European Union



ECA/06/28

REDE VAN DE HEER HUBERT WEBER, PRESIDENT VAN DE EUROPESE REKENKAMER,

PRESENTATIE VAN HET JAARVERSLAG OVER HET BEGROTINGSJAAR 2005 AAN DE

COMMISSIE BEGROTINGSCONTROLE VAN HET EUROPEES PARLEMENT

STRAATSBURG, 23 OKTOBER 2006

Alleen de uitgesproken versie geldt. Mijnheer de voorzitter,
Geachte leden,
Dames en heren,

Het is mij een eer, deze commissie het nieuwste jaarverslag van de Rekenkamer over het begrotingsjaar 2005 te presenteren.

De Rekenkamer heeft de afgelopen twaalf maanden aanzienlijke middelen ingezet ten behoeve van haar jaarverslag. Het vormt de neerslag van complexe, gedetailleerde controlewerkzaamheden die zijn verricht op alle niveaus waarop EU-middelen worden beheerd: bij de Commissie en andere instellingen, bij instanties van lidstaten en begunstigde landen, en bij de grote verscheidenheid van eindbegunstigden en ontvangers van EU-middelen.

Bij de voorbereiding van het jaarverslag zijn de meeste personeelsleden van de Rekenkamer rechtstreeks of onrechtstreeks betrokken; dankzij hun inzet kunnen wij elk jaar weer aan onze verplichtingen voldoen. Het tijdschema, dat krachtens het nieuwe Financieel Reglement dit jaar voor het eerst geldt, heeft zowel de Rekenkamer als de Commissie voor een bijzondere uitdaging gesteld. De Rekenkamer heeft herhaaldelijk, en meest recentelijk in haar Advies nr. 4/2006, gewezen op de ernstige knelpunten waarmee zij door het herziene tijdschema te maken heeft.

Het jaarverslag over 2005 zal volgens de planning ook worden gepresenteerd aan de Ecofin-Raad op 7 november in Brussel, alsmede tijdens de plenaire zitting van dit Huis op 14 november hier in Straatsburg.

Naast dit jaarverslag en het jaarverslag over de Europese ontwikkelingsfondsen heeft de Rekenkamer dit jaar tien speciale verslagen gepubliceerd met daarin de resultaten van onze werkzaamheden op het gebied van doelmatigheidscontrole, die betrekking hebben op uiteenlopende aspecten van beheer, zoals:
* de doeltreffendheid van investeringen in plattelandsontwikkeling;
* EU-steun voor groente- en fruittelers;

* de doeltreffendheid van EU-maatregelen tegen het probleem van schooluitval;

* de prestaties van TACIS-projecten in de Russische Federatie;
* het beheer van PHARE-investeringen in Bulgarije en Roemenië, en
* de doeltreffendheid van het beheer van uitgaven voor vertaling bij de grote EU-instellingen.

Tevens heeft de Rekenkamer adviezen uitgebracht over een aantal voorgestelde wijzigingen in de regelgeving, onder meer over de verordening inzake regels voor het zevende kaderprogramma op het gebied van onderzoek, over het stelsel van eigen middelen van de EU en over de wijzigingen van het Financieel Reglement en de uitvoeringsvoorschriften ter zake.

Vandaag zou ik een uiteenzetting willen geven over:
1. de grote lijnen van het jaarverslag;

2. onze voornaamste bevindingen inzake de betrouwbaarheid van de rekeningen en de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen;

3. de hoofdpunten van de interne controle;
4. enkele van de uitdagingen die het financieel beheer van de EU met zich brengt, en

5. de ontwikkeling die de Rekenkamer zelf doormaakt.

Voornaamste opmerkingen van dit jaar
* De invoering van de boekhouding op transactiebasis is flink gevorderd. De Rekenkamer kwam weliswaar tot de conclusie dat de geconsolideerde rekeningen de financiële situatie van de Europese Gemeenschappen per 31 december 2005 op alle materiële punten getrouw weergeven, maar maakt bij deze verklaring een voorbehoud vanwege bepaalde tekortkomingen, die nog nader worden toegelicht.
* Ten aanzien van de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen kan de Rekenkamer slechts voor de ontvangsten, de vastleggingen en de administratieve uitgaven, een deel van de pretoetredingsstrategie en in feite ook voor een deel van de landbouwuitgaven een goedkeurende verklaring afgeven. Voor het grootste deel van de uitgaventerreinen kan deze zekerheid echter niet worden gegeven.

* Deze situatie is te wijten aan gebreken in de interne controle
- met name, maar niet uitsluitend, in de lidstaten. Het gaat er niet alleen om dat controles niet zijn verricht, maar ook dat de controles van slechte kwaliteit waren - de Rekenkamer heeft tal van voorbeelden hiervan aangetroffen.

* Anderzijds zijn er aanzienlijke vorderingen gemaakt met de hervormingen binnen de Commissie; de vaststelling van het actieplan voor een geïntegreerd internecontrolekader vormt in dit verband nog een belangrijke stap. De uitdaging blijft erin bestaan, passende maatregelen toe te passen ter verbetering van de doeltreffendheid van de interne controle op alle niveaus.

Voornaamste bevindingen

Betrouwbaarheid van de rekeningen over 2005

Het jaar 2005 betekende voor de Commissie een mijlpaal met de invoering van de boekhouding op transactiebasis. Deze moest verbetering brengen in de kwaliteit en de relevantie van de financiële informatie, waarvan zowel de beheerders als de gebruikers van de rekeningen profijt hebben. De overschakeling van de boekhouding op kasbasis naar die op transactiebasis is een zware opgave geweest, die ingrijpende veranderingen met zich bracht in de boekhoudkundige informatie, alsmede in de wijze waarop deze wordt verkregen en weergegeven.

De Commissie heeft aanzienlijke vorderingen kunnen boeken met de invoering van het nieuwe boekhoudsysteem. Niettemin heeft de Rekenkamer een voorbehoud moeten maken bij haar verklaring over de betrouwbaarheid van de rekeningen over 2005. Dit houdt allereerst verband met het feit dat zowel de openings- als de slotbalans bij de netto activa te hoge bedragen vermeldde, en de thans toepasselijke voorschriften voor financiële verslaglegging, met name voor de afsluiting, niet consistent werden toegepast. Het is echter hoopgevend dat de Commissie inmiddels stappen onderneemt om deze gebreken te verhelpen.

Kortom, de invoering van de boekhouding op transactiebasis is een belangrijke stap voorwaarts voor de Commissie. Het is nu echter zaak, de kwaliteit van de verstrekte informatie te verbeteren, om zodoende de nieuwe boekhouding op transactiebasis tot haar recht te doen komen als centraal beheers- en toezichtinstrument.

Wettigheid en regelmatigheid

Ik zou nu aandacht willen besteden aan de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen.

Over het geheel genomen is de situatie sinds het afgelopen jaar niet ingrijpend veranderd. De Rekenkamer vond slechts voor de ontvangsten, de vastleggingen, de betalingen voor de administratieve uitgaven en de pretoetredingsstrategie, met uitzondering van het Sapard-programma, voldoende bewijsstukken om een goedkeurende verklaring af te geven. Op de overige uitgaventerreinen - die het leeuwendeel van de EU-uitgaven uitmaken - brengen de controles van de Rekenkamer nog steeds een materieel foutenpercentage in de onderliggende verrichtingen en tekortschietende internecontrolesystemen aan het licht.

Dit houdt echter geenszins in dat alle, of zelfs maar de meerderheid van de betalingen ten laste van de EU-begroting fouten vertonen, of dat dit kan worden opgevat als een aanwijzing dat er sprake zou zijn van fraude. Wel betekent het dat, te oordelen naar de resultaten van het gedetailleerde controlewerk van de Rekenkamer, zij te vaak fouten met een financiële impact aantreft om te kunnen concluderen dat alles in orde is. De onderliggende reden voor het optreden van de meeste fouten is het feit dat de begunstigden - landbouwers, lokale autoriteiten, projectmanagers - hogere bedragen declareren dan waarop ze recht hebben. De verklaring hiervoor varieert van eenvoudige onachtzaamheid, fouten of onbekendheid met de regels tot vermoedelijke pogingen tot fraude ten nadele van de EU-begroting. Het is echter de verantwoordelijkheid van de Commissie, de begroting zo te beheren dat het risico van onregelmatigheden wordt beperkt door preventieve maatregelen en controles die naar behoren worden uitgevoerd.

Vervolgens wil ik ingaan op de controlebevindingen van de Rekenkamer op de diverse uitgaventerreinen.

Op het terrein van het gemeenschappelijk landbouwbeleid vertonen de betalingen als geheel nog steeds materiële fouten. Voor het jaar 2004 stelt de Rekenkamer echter vast dat het geïntegreerd beheers- en controlesysteem (GBCS) - dat in totaal 56 % van de landbouwuitgaven bestrijkt - een doeltreffend systeem is, mits naar behoren toegepast. In de praktijk geldt dit voor de EU-15, behalve wederom voor Griekenland, waar de Rekenkamer geen noemenswaardige verbetering aantrof in de toepassing van deze essentiële procedures. In de nieuwe lidstaten zijn deze systemen nog niet volledig werkzaam, met het risico dat te hoge opgaven onopgemerkt blijven.

De buiten het GBCS vallende landbouwuitgaven - die onder meer grote uitgaventerreinen als olijfolie, plattelandsontwikkeling en uitvoerrestituties bestrijken - geven een hoger foutenpercentage te zien vanwege de aard van de uitgaven en ontoereikende controlesystemen. Dit is met name zorgwekkend wat betreft olijfolie, waar deze reeds lang bestaande gebreken twijfels doen rijzen over de grondslag van de toekomstige bedrijfstoeslagregeling voor landbouwers. Zo werden alle verrichtingen inzake de negen door de Rekenkamer onderzochte steunbetalingen voor olijfolieproductie in Spanje, Griekenland en Italië gekenmerkt door te hoge betalingen ofwel andere fouten; twee van deze gevallen van onregelmatigheden in Italië zijn door de Rekenkamer aan OLAF voorgelegd.

Vermeldenswaardig is ook dat de financiële goedkeuringsprocedures voor de landbouwuitgaven niet gelden voor de eindbegunstigden, en de Commissie evenmin inzicht geven in, of een idee geven van de omvang van onregelmatige betalingen. In conformiteitsbeschikkingen worden bij overtredingen van de regelgeving slechts op het niveau van de lidstaten boetes opgelegd, met als gevolg dat in de meeste gevallen te veel betaalde bedragen niet van de begunstigden worden teruggevorderd.

Wat de structurele acties betreft, is de boodschap evenals in voorgaande jaren: de Rekenkamer trof een materieel foutenpercentage aan in de uitgavendeclaraties - waarbij sommige fouten systematisch terugkeerden - alsmede gebreken in de toezicht- en controlesystemen van de lidstaten bij alle gecontroleerde programma's. Zo ontdekte de Rekenkamer met betrekking tot de lopende programmeringsperiode materiële fouten in de gedeclareerde projectuitgaven voor 60 van de
95 gecontroleerde projecten, op het gebied van onder meer infrastructuur en opleiding, zoals niet gedane uitgaven, niet-subsidiabele uitgaven en niet-inachtneming van de regels inzake overheidsopdrachten. Ook trof de Rekenkamer bij alle gecontroleerde programma's controlegebreken aan, onder meer ontbrekende of tekortschietende dagelijkse beheerscontroles, ontoereikende tussentijdse certificering van de uitgaven en ontoereikende controletrajecten.

De Commissie stelt vaak dat dankzij de afsluitingsprocedures declaraties van onregelmatige uitgaven in een vroeger stadium zullen worden opgespoord en gecorrigeerd. De Rekenkamer controleerde een steekproef van gedurende 2005 afgesloten programma's uit de periode
1994 tot 1999 - een procedure waarbij al aanzienlijke vertraging optrad - en trof een materieel foutenpercentage in deze definitieve uitgaven aan. Dit vormt een duidelijke aanwijzing dat het kan voorkomen dat de fouten in tussentijdse declaraties in de praktijk niet worden gecorrigeerd. Voorts sloot de Commissie bepaalde programma's af zonder financiële correcties toe te passen, hoewel er belangrijke punten van voorbehoud waren gemaakt aangaande de gecertificeerde uitgaven.

Op het gebied van intern beleid - dat, anders dan landbouw en structurele acties, rechtstreeks door de Commissie wordt beheerd - blijft de situatie ook kritisch. De Rekenkamer ontdekte een algeheel materieel foutenpercentage in driekwart van de bij de eindbegunstigde gecontroleerde verrichtingen. Het ging onder meer om het tweemaal in rekening brengen van kosten, te hoge opgave van gemiddelde kosten, niet-inachtneming van de subsidiabiliteitscriteria en het ontbreken van bewijsstukken voor in rekening gebrachte werktijd.

Tegen deze achtergrond is het aantal controles achteraf dat de Commissie op het terrein van interne controle verrichtte, met nagenoeg de helft gedaald. Zo is op het gebied van onderzoek, dat goed is voor ruim de helft van de uitgaven aan intern beleid, het aantal van deze controles teruggelopen van 313 in 2004 tot 68. Terugvorderingsprocedures in geval van overtredingen door eindbegunstigden verlopen steeds trager en de sanctiemechanismen zijn veelal ontoereikend.

Voor externe maatregelen - nog een uitgaventerrein dat de Commissie rechtstreeks beheert - trof de Rekenkamer geen materieel foutenpercentage aan in de verrichtingen bij de delegaties. In het kader van onze controle van de verrichtingen bij de uitvoerende organisaties werd echter opnieuw een materieel foutenpercentage ontdekt; het ging onder meer om niet-subsidiabele uitgaven en niet-inachtneming van de contractuele procedures.

De pretoetredingsstrategie wordt gekenmerkt door een veelheid van instrumenten en begunstigde landen die hierbij zijn betrokken. Voor het Phare-programma en de pretoetredingsprogramma's voor Turkije vertoonden de gecontroleerde verrichtingen geen materiële fouten dankzij de controles vooraf die de delegaties met succes doorvoerden. Bij de Sapard-uitgaven werd echter een materieel foutenpercentage vastgesteld.

Wat de administratieve uitgaven betreft kan ik u met genoegen meedelen dat de Rekenkamer evenals in afgelopen jaren ook voor 2005 een goedkeurende verklaring kan afgeven.

Zoals reeds is uiteengezet, controleert de Rekenkamer ook specifiek de afsluitingsprocedures, die gewoonlijk meerdere jaren bestrijken. Zoals blijkt uit onze controleresultaten op het terrein van landbouw en structurele acties, worden met deze procedures slechts in beperkte mate fouten opgespoord en gecorrigeerd. Voorts stelt de Rekenkamer vast dat de terugvorderingsprocedures voor na de betaling verrichte controles op het gebied van landbouw en op de deelgebieden van intern beleid ontoereikend zijn, de verslaglegging hierover in het geval van de structuurfondsen niet voldoet en de financiële correcties voor zowel eerdere als lopende structuurfondsenprogramma's te beperkt zijn en de lidstaten onvoldoende aansporen, zelf maatregelen te treffen.

Interne controles

Eén kwestie keert op de meeste in het jaarverslag 2005 behandelde terreinen terug, namelijk de matige kwaliteit van de controles in verband met de interne controle. De Rekenkamer ontdekte bewijs dat:
* enkele van de vereiste controles niet werden verricht, zoals op het gebied van de eigen middelen BNI en structurele acties, of dat zij beperkt waren in aantal, zoals bij intern beleid;
* de controles geen materiële fouten in de verrichtingen aan het licht brachten, zoals bij het zesde kaderprogramma voor onderzoek;
* de controles niet alle kritieke gebieden bestreken vanwege ontoereikende taakomschrijvingen, zoals bij plattelandsontwikkeling, structurele acties en externe maatregelen, en

* de documentatie en verslaglegging van controles ontoereikend was, zoals bij buiten het GBCS vallende, te verrichten controles na betaling op het gebied van landbouw.

Door deze tekortkomingen komt niet alleen de primaire functie van het opsporen en corrigeren van fouten in het gedrang, maar wordt ook het proces van terugvordering van bij de controles ontdekte te veel betaalde bedragen belemmerd.

In de loop der jaren heeft de Rekenkamer herhaaldelijk gewezen op de noodzaak tot het verbeteren van controlesystemen, hetgeen dikwijls werd opgevat als het opvoeren van het aantal controles. Het is echter van cruciaal belang, de kwaliteit en betrouwbaarheid van de huidige systemen zo te verbeteren dat de controles op alle bestuursniveaus deskundig en zorgvuldig worden uitgevoerd.

Graag zou ik enkele woorden wijden aan de tenuitvoerlegging van de administratieve hervorming van de Commissie, die inmiddels enkele jaren gaande is. De jaarlijkse activiteitenverslagen en verklaringen van de directeuren-generaal dienen als verantwoordingsverklaringen en verschaffen tegelijkertijd belangrijke informatie over de stand van het beheer.

Ofschoon ten aanzien van 2005 is vastgesteld dat de kwaliteit van de verklaringen in het algemeen is verbeterd, kan het volgende worden opgemerkt:

* enkele punten van voorbehoud waren fundamenteel genoeg om de algehele verschafte zekerheid ter discussie te stellen, met name op terreinen van gedeeld beheer, en

* op sommige gebieden hadden de punten van voorbehoud geen betrekking op alle relevante punten, waaronder ernstige tekortkomingen die door de Rekenkamer waren gemeld.

Het is van essentieel belang dat de Commissie waarborgt dat de jaarlijkse activiteitenverslagen en bijbehorende verklaringen voldoende objectief zijn en een realistische beoordeling geven van de stand van beheer.

Toekomstige ontwikkeling van het interne controlesysteem

Sinds twaalf jaar geeft de Rekenkamer een betrouwbaarheidsverklaring af, en vandaag breng ik u min of meer dezelfde boodschap als mijn voorgangers. Naar het oordeel van de Rekenkamer dient verbetering in deze situatie te worden gebracht door middel van een pakket maatregelen:

Allereerst moeten de voor uitgaven geldende regels waar mogelijk worden vereenvoudigd. Met name dienen voorschriften te worden vermeden die niet bijdragen tot de verwezenlijking van de doelstellingen.

Ten tweede is een evaluatie noodzakelijk van het inherente risico van de verrichtingen en de wijzen van beheer, waarmee rekening dient te worden gehouden bij het vaststellen, uitvoeren en controleren van de regelingen. Het volledig uitsluiten van fouten is in de praktijk nauwelijks haalbaar, en het nastreven daarvan zou te kostbaar worden. Er moet dan ook worden getracht, het juiste evenwicht te vinden tussen de kosten en de baten van de controles.

Ten derde dient er een logische keten te zijn van doeltreffende interne controles op basis van gemeenschappelijke normen en beginselen, waarvan de resultaten voor alle betrokkenen openlijk toegankelijk zijn.

Ten slotte dient op alle begrotingsterreinen een doeltreffend systeem voor sancties te worden toegepast.

Deze beginselen werden overigens in Advies nr. 2/2004 van de Rekenkamer over het model 'single audit' uiteengezet.

Veel van de aanbevelingen van de Rekenkamer zijn door de Commissie opgevolgd in haar actieplan voor een geïntegreerd internecontrolekader. Zoals reeds is opgemerkt in dit forum, is de Rekenkamer ingenomen met dit initiatief en zal zij de voortgang ervan nauwlettend volgen en de impact van de getroffen maatregelen beoordelen.

Wat betreft de externe controle blijft de Rekenkamer zich inspannen voor de voortzetting van haar nauwe samenwerking met de nationale controle-instanties van de Europese Unie. In de praktijk betekent dit praktische ondersteuning bij de controles ter plaatse van de Rekenkamer, uitwisseling van vakkennis en know-how, gezamenlijke ontwikkeling van praktisch en technisch ondersteunend materiaal, alsmede gezamenlijke controles.

Toekomstige uitdagingen

De komende jaren brengt het beheer van de EU-begroting enkele grote uitdagingen met zich zoals het ingaan van een nieuwe periode van de financiële vooruitzichten met veranderingen in uitgavenregelingen, de afronding en afsluiting van de huidige uitgavenprogramma's, de invoering van de nieuwe bedrijfstoeslagregeling op het gebied van de landbouw, en de noodzaak om de uitbreiding van 2004 te consolideren, terwijl tegelijkertijd twee nieuwe lidstaten worden verwelkomd.

Beheer en controle moeten worden verbeterd, met name op het niveau van de lidstaten. Enkele stappen zijn reeds genomen, onder meer: nieuwe sectorale regelingen, voorstellen voor verbetering en vereenvoudiging van het Financieel Reglement en de uitvoeringsvoorschriften daarbij, alsmede het actieplan van de Commissie voor een geïntegreerd internecontrolekader.

Ontwikkelingen binnen de Rekenkamer

De Rekenkamer zal ook behulpzaam moeten zijn bij het aangaan van de uitdagingen waarvoor de EU zich gesteld ziet, door zo doeltreffend mogelijk bij te dragen tot de verbetering van haar financieel beheer.

Begin dit jaar heeft de Rekenkamer haar organisatie en werkmethoden onderworpen aan een uitgebreide zelfevaluatie, resulterend in een actieplan dat de komende jaren zal worden uitgevoerd.

Dit actieplan is gericht op mogelijke verbeterpunten op diverse terreinen binnen de organisatie, waaronder de verantwoordelijkheden op het gebied van beheer, interne en externe communicatie, processen en procedures. Veranderingen zullen worden afgestemd op onze kerntaak: het uitbrengen van duidelijke, tijdige, relevante verslagen over het financieel beheer van de Unie.

Enkele belangrijke kwesties die bij de zelfevaluatie aan de orde kwamen, vallen buiten de rechtstreekse verantwoordelijkheid van de Rekenkamer, zoals problemen bij het wervingsproces die de gewenste versterking met hooggekwalificeerd controlerend personeel bemoeilijken.

Zodra de implementatie van het actieplan verder is gevorderd, wordt overgegaan tot een peer review van de organisatie en werkmethoden van de Rekenkamer.

Ik kan u verzekeren dat de Rekenkamer haar goede samenwerking met deze commissie zal voortzetten en haar op de hoogte houdt van de gemaakte vorderingen met het actieplan en het daaruit voortvloeiende peer review.

Conclusies

Staat u mij toe, tot besluit het volgende op te merken:
* voor de groeiende Europese Unie vormen een doeltreffend beheer en de bijbehorende adequate controle een bijzondere uitdaging;
* de Commissie heeft belangrijke stappen gezet in de richting van verbetering van haar eigen organisatie en verantwoordingsplicht. Het invoeren van de boekhouding op transactiebasis is een knappe prestatie. Resterende gebreken moeten worden verholpen om te waarborgen dat de jaarrekening volledig en juist is;
* gebrekkige systemen met betrekking tot de meeste uitgaventerreinen op de begroting en een blijvend hoog foutenpercentage vormen een probleem dat moet worden verholpen. Dit betreft weliswaar hoofdzakelijk het gedeeld beheer, maar de Rekenkamer stelde ook aanzienlijke problemen vast op de terreinen van intern beleid en het Sapard-programma, waar sprake is van rechtstreeks beheer.

Wij allen zouden ernaar moeten streven dat de Europese Unie vaste greep heeft op haar begroting op basis van duidelijke, doeltreffende voorschriften. Dit kan de burgers van de Unie tenslotte alleen maar ten goede komen.

Ik dank u voor uw aandacht.