Partij van de Arbeid


Den Haag, 18 oktober 2006


Bijdrage van het lid Van Dam (PvdA) aan het plenaire debat


over de Begroting Economische Zaken (XIII) 1e TK


(Gesproken woord geldt)


Voorzitter,


Ik mis 'm al een beetje.

Natuurlijk, we waren het wel eens oneens.

Natuurlijk, we hadden wel eens stevige aanvaringen.
Natuurlijk, over en weer vielen soms zeker voor de buitenwereld onvriendelijke termen.
Maar toch.

Laurens-Jan Brinkhorst was een gepassioneerde minister.
Met passie voor innovatie en voor het milieu.

Met passie en helaas soms wat ouderwetse ideeën over harder, langer en meer werken.
Met passie voor eerlijke marktwerking en een sterke rol van de overheid.
Wat we vandaag bespreken is hoe hij het ministerie en het beleid heeft achtergelaten. Dat is lastig bespreken met zijn vervanger. Het heeft mij sowieso verbaasd dat Brinkhorst een vervanger kreeg. Eerder hebben we in deze Kamer al eens van gedachten gewisseld over het belang van het ministerie van EZ. Laten we wel wezen, de rol van EZ is niet heel groot. Toch kreeg EZ een tweede bewindspersoon, terwijl het zeer invloedrijke ministerie van Financiën in de handen van één toch al oppermachtige man achterbleef. Het heeft me verbaasd, maar er zal ongetwijfeld een goede reden voor zijn. Dit is een goed moment om terug te kijken op het beleid van Brinkhorst, maar ook een goed moment om te bekijken hoe Joop Wijn zijn erfenis overneemt.
Het beleid van EZ is gericht op de versterking van de economische structuur. Niet de korte termijn groeicijfertjes, maar de lange termijn. Wij mogen bij deze begroting verder kijken dan vandaag, verder dan het hier en nu. Gelukkig is het kabinet heel bescheiden over de structuur van onze economie. Het kabinet heeft ook veel om bescheiden over te zijn.
Het structurele groeipotentieel van de Nederlandse economie is de afgelopen jaren met een half procent afgenomen. De structurele groei van Nederland was in 2005 de nummer 10 van Europa en is in 2006 nog steeds de nummer 10 van Europa. Nederland is tijdens deze kabinetsperiode slechts één plaatsje opgeschoven op het European Innovation Scoreboard. Op de Growth Competitive Index van het World Economic Forum stond Nederland in 2000 nog in de top 5, vorig jaar waren we nummer 11. In de Business Competitive Index van hetzelfde World Economic Forum stonden we in 2000 ook nog in de top 5, afgelopen jaar nummer 9.
Voorzitter, natuurlijk de economie draait weer volop. Gelukkig maar. Maar we hebben geen reden voor zelfgenoegzaamheid. Geen reden voor borstklopperij. Geen reden om achterover te leunen. De structuur van de Nederlandse economie is nog onvoldoende versterkt en daar heeft een nieuw kabinet dus nog heel wat aan te doen.
Met minister Brinkhorst hebben we herhaaldelijk gediscussieerd hoe dat moet gebeuren. De discussies liepen langs vier lijnen, de bekende groeimotoren van de economie. Arbeidsparticipatie, arbeidsproductiviteit, kosten en marktwerking.
Te beginnen met de arbeidsparticipatie. De laatste aanvaring die ik met minister Brinkhorst had ging over de herinvoering van de 40-urige werkweek. Wat betekent dat? Dat betekent dat een vader of moeder die vier dagen van 9 uur maakt en één dag per week voor de kinderen thuis is, ook die vijfde dag weer aan het werk moet. En het betekent voor heel veel Nederlanders dat zij ongeveer 15 vrije dagen moeten inleveren. Dat was niet alleen de opvatting van Brinkhorst, maar ook die van het kabinet en het CDA presenteerde dit als belangrijk recept om de kosten van de vergrijzing te kunnen opvangen.
Voorzitter, hoe gaat deze nieuwe minister dit onderwerp oppakken?
Hoe gaat hij mensen overhalen 15 vrije dagen in te leveren voor de economie?
Hoe gaat hij jonge vaders en moeders overhalen om voortaan niet op vrijdag bij de kinderen te zijn, maar op het werk?
Wanneer dringt het tot het kabinet door dat mensen proberen hun gezinsleven te combineren met een drukke baan? En dat ze daarvoor geen overheid nodig hebben die hen alsmaar op de vingers tikt omdat ze niet hard genoeg zouden werken. Ze hebben geen CDA nodig dat hen komt vertellen dat ze 2000 euro belastingvoordeel moeten inleveren als ze om wat voor reden dan ook besluiten niet met zijn tweeën te werken. Mensen willen gewoon zelf kunnen kiezen. Ze hebben wel een overheid nodig die hen daarbij ondersteunt. Met goede kinderopvang. Maar op plannen voor betere kinderopvang hoor je van Joop Wijn alleen maar kritiek. Op plannen voor gratis kinderopvang zoals VVD en wij die hebben gemaakt, hoor je van Joop Wijn alleen maar kritiek. Voorzitter, ik ben wel benieuwd: wat hebben die jonge ouders eigenlijk aan Joop Wijn?


Voorzitter, om de arbeidsproductiviteit te verhogen, hebben we vooral het innovatiebeleid. Laten we daar eerlijk over zijn. Ik begrijp dat het in deze tijd moeilijk is om te erkennen dat iets niet goed gelopen is, maar het innovatiebeleid is geen succes geweest. De VVD wil zelfs het innovatieplatform afschaffen. Ik begrijp dat. Het platform kwam best met goede adviezen, maar die adviezen verdwenen te vaak in de la. Nog steeds staan er hoge schotten tussen de ministeries van EZ en OCW. De veel bepleite focus in het onderzoek- en innovatiebeleid is verzand in sleutelgebieden, waar inmiddels 70% van de Nederlandse bedrijven onder schijnt te vallen. Het vervangen van allerlei subsidieregelingen door fiscale maatregelen die generiek innovatie ondersteunen en garanties en kredieten om specifieke ontwikkelingen te kunnen ondersteunen is nauwelijks doorgezet. Als ik het mij goed herinner was Wijn als staatssecretaris financiën een groot voorstander hiervan, maar hoe ziet hij dit als minster van EZ?
Er zijn ontwikkelingen in gang gezet die de goede richting ingaan. Subsidies voor het Holst Center, voor het Center for Molecular Medicine, voor het WCFS, het zijn voorbeelden van hoe kansrijke ontwikkelingen worden ondersteund. Maar wie de begroting bekijkt schrikt zich een ongeluk. Het innovatiebeleid lijkt na dit jaar op te houden. De budgetten voor innovatie gaan na dit jaar in noodtempo omlaag. Zeker 40% gaat eraf. Is innovatiebeleid de komende jaren niet meer belangrijk? Is het toekomstbestendig maken van onze economie geen prioriteit voor minister Wijn?


De innovatie-agenda van het nieuwe kabinet moet stevig worden aangepakt. Met vijf O's: fors investeren in onderwijs, meer geld maar ook een slimmere verdeling voor wetenschappelijk onderzoek, stimuleren van ondernemerschap, een open blik naar het buitenland en dus geen bangmakerij voor China en India en een slimmer immigratiebeleid waarmee talenten naar Nederland worden gehaald en tot slot een stimulerende en vooral betrouwbare overheid. En een betrouwbare overheid is dus niet een overheid die in korte tijd achter elkaar de MEP stopzet, de milieu-investeringsaftrek stopzet en de energie-investeringsaftrek stopzet. Maar dat heeft er blijkbaar mee te maken hoe belangrijk minister Wijn het vindt dat Nederland blijft investeren in schone energie. Niet dus. Wat dat betreft mis ik minister Brinkhorst dus ook inhoudelijk.
Na lang aandringen, ligt er een plan om de overheidsrol als inkopende partij meer te gebruiken om innovaties te stimuleren. Het geeft me nog niet genoeg vertrouwen en ik wil niet wachten tot 2008 om resultaten te zien. Kan de Kamer voor de begroting van volgend jaar een concrete uitwerking krijgen van het actieplan? En kan het kabinet daarin ook aangeven, al mag dat ook sneller, hoe ze kleinere bedrijven meer kans gaat geven om in aanmerking te komen voor overheidsopdrachten?


Voorzitter, de derde economische motor is beperking van kosten. De Nederlanders hebben gemiddeld fors ingeleverd de afgelopen jaren. Zo'n 4%. De armoede is fors toegenomen. Maar niet iedereen ging erop achteruit. De top ging er 10% op vooruit. De overheid kan daarin het goede voorbeeld geven. Bijvoorbeeld bij de energiebedrijven. Balkenende zei niks te kunnen doen totdat de contracten afliepen. Voorzitter, vorige week liep zo'n contract af. Met Van Halderen van Nuon. Meneer blijft gewoon ruim 7 ton per jaar verdienen in zijn nieuwe contract. Heeft het kabinet contact gehad met Nuon over dit nieuwe contract? Zo ja, wanneer en door wie? Waarom is het niet gelukt om dit absurd hoge salaris naar beneden te krijgen?
Kosten hebben ook te maken met regels. Deze week bleek uit onderzoek dat 80% van de ondernemers meent niks gemerkt te hebben van het afschaffen van regels. Voorzitter, dat krijg je als je verkeerde doelen stelt. Het gaat niet om het aantal regels dat je schrapt, maar om welke. Ondernemers lopen bij de start van een nieuw bedrijfje het meest tegen de regels aan. En vervolgens als ze personeel gaan aannemen. Neem de eerstedagmelding. Goede regeling, want hij maakt bestrijding van zwartwerk makkelijker. Maar als je op vrijdagmiddag iemand aan wilt nemen voor achter de bar, kom je bedrogen uit. Dan zijn de ambtenaren al naar huis. Waarom kan dat in Nederland niet net zo eenvoudig als in België, waar je dit 24 uur per dag op internet kunt regelen?
Veel ondernemers maken zich ook zorgen over de regeling die gaat over doorbetaling bij ziekte. Die zorgt voor een sterke preventieve werking op de WAO-instroom. Maar maakt ondernemers angstig. Als je 7 man personeel hebt, één wordt langdurig ziek en de ander krijgt een ongeluk bij het skiën dan ga je over de kop. Dat is niet de bedoeling. Verzekeren is onbetaalbaar. Ik heb geen pasklare oplossing. Ik wil het kabinet wel vragen hiernaar te kijken. Is er een collectief vangnet te organiseren? Kan de overheid zo'n vangnet opzetten voor kleine ondernemers? Philips redt het wel, maar de bakker om de hoek heeft het een stuk moeilijker.
En voorzitter, daarnaast herhaal ik hier maar onze eerder gedane voorstellen om ondernemen makkelijker en minder eng te maken. Geef startende ondernemers langer de tijd zich te verzekeren bij UWV tegen arbeidsongeschiktheid, zorg dat zwangerschapsverlof voor vrouwelijke ondernemers daarin wordt meegenomen, zorg dat ondernemers langer bij het pensioenfonds kunnen blijven waar ze in zaten toen ze werknemer waren. Dat neemt een aantal risico's weg en verlaagt dus de drempel om te ondernemer.


De BBMKB kan daar ook bij helpen, want het is nog altijd ontzettend moeilijk om geld te krijgen voor een nieuw bedrijf. Voor dit jaar is dat geregeld, maar voor volgende jaren niet. Waarom voert het kabinet deze wens van de Kamer niet uit?


Voorzitter, tot slot marktwerking. Daar heeft EZ een belangrijke rol in. Maar vult ze die goed in? Volgens de begroting op pagina 29, leest u even mee, geeft EZ in 2007 bijzondere aandacht aan de volgende activiteiten:
"-bevorderen van meer concurrentie en betere dienstverlening in (semi) publieke en hybride sectoren zoals zorg, hoger onderwijs, wonen en infrastructuur.
-specifiek in de zorgsector is het doel van EZ dat zorginstellingen kunnen functioneren als een 'gewone' onderneming die concurreert om de gunst van de consument en verantwoordelijkheid draagt voor de consequenties."


Voorzitter, dat de VVD-bewindslieden Hoogervorst, Rutte, Bruins en Dekker dit soort ideeën hebben, wisten we al. Maar dat ook Joop Wijn er zo over denkt, is nieuw voor mij. Wijn bepleit een blinde marktwering in publieke sectoren. Ziekenhuizen die geld steken in advertenties en TV-reclames en niet in wachtlijsten. Ziekenhuizen die maar gewoon failliet gaan als ze te weinig patiënten trekken. Ziekenhuizen die niet langer samenwerken maar elkaar fel beconcurreren. Wijn is nu minister van EZ, maar in een volgend kabinet zou dat zo maar een andere post kunnen zijn. Hij is niet voor niets nummer 6 van het CDA. Voorzitter, ik schrik hiervan. Ik schrik dat Joop Wijn zich hiermee bezig wil houden, ik schrik dat EZ zich hiermee bezig wil houden en ik hoop dat de minister deze passage morgen zou willen terugnemen.


Heb het liever over marktwerking voor consumenten. Werkt de markt, worden ze voldoende beschermd?
Van Gennip is op de goede weg. Met de Consumentenautoriteit en de wet op oneerlijke handelspraktijken. Maar dat is niet voldoende. Het wordt steeds moeilijker om consumenten te bereiken, dus marketeers worden steeds agressiever. UPC bezorgt gewoon een apparaat en als je het aanneemt ben je ervoor verantwoordelijk. Telemarketeers bellen avond aan avond tijdens het eten. Abonnementen en lidmaatschappen worden verlengd zonder dat je het merkt. Telecombedrijven proberen inhoud en diensten te koppelen aan het netwerk, zodat je haast wordt gedwongen klant bij hen te worden. Voorzitter, consumenten hebben soms de overheid nodig om hen te beschermen. Om de spelregels aan te scherpen. Vandaar dat ik vandaag een wetsvoorstel indien om een nationaal bel-me-niet-register in te stellen. Daarin kun je opnemen dat je niet gebeld wilt worden. Ik geef het bij deze aan u.


Tot slot Limburg. U weet dat ik niet zo gecharmeerd ben van het subsidiëren van bedrijven. Maar in de grensregio's wordt tussen landen heftig geconcurreerd. Dat zou moeten ophouden, maar zo lang het gebeurt kunnen we niet afzijdig blijven. Zeker niet voor een zonnecelfabriek, in dit geval Scheuten. Bent u bereid de IPR te gebruiken voor een subsidie waardoor deze fabriek in Nederland komt. Daarmee zijn we er overigens niet. De markt voor zonne-energie komt in Nederland niet vanzelf van de grond. Maar voor stimulering van schone energie moet je niet bij deze coalitie zijn, dat weet ik wel. Misschien kan Joop Wijn op 23 november wel beter het licht uitdoen op EZ, dan doet hij in elk geval nog iets aan energiebesparing...


Met vriendelijke groet,


Chantal Linnemann

Secretaresse Voorlichting


Tweede Kamer-fractie Partij van de Arbeid

Plein 2

K 104

Postbus 20018

2500 EA Den Haag

Tel: 070 318 2694

Fax: 070 318 2800

c.linnemann@tweedekamer.nl