Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Antwoorden op kamervragen van Van Miltenburg over Valys en de nieuwe aanbesteding van bovenregionaal gehandicaptenvervoer

Kamerstuk, 23-10-2006

De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG

DMO-K-U-2714778

23 oktober 2006

Antwoorden op Kamervragen van het lid Van Miltenburg (VVD) aan de staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over Valys en de nieuwe aanbesteding van Bovenregionaal Gehandicaptenvervoer. (Ingezonden 6 september 2006)

Vraag 1.
Bent u op de hoogte van hardnekkige geruchten dat bij de huidige aanbieder van Bovenregionaal Gehandicaptenvervoer Valys veel onrust zou zijn, waardoor de kwaliteit van de geleverde diensten lager is dan zou mogen worden verwacht?

Antwoord 1.
Van geruchten over welke vorm van onrust dan ook, is zowel bij de directie van de huidige dienstverlener (Transvision) als bij VWS niets bekend. De kwaliteit van de geleverde diensten is dan ook niet lager dan hetgeen daarover contractueel is vastgelegd.

Vraag 2.
Wilt u onderzoeken of deze geruchten op waarheid zijn gebaseerd? Zo ja, kunt u Valys aansporen deze problemen op te lossen? Zo neen, waarom niet?

Antwoord 2.
Ik zie géén aanleiding om de geruchten nader te onderzoeken. Er zijn zowel bij Transvision als bij VWS géén problemen bekend. Sterker nog, het aantal klachten dat wordt ingediend bij Valys blijft zeer laag. De kwaliteit van dienstverlening door gebruikers van Valys blijft op een goed niveau zitten. Zie ook mijn brief van 28 maart 2006 (vergaderjaar 2005-2006, 25847, nr. 35) waarin een recent uitgevoerd klanttevredenheidsonderzoek is bijgevoegd.

Vraag 3.
Bestaat er een mogelijkheid voor klanten van Valys om bij de aanbieder klachten over de geleverde diensten te melden? Zo ja, worden klanten actief gewezen op deze mogelijkheid, bijvoorbeeld doordat chauffeurs klanten hierop wijzen? Zo neen, wilt u bij de nieuwe aanbesteding hierover een bepaling opnemen of toevoegen?

Antwoord 3.
Met de huidige dienstverlener zijn bij de start van het contract in 2004 afspraken gemaakt over een klachtenprocedure. Klanten worden door chauffeurs op deze mogelijkheid gewezen. Vergelijkbare bepalingen over een klachtenprocedure zijn eveneens opgenomen in het bestek van de nieuwe aanbesteding. Zie ook eerdere antwoorden op Kamervragen van de leden Van Dijken en Smits (vergaderjaar 2003-2004, Aanhangsel Handelingen, nr. 1506).

Vraag 4.
Is het waar dat gemeenten in het kader van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) graag vrijwilligers willen inzetten voor het helpen van reizigers op NS-stations? Klopt het dat gemeenten hierbij op problemen stuiten door de starre houding van de NS die alleen eigen personeel wil gebruiken, maar dat lang niet overal inzet? Heeft u hiervan signalen opgevangen?

Antwoord 4.
Er zijn bij NS en VWS géén gemeenten bekend die in het kader van de Wmo vrijwilligers willen inzetten voor het helpen van reizigers op NS-stations. NS werkt sinds medio 2002 met een systeem voor assistentieverlening dat in goed overleg met de CG-Raad en het ministerie van Verkeer en Waterstaat is opgezet. NS voert momenteel de centrale regie voor de assistentieverlening op 107 NS-stations. Op deze stations dient een gecertificeerde `reisassistent' snel op het vertrek-, overstap en aankomststation aanwezig te kunnen zijn. Op de grotere stations wordt de taak van reisassistent uitgevoerd door NS- servicemedewerkers. Assistentieverlening op de kleinere stations gebeurt door geselecteerde taxiondernemingen die zijn aangesloten bij Transvision (de huidige uitvoerder van Valys). In een enkel geval wordt de taak van reisassistent uitgevoerd door een - eveneens gecertificeerde - vrijwilliger.

Vraag 5.
Vindt u dat gemeenten op grond van de compensatieplicht gedwongen kunnen worden de NS te helpen om NS-stations toegankelijk te maken?

Antwoord 5.
Het toegankelijk maken van de stations in Nederland is de verantwoordelijkheid van ProRail. ProRail is hiertoe verplicht middels de Beheerconcessie hoofdspoorweginfrastructuur (art. 9). Hoe ProRail dat gaat uitvoeren staat in het Implementatieplan Toegankelijkheid van ProRail en NS dat door de minister van Verkeer en Waterstaat op 29 september 2006 aan uw Kamer is aangeboden. Gemeenten kunnen derhalve niet worden gedwongen om ProRail te ondersteunen bij het toegankelijk maken van NS-stations.

Vraag 6.
Wilt u in overleg treden met de minister van Verkeer en Waterstaat om druk uit te oefenen op de NS om dit soort vrijwilligersprojecten te ondersteunen en eventueel te faciliteren in plaats van ze tegen te werken? Zo ja, op welke termijn kunnen wij hierover bericht ontvangen? Zo neen, waarom niet?

Antwoord 6.
Op grond van artikel 10 van de vervoersconcessie voor het hoofdrailnet is het aan NS om te bepalen door wie zij de assistentieverlening laat uitvoeren. NS geeft desgevraagd aan de door u veronderstelde tegenwerking niet te herkennen. Op een enkele vraag door een potentiële vrijwilligers-organisatie is door NS uitleg gegeven over de voorwaarden (bijvoorbeeld specifieke opleidingseisen) die aan reisassistentie worden gesteld. Dit heeft echter niet geleid tot een concreet verzoek of voorstel van een vrijwilligersorganisatie aan NS om te helpen met het verlenen van assistentie.