Onderwijsraad


p e r s b e r i c h t
kenmerk 20060348/863 DATUM 19 oktober 2006

Maatschappijleden in medezeggenschapsraad van school

nassaulaan 6 Medezeggenschapsraden op scholen bestaan nu alleen uit leden van- 2514 JS DEN HAAG uit de school zelf: ouders, leerlingen en leraren. Maar juist ook ex- TELEFOON 070 310 00 00 terne leden, vanuit de maatschappij, kunnen een belangrijke bijdrage FAX 070 356 14 74 leveren aan het functioneren van een school. Samenwerken met par- E-MAIL SECRETARIAAT@ONDERWIJSRAAD.NL tijen rondom het onderwijs wordt immers steeds belangrijker. Niet WEBSITE WWW.ONDERWIJSRAAD.NL alleen voor het lesgeven, maar ook voor zaken als opvang, veiligheid en burgerschap. Er zijn veel instanties in de maatschappij die belang stellen in het primair en voortgezet onderwijs. Deze belanghebben- den kunnen een plaats krijgen in de medezeggenschapsraad als een maatschappijgeleding naast de ouder-, leerlingen- en personeelsge- leding. De Onderwijsraad denkt daarbij aan bijvoorbeeld de wijkver- eniging, de dorpsraad, het plaatselijke bedrijfsleven, ouderenzorg, geloofsgemeenschappen, recreatieve organisaties. Op die manier wordt de betrokkenheid van de omgeving bij het onderwijs vergroot.

Dat is een van de aanbevelingen die de Onderwijsraad doet in zijn advies Duurzame onderwijsrelaties, dat vandaag wordt aangeboden aan minister Van der Hoeven (Onderwijs). De raad wil dat artikel 3 WMS (Wet medezeggen- schap scholen) zodanig wordt aangepast dat een school deze keuzemogelijk- heid krijgt. Medezeggenschapsraden van scholen kunnen dan, als zij dat willen, vertegenwoordigers uit de maatschappij in de medezeggenschapsraad benoemen.

Met het advies reageert de raad op de vraag van de minister welke acties er nodig zijn om de omgeving beter bij de school te betrekken. De Onderwijs- raad heeft twee algemene antwoorden op deze vraag: relaties dienen aantoonbaar in dienst te staan van de leerling (bijvoor- beeld doordat ze leiden tot beter onderwijs of betere zorg) en duurzaam te zijn;
relaties kunnen heel veel vormen aannemen en dienen niet voortijdig en onnodig vastgelegd worden.

De Onderwijsraad vindt het niet zinvol om over te gaan tot het wettelijk ver- ankeren van procedures voor verplichtingen tot overleg en `publieke verant- woording' aan instellingen waarmee de school een relatie onderhoudt. Dit leidt tot onnodige bureaucratie en biedt geen enkele garantie voor het doen ontstaan van een `win-winsituatie'. Het meest succesvol is immers een sa- menwerking waarbij er sprake is van een vrijwillig partnerschap tussen de verschillende belanghebbenden binnen en buiten de school. In onderling overleg kunnen partijen er natuurlijk wel voor kiezen hun samenwerking te formaliseren, bijvoorbeeld door het sluiten van een convenant.

KENMERK

Pagina 2