante gezondheidsrisico's. In deze alinea van de brief specificeren de VS nader wat onder vitale belangen moet worden verstaan: 'Vitale belangen slaat op omstandigheden waarin het leven van de betrokkene of van anderen in gevaar zou kunnen zijn, en omvat toegang tot informatie die nodig is om degenen die mogelijk een gevaarlijke overdraagbare ziekte hebben of die daaraan zijn blootgesteld, snel te kunnen identificeren en lokaliseren en onverwijld op de hoogte te brengen.' De VS benadrukken dat dergelijke gegevens op passende wijze zullen worden beschermd en uitsluitend worden gebruikt voor de doeleinden waarvoor zij zijn opgevraagd. Wij zijn van oordeel dat deze alinea geen uitbreiding impliceert van de doelstellingen waarvoor passagiersgegevens worden overgedragen.Wij wijzen in dit verband verder op het belang van een spoedige overgang van een 'pull' naar een 'push' systeem, omdat aldus kan worden verzekerd dat dergelijke gegevens de VS niet bereiken.Brief van de Europese Unie aan de VSHet voorzitterschap en de Commissie bevestigen in een brief de ontvangst van de interpretatieve brief van de VS en benadrukken het belang dat de EU en de lidstaten hechten aan bescherming van fundamentele rechten, in het bijzonder bescherming van persoonsgegevens. In de brief wordt verder vastgesteld dat de bevestiging van de zijde van DHS dat de VS de 'Legal Undertakings' zullen blijven implementeren aanleiding vormt voor het oordeel dat DHS voor de toepassing van de interim-overeenkomst een passend niveau van gegevensbescherming garandeert.ConclusieDe uitonderhandelde interim-overeenkomst komt inhoudelijk in belangrijke mate overeen met de oorspronkelijke overeenkomst tussen de EU en de VS. Dat is een belangrijk en hardbevochten resultaat. Er zijn ook verschillen tussen beide overeenkomsten, maar wij zijn in zijn algemeenheid van oordeel dat de onderhandelingen zijn uitgemond in een redelijk uitgebalanceerde interim-overeenkomst. De overeenkomst vormt naar ons oordeel het best mogelijke onderhandelingsresultaat dat het voorzitterschap en de Commissie onder de omstandigheden ten behoeve van de Europese Unie konden bereiken. Hierbij dient bedacht te worden dat een tijdige totstandkoming van de overeenkomst essentieel was, zowel uit oogpunt van rechtszekerheid voor luchtvaartmaatschappijen en passagiers, als uit oogpunt van de commerciële belangen van de luchtvaartmaatschappijen die in het geding waren.Naar verwachting vindt de ondertekening van de interim-overeenkomst plaats op 17 oktober 2006. De interim-overeenkomst wordt voorlopig toegepast vanaf de datum van de ondertekening. De Minister van Buitenlandse Zaken zal, met het oog op de voorlopige toepassing, de Kamer spoedig na de ondertekening van de interim-overeenkomst hiervan op de hoogte brengen. Voorts zal de tekst van deze overeenkomst in het Tractatenblad worden gepubliceerd. Aangezien de interim-overeenkomst een looptijd heeft van korter dan één jaar, behoeft deze overeenkomst ingevolge artikel 7, onderdeel c, van de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen geen parlementaire goedkeuring. Mede gezien het belang van de interim-overeenkomst herhalen wij hier echter gaarne bereid te zijn tot een nadere inhoudelijke gedachtenwisseling over de overeenkomst.De Minister van Buitenlandse Zaken,Dr. B.R. BotDe Minister van Justitie,Dr. E.M.H. Hirsch Ballin


---